CD&V-Kamerlid Griet Smaers heeft een wetsvoorstel klaar om genderquota in te voeren aan de top van de Nationale Bank van België (NBB), het Rekenhof en de Autoriteit voor financiële diensten en de markten (FSMA). “Het is belangrijk dat vrouwen en mannen op een gelijkwaardige manier kunnen deelnemen aan economische en financiële besluitvorming. Dit wetsvoorstel is een volgende logische stap in het streven naar meer gendergelijkheid, ook op topniveau.”, aldus Smaers. De vrouwenbeweging van CD&V juicht de plannen alvast toe.
Naar het voorbeeld van de Quotawet uit 2011 die voor ondernemingen een verplichte aanwezigheid van 1/3e vrouwen oplegt in hun raden van bestuur, wil het Antwerpse Kamerlid ook een gelijkaardig quotum in de hoogste organen van de bovengenoemde instellingen.
De Quotawet uit 2011 heeft haar vruchten afgeworpen en vervrouwelijkte de top van heel wat besluitvormingsprocessen. Maar wanneer wij vanuit de politiek raden of organen moeten samenstellen, zoals bijvoorbeeld van de Nationale Bank, dan is er plots geen nood meer aan vrouwelijke vertegenwoordiging”, klinkt het bij Smaers.
Bijvoorbeeld: er zit maar één vrouwelijke directeur in het Directiecomité van de Nationale Bank en binnenkort zelfs geen enkele meer. “Waarom passen we het in de privésector toe, maar valt dat engagement weg bij politieke benoemingen?”, vraagt het CD&V-parlementslid zich af. Haar wetsvoorstel introduceert een wettelijk quotum van 1/3e leden van het andere geslacht in het Directiecomité, de Regentenraad en het College van Censoren van de Nationale Bank van België (NBB), de kamers van het Rekenhof, het auditcomité, de raad van toezicht en het directiecomité van de Autoriteit voor financiële diensten en de markten (FSMA).
Nog werk aan de winkel
Van alle organen bestaat enkel het directiecomité van het FSMA uit één op drie vrouwen. “In alle andere raden is er nog weg aan de winkel”, aldus Griet Smaers. Van de in totaal 56 topfuncties in al deze comités en raden worden er vandaag slechts 10 uitgeoefend door vrouwen. Dat is slechts 18 %. Om in elk orgaan een kritische massa te hebben van 1/3e vrouwelijke leden, moeten er in totaal maar liefst 12 vrouwen bijkomen. “De politiek moet het goede voorbeeld geven en zorgen voor een gewaarborgde aanwezigheid van vrouwen. Vervrouwelijking is niet enkel belangrijk binnen ondernemingen, maar ook aan de absolute top van publiekrechtelijk instellingen”, vertelt de CD&V-politica. Ze verwijst naar de laatste benoemingsronde bij de NBB die geen verandering bracht.
Quota: de weg naar duurzaam resultaat
Vrouw & Maatschappij – CD&V politica, de vrouwenbeweging van de CD&V, treedt haar bij. Nationaal voorzitter Liesbeth Maris: “Het glazen plafond doorbreken is altijd en overal belangrijk. Met dit voorstel zou de politiek een krachtig signaal geven dat gendergelijkheid haar echt menens is.” Ze wijst expliciet naar de financiële sector. “Daar heerst zeer duidelijk een glazen plafond ondanks het aanwezige talent”, aldus Maris.
Ze gaat verder: “Niet iedereen is overtuigd van quota, maar ze hebben al vele malen meer dan hun nut bewezen. Ze halen duidelijk goede en duurzame resultaten. En daar gaat het toch om?” Ze haalt de Quotawet uit 2011 aan die zorgde voor een snelle vervrouwelijkingen van de raden van bestuur bij ondernemingen. Voor de grote beursgenoteerde bedrijven, die onder de toepassing van de wet vallen sinds januari 2017, is de wet een succes. Op een paar bedrijven na die onder een uitzonderingsregel vielen, voldeden zo goed als alle grote beursgenoteerde bedrijven op 1 januari 2017.
Eerst was er veel protest en beweerde men dat ze niet genoeg competente vrouwen zouden vinden of dat de vrouwen zouden worden weggezet als excuustruzen. Maar een keer de wet in werking trad, was iedereen plots zeer tevreden met het resultaat.”
Het aantal vrouwelijke bestuurders is namelijk sinds 2008 verviervoudigd. Zo telden de bedrijven op de Euronext Brussels in 2008 slechts 7% vrouwelijke bestuursleden, maar is ondertussen het aandeel vrouwen in de raden van bestuur toegenomen tot maar liefst 27,3 %.
Quota zijn geen valse oplossing. Ze zijn ook geen doel op zich. Quota zijn een krachtig instrument waarmee je goede resultaten haalt”, stelt Maris.
Smaers & Maris besluiten: “De bewering dat quota benoemingen op basis van talent zou tegengaan, is een valse tegenstelling. Vrouwelijk talent wordt nog te vaak over het hoofd gezien. Of anders gesteld: als men enkel naar talent keek, dan zou er zich geen probleem stellen en zouden quota niet nodig zijn. Onbewuste vooroordelen en verwachtingspatronen spelen helaas nog steeds een rol in promotie- en selectieprocedures. Vrouwen kunnen zo al te vaak onvoldoende doorgroeien en geraken niet tot in de beslissende bureaustoel.