Op voorstel van Vlaams minister Joke Schauvliege wordt de omgevingsvergunning door de Vlaamse regering uitgebreid met nog twee andere componenten. Zo worden de sociaal-economische vergunning en de zogenaamde natuurvergunning toegevoegd aan de omgevingsvergunning om zo tot één overkoepelende vergunning te komen. Op die manier kan het vergunningsproces voortaan sneller en transparanter verlopen.
Joke Schauvliege: “Ik ga verder op het elan om de administratieve lasten voor initiatiefnemers drastisch te verminderen. Zo zal een winkeluitbater in de toekomst niet langer verschillende vergunningsaanvragen moeten indienen, maar zal één aanvraag volstaan.”
De omgevingsvergunning omvat momenteel enerzijds de stedenbouwkundige vergunning en anderzijds de milieuaspecten van een project. Met de toevoeging van de sociaal-economische vergunning, zitten nu alle benodigde vergunningen voor bijvoorbeeld een winkel of KMO samen vervat in één omgevingsvergunning.
“Van bij de aanvang van een project bestaat er duidelijkheid over alle facetten, dat is het voordeel van een unieke vergunning voor aanvrager en vergunningverlener.”, aldus de minister.
De twee vergunningen die geïntegreerd worden in de omgevingsvergunning:
- De omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten: dit is de Vlaamse opvolger van de federale socio-economische vergunning en wordt geïntegreerd in de procedure van de omgevingsvergunning. Die wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen. Beroep tegen beslissingen inzake handelsvestigingen kan aangetekend worden bij het Interministerieel Comité voor de Distributie, voor het Vlaamse Gewest bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO).
- De omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen: de vroegere ‘natuurvergunning’ voor het wijzigen van kleine landschapselementen of voor het wijzigen van vegetaties moet door burgers en bedrijven worden aangevraagd bij het CBS. Beroep tegen beslissingen van het CBS kan ingediend worden bij de deputatie. Het betreft de integratie in de omgevingsvergunning van de vergunning voor het wijzigen van vegetaties of kleine landschapselementen. Vegetaties zijn natuurlijke en half-natuurlijke begroeiingen zoals vennen, heiden, moerassen, schorren, slikken, duinvegetaties, graslanden, loofbossen en houtachtige beplantingen. Kleine landschapselementen zijn bermen, bomen, bronnen, dijken, graften, houtkanten, hagen, holle wegen, hoogstamboomgaarden, perceelsrandbegroeiingen, sloten, struwelen, poelen, veedrinkputten en waterlopen.