Voorontwerp van decreet ruimtelijke economie definitief goedgekeurd
07-05-2012
Op initiatief van Vlaams minister-president Kris Peeters, tevens minister van Economie, keurde de Vlaamse regering afgelopen vrijdag, 4 mei 2012, het voorontwerp van decreet ruimtelijke economie definitief goed. De doelstelling is duidelijk: voldoende goed uitgeruste en goed gelegen economische locaties voorzien zodat de economische groei niet belemmerd wordt. Tegelijk moeten dit duurzame locaties zijn, die leiden tot een hoger bedrijfseconomisch rendement, minder milieubelasting en een beter gebruik van de ruimte door samenwerking tussen bedrijven onderling of met de overheid.
Belangrijke elementen voor de toekomst zijn onder andere dat de vraag naar en aanbod van ruimte voor bedrijfshuisvesting beter gemonitord zal worden, én dat het aanbod effectief door ondernemingen wordt benut. Zo zal permanent een foto kunnen genomen worden van de status van een bedrijventerrein en de inspanningen die worden geleverd om deze op de markt te brengen. Het instrumentarium om de grondontwikkeling te versnellen wordt versterkt (onteigeningsinstrument), en de terugkoopregeling gemoderniseerd met voldoende rechten voor de investeerders. Tenslotte zullen de subsidies in de toekomst hoofdzakelijk gericht worden op de herontwikkeling van bestaande of gewezen bedrijventerreinen, omdat deze het meeste nood hebben aan steun voor een rendabele ontwikkeling.
Monitoring en activering
Met het decreet wil de Vlaamse regering de ruimtebehoefte ramen voor de economische activiteiten, waarbij rekening gehouden wordt met het concept ijzeren voorraad: de oppervlakte aan bedrijventerreinen die steeds voorradig is en waaruit bedrijven doorlopend en op korte termijn (drie of vijf jaar) kunnen kiezen.
Om dat te realiseren wordt een monitoring van het aanbod aan bedrijventerreinen georganiseerd. De werking van het reeds aangevatte informatiesysteem bedrijventerreinen zal geïntensiveerd en verfijnd worden, waardoor niet alleen de klassieke bezetting/beschikbaarheid duidelijk wordt maar ook de vooruitzichten wanneer percelen op de markt zouden kunnen komen.
In onderstaand schema wordt aangegeven dat het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening het aanbod moet creëren en dat Ruimtelijke Economie de aanwending van dit aanbod zal monitoren. In de monitoring wordt per perceel aangegeven of het op de markt is, dan wel binnen welke termijn het op de markt kan komen. In de achterliggende gegevens zitten vervolgens de redenen waarom het nog niet op de markt is.
Via die monitoring worden dan de beleidsopgaven duidelijk op vlak van de nood aan nieuwe bedrijventerreinen, ontwikkeling van knelpuntterreinen en onbenutte percelen op bedrijventerreinen, de sanering en herinrichting van brownfields en verouderde bedrijventerreinen en de te desaffecteren bedrijventerreinen.
Instrumentarium om de grondverwerving en de ontwikkeling te versnellen
Naast een gemoderniseerde regelgeving om de onteigening te versnellen voorziet het decreet in een volledig vernieuwd en gemoderniseerd terugkooprecht op onbenutte of niet conform de contractuele afspraken benutte gronden. De nieuwe regeling voorziet uitgebreider dan de wet op de economische expansie en het programmadecreet 2003, in een evenwicht tussen de belangen van het beheer van bedrijventerreinen en de belangen van de eigenaars van de onbenutte gronden. Zo voorziet de nieuwe regeling dat het terugkooprecht een laatste stap is in een trapsgewijze benadering, waarbij de gronden gedurende minimaal twee jaar niet benut worden, waarna de eigenaar in gebreke gesteld wordt en gedurende één jaar de kans krijgt om de vastgestelde gebreken te remediëren. Indien na dit jaar de gronden nog steeds of opnieuw onbenut blijven, kan de terugkoop plaatsvinden tegen een vastgestelde prijs. Ook de prijsformule van de wet op de economische expansie 1970 werd gemoderniseerd, om beter tegemoet te komen aan de hedendaagse vormen van bedrijfsvoering.
De nieuwe aanpak moet meer rechtszekerheid bieden voor de eigenaars van de gronden, zodat hun mogelijkheden om bijvoorbeeld kredieten af te sluiten bij de banken gevrijwaard blijven. In het voorafgaand traject werd dan ook tijd uitgetrokken om de nieuwe regeling te overleggen met de banken.
Subsidies worden voornamelijk gereserveerd voor onrendabele terreinen
Met het huidige steunregime worden soms subsidies voor de ontwikkeling van een bedrijventerrein (ongeveer 22mio €/jaar) gegeven voor greenfields, die ook zonder dergelijke ondersteuning kunnen gerealiseerd worden. De minister president wil in de toekomst enkel nog middelen verstrekken voor de realisatie van een bedrijventerrein, indien blijkt dat deze projecten zonder deze subsidies niet rendabel zijn.
Minister-president Peeters: “We creëren zo meer marge voor projecten die deze steun absoluut nodig hebben voor hun rendabele ontwikkeling. Wanneer steun niet noodzakelijk is, zal dan ook geen steun geboden worden.” Minister-president Peeters zal een aangepast uitvoeringsbesluit voorleggen aan de leden van de Vlaamse Regering.