De Kamer heeft donderdag de wet goedgekeurd die de regering volmachten geeft in de strijd tegen het coronavirus. 104 Kamerleden stemden voor, acht leden stemden tegen en zestien leden hebben zich onthouden. Om de gezondheidscrisis gericht aan te pakken, moet de regering snel wetgevend kunnen handelen. De volmachtenwet geeft de regering de bevoegdheid om als wetgever op te treden tijdens deze crisis.
De volmachten moeten het voor de regering-Wilmès mogelijk maken om maatregelen te nemen zonder daarvoor telkens de goedkeuring te moeten vragen van het parlement. Het gaat dan zowel om maatregelen op het vlak van volksgezondheid als om beslissingen die de socio-economische gevolgen van de coronacrisis moeten helpen opvangen.
Na drie maanden volgt er een evaluatie en indien nodig kan de Kamer de volmachten nog eens met drie maanden verlengen. Een vaste commissie in de Kamer, met CD&V-fractieleider Servais Verherstraeten als voorzitter, zal toezicht houden hoe de regering met de volmachten omgaat. Uiterlijk na een jaar moet het parlement de genomen beslissingen bekrachtigen.
Uiteindelijk stemde een ruime meerderheid van de Kamerleden in met de volmachten. Over een deel van de volmachten kan ook de Senaat zijn zeg doen.
Er kunnen nu dus maatregelen genomen worden in het domein van de volksgezondheid, de openbare orde, de economische sectoren en justitie. De volmachtenwet werd naar de Raad van State gestuurd voor juridisch advies. De regering heeft geen vrij spel, de beslissingen die de regering neemt moeten bekrachtigd worden door het parlement. De volmachtsbesluiten worden aan ook aan de 10 partijen voorgelegd en het parlement heeft een commissie opgericht om hun controletaak uit te oefenen. "Ook in tijden van crisis houden wij ons strikt aan de regels van de rechtsstaat", zegt minister van Justitie Koen Geens.
Eerste pakket volmachtbesluiten justitie
Vice-eerste minister en Minister van Justitie Koen Geens heeft een eerste pakket volmachtsbesluiten aan de Regering voorgelegd. Deze eerste 3 volmachtsbesluiten zijn nodig om de continuïteit van de rechtsbedeling te waarborgen. Tegelijk beschermen deze besluiten de gezondheid van de bevolking omdat onnodige fysieke nabijheid wordt vermeden. Deze besluiten nemen voorlopig de einddatum van 19 april als uitgangspunt maar deze datum kan desgevallend door de Koning worden verlaat indien de algemene coronamaatregelen zouden worden verlengd.
Het betreft vooreerst de verlenging van de burgerlijke en administratieve proceduretermijnen met de duur van de coronacrisis en de mogelijkheid om de zaak desgevallend tijdens die crisis schriftelijk of elektronisch te behandelen. In strafzaken worden onder andere de verjaringstermijnen verlengd met de crisisperiode.
De algemene vergaderingen van vennootschappen (bv NV’s) en verenigingen (bv VZW’s) die voor 19 april zijn of moeten worden samengeroepen, kunnen omwille van de coronacrisis later worden gehouden (tot 10 weken na de uiterste datum die in de meeste gevallen 30 juni is). Ofwel kan er toch op de op de voor de betrokken vennootschap of vereniging normale datum worden vergaderd maar dan omwille van de coronacrisis op elektronische of schriftelijke wijze.
Tenslotte kunnen de vergaderingen van mede-eigenaars (bv in appartementen) die normalerwijze voor 19 april moeten worden gehouden, worden uitgesteld tot 5 maanden na de crisisperiode.
Koen Geens: “De geldende veiligheidsvoorschriften tijdens de Covid-19 pandemie hebben gevolgen voor veel ouderen en kwetsbare groepen. Wij moeten zoveel mogelijk contacten mijden, tenzij dat niet anders kan. Daarom kunnen de algemene vergaderingen van vennootschappen, verenigingen en mede-eigenaars worden uitgesteld, tenzij men in vennootschappen of verenigingen verkiest ze elektronisch of schriftelijk te houden op de normale datum Ik waak er ook over dat binnen justitie zelf alles in het werk wordt gesteld om termijnen te verlengen, dan wel zoveel mogelijk te werken via videoconferencing en schriftelijke procedures. Daar zijn voldoende én veilige licenties voor aangekocht. Tenslotte werd de nodige aandacht besteed aan het vermijden van strafuitvoeringsmaatregelen die gedetineerden zouden toelaten om het virus de gevangenis binnen te brengen.”