Vroegtijdige schooluitval blijft in Brussel torenhoog
08-05-2012
Bijna 1 op 5 Brusselse jongeren verlaat de school zonder diploma hoger secundair onderwijs. Dit is dubbel zo hoog als in Vlaanderen. Dit blijkt uit cijfers die Bianca Debaets, Brussels Volksvertegenwoordiger (CD&V), opvroeg bij Guy Vanhengel, VGC-Collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs. Het onderwijs in Brussel staat daarmee ver van de EU-doelstelling om het aantal vroegtijdige schoolverlaters tegen 2020 te reduceren tot 10 procent van de leerlingenpopulatie.
De oorzaken voor vroegtijdige schooluitval zijn divers. In het onderwijs in Brussel is het aandeel vroegtijdige schoolverlaters bij jongens met 20,4 procent hoger dan bij meisjes (16,5 procent). Ook de socio-culturele achtergrond speelt een rol: wanneer de voertaal thuis overwegend niet-Nederlands is, behaalt 60% van de leerlingen het diploma van secundair onderwijs, maar behaalt 20% geen enkele vorm van kwalificatie. Wanneer de voertaal wel Nederlands is, behaalt 83,5% het diploma van secundair onderwijs en verlaat 7% de schoolbanken zonder enige kwalificatie.
Opmerkelijk is het feit dat het aandeel vroegtijdige schoolverlaters de laatste jaren in het Brussels Gewest niet of nauwelijks is gedaald. In 2005 lag het aandeel vroegtijdige schoolverlaters op 19,4% terwijl dit in 2010 18,4% bedroeg. Het Brussels gewest gaat daarmee in tegen een Europese trend (in nagenoeg alle EU-lidstaten is het percentage voortijdige schoolverlaters sinds 2000 gedaald; cf. Commission Staf Working Paper, Reducing Early School Leaving (2010)). Onder meer Nederland slaagde erin om in 10 jaar tijd het aantal leerlingen zonder startkwalificatie bijna te halveren (van 71.000 vroegtijdige schoolverlaters in 2002 naar 38.600 in het schooljaar 2010-2011).
“Schooluitval is een groot maatschappelijk probleem en heeft een niet te onderschatten impact op de latere levensloop van jongeren”, aldus Bianca Debaets. Zo toont onderzoek aan dat de kans op werkloosheid en sociale uitsluiting hoger is. Op EU-niveau bedroeg het armoederisico voor jongeren zonder diploma hoger secundair onderwijs 23,5% tegenover 13 procent voor wie wel een diploma behaalt.
Voor Bianca Debaets en Paul Delva (beiden CD&V) is het essentieel dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie, in overleg en in samenwerking met Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet, de inspanningen intensifieert om de ongekwalificeerde uitstroom te verminderen. “De bestaande initiatieven zoals Jump-naar-Werk, spijbelcoachprojecten, time-out, deeltijds onderwijs en studiekeuzebegeleiding zijn waardevol. Maar wij pleiten ervoor om een nieuw pakket van maatregelen te nemen, zoals een kwaliteitsvolle en meer continue schoolloopbaanbegeleiding op niveau van de leerling, meer differentiatie op zowel didactisch, pedagogisch als inhoudelijk vlak, geënt op de talenten van elk kind, enz.”
Tabel: Vroegtijdige schoolverlaters naar geslacht voor 2010 (België en gewesten)
Mannen
Vrouwen
Totaal
België
13,8%
10,0%
11,9%
Brussels H. Gewest
20,4%
16,5%
18,4%
Vlaams Gewest
11,4%
7,7%
9,6%
Waals Gewest
15,9%
11,5%
13,7%
Bron: FOD Economie – Algemene directie Statistiek en Economische Informatie – EAK (Bewerking Steunpunt WSE)
[Definitie vroegtijdige schoolverlater: volgens de indicator van de EAK (Enquête naar de Arbeidskrachten) worden personen met een leeftijd van 18 tot 24 jaar die geen diploma hoger secundair onderwijs hebben behaald en geen enkele vorm van onderwijs of vorming meer volgen, gedefinieerd als vroegtijdige schoolverlaters.]