Vooral tevreden dat er een akkoord is
16-10-2015
CD&V-pensioenspecialist Sonja Becq is tevreden dat de Groep van 10, de vakbonden en werkgevers, een akkoord hebben kunnen vinden over het aanvullend pensioen. Het is in ieder geval een pluspunt dat er nog steeds een ondergrens blijft bestaan voor het rendement dat de werkgever moet garanderen aan werknemers die een aanvullend pensioen opbouwen. De kans dat werkgevers moeten bijpassen bij de uitbetaling van de tweede pijler aan hun werknemers is door dit akkoord sterk verkleind.
Sonja Becq hoopt dat dit een boost kan geven aan de verdere veralgemening van de aanvullende pensioenen: “Wij hopen dat een groot deel van de 30% werknemers die nu nog geen aanvullend pensioen opbouwen, dat binnenkort wel kunnen doen en dat werknemers voor wie vandaag maar een klein aanvullend pensioen wordt opgebouwd, zullen kunnen rekenen op een versterking van hun inleg. De verlaging van de minimumrendementsgarantie moet er ook voor zorgen dat de aanvullende pensioenen kunnen belegd worden in veilige producten zoals obligaties. Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat hun spaarpotje veilig en gegarandeerd blijft. Daar moet dit akkoord toe bijdragen.”
Voorts wil Sonja Becq de variabele rentes nauwgezet in de gaten houden: het minimumrendement van 1,75 % houdt de waarde van die aanvullende pensioenen voor de werknemer op peil in de context van de huidige erg lage inflatie. Maar wanneer de rente en de inflatie zouden stijgen, wordt het moeilijker om de reële waarde van het aanvullend pensioen te behouden. “We moeten kunnen garanderen dat iemand die met pensioen gaat met zijn wettelijk en aanvullend pensioen samen een degelijk inkomen blijft behouden in vergelijking met het laatst verdiende loon. Hoge rentes zouden in een verdere toekomst roet in het eten kunnen strooien.”
Voor Sonja Becq blijft een grotere transparantie essentieel; zo moet er duidelijkheid komen over de reële kosten die gepaard gaan met het aanvullend pensioen. Becq: “Zo zouden de kosten bij verzekeraars een stuk hoger zijn dan bij pensioenfondsen. Zeker in geval van een lager minimumrendement mogen we dan toch verwachten dat daarover meer transparantie zal komen in de toekomst en dat indien nodig de bestaande wetgeving op dat punt aangepast kan worden.”