In juni 2021 kondigde minister van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke het zorginvesteringsplan voor personen met een handicap aan. Daarbij werd beloofd om iedereen in prioriteitengroep 1, dat zijn de mensen met de meest dringende zorgvragen, onmiddellijk perspectief te bieden en binnen de 18 maanden een persoonsvolgend budget toe te kennen. Vandaag kunnen we vaststellen dat dit streefdoel bereikt is.
Prioriteitengroep 1
In 2021 werden er 2.211 persoonsvolgende budgetten (PVB) in prioriteitengroep 1 toegekend, wat veel meer is dan in 2018 (439 PVB’s), 2019 (378 PVB’s) en 2020 (726 PVB’s) samen. Iedereen die voor 1 januari 2021 een aanvraag heeft ingediend voor een persoonsvolgend budget, heeft dit ondertussen gekregen of zal dit deze legislatuur binnen 18 maanden krijgen. Het gaat om een historische daling van de wachttijd voor deze groep (PG1). Grosso modo heeft Vlaanderen 107 miljoen euro uitgetrokken om aan allevragen in de hoogste proriteitengroep sinds 2018 tot en met eind 2020 perspectief via een PVB te bieden.
Naast de toekenning van persoonsvolgende budgetten via aanvragen in prioriteitengroep 1 blijven de automatische toekenningen doorlopen. Dat zijn onder meer mensen die naar aanleiding van een acute crisissituatie zonder zorgverleners vallen en we voorzien hiermee ook een automatische overgang van minderjarigen naar meerderjarigenondersteuning. Zij krijgen automatisch een persoonsvolgend budget. In 2021 werd daar maar liefst 56 miljoen euro voor uitgetrokken. Voor de rest van de legislatuur zijn deze middelen eveneens voorzien, los van de uitbreidingsmiddelen.
Prioriteitengroep 2 en 3
Het uitgangspunt is hoe kunnen we iedereen zorg en ondersteuning bieden. Een persoonsvolgend budget is één van die mogelijkheden, maar er zijn ook alternatieven:
Voor prioriteitengroep 2 werken we een experimenteel kader uit waarbinnen we ‘tijdelijke deelbudgetten’ kunnen toekennen. We zetten een bedrag van 20 miljoen hier tegenover. We komen hiermee ook tegemoet aan vele vragen van mantelzorgers om hen al voor een deel te “ontzorgen” door de grootste zorgvraag al deels in te lossen.
Voor prioriteitengroep 3 hebben we een bevraging opgestart, om na te gaan wat de actuele noden zijn van die mensen die een aanvraag voor een persoonsvolgend budget hebben ingediend. Bijna 1.000 mensen hebben zich hiervoor geëngageerd en de resultaten daarvan worden op dit moment verwerkt. We willen bekijken welke alternatieve mogelijkheden er zijn voor personen met een handicap, want niet alle rechten en tegemoetkomingen zijn gekend of worden ten volle benut. Ook willen we verder werk maken van inclusieve oplossingen, maar dit kan pas slagen met de medewerking van iedereen.
We blijven ook vol de kaart trekken van de hulpmiddelen en investeren hier meer dan 2 miljoen euro in. Voor veel mensen is dit al een belangrijke stap. We blijven inzetten op innovatie, formules van verhuur, renting en maken verder werk van een leeftijdsonafhankelijk hulpmiddelenbeleid. Mensen met een handicap kunnen terecht in een heuse hulpmiddelendatabank en kunnen gebruik maken van de expertise van het VAPH.
Rechtstreeks toegankelijke hulp
Rechtstreeks toegankelijke hulp (RTH) is beperkte, handicapspecifieke ondersteuning in de vorm van begeleiding, dagopvang of verblijf voor wie af en toe hulp nodig heeft. Veel mensen die een aanvraag hebben ingediend voor een persoonsvolgend budget, krijgen reeds enige vorm van ondersteuning via rechtstreeks toegankelijke hulp.
Vanuit een participatief traject met de verschillende actoren werd een vernieuwend RTH-beleid uitgewerkt. We zetten in op een laagdrempelige RTH die zeer flexibel en op maat van de gebruiker vraaggestuurde oplossingen aanreikt. Reguliere en gespecialiseerde hulp – en dienstverlening nemen hierbij een gedeelde verantwoordelijkheid die de samenwerking ten volle versterkt. Door vroeg en nabij in te zetten wordt ook de preventieve werking van RTH belicht. De verdeling van de bijkomende RTH-middelen zal op korte termijn gebeuren.
Minderjarigen
In 2021 werden 639 toekenningen gerealiseerd in het kader van de spoedprocedure en reguliere terbeschikkingstellingen. Deze middelen komen uit uitbreidingsbeleid en uit middelen die vrijkomen uit het systeem. We zullen ook hier nu een verder uitbreidingspad uitzetten op korte termijn en hanteren voor minderjarigen dezelfde filosofie als voor volwassen: de beschikbare middelen worden toegekend aan die kinderen en jongeren met de meest dringende noden.
Vlaams minister Wouter Beke:
Ik ontken niet dat ik fier ben op deze prestatie, maar toch is nederigheid absoluut op zijn plaats. We zullen alles in werking stellen om deze legislatuur zoveel mogelijk budgetten toe te kennen, maar een eerlijke communicatie is voor mij erg belangrijk: er zijn niet genoeg middelen om elke zorgvrager een persoonsvolgend budget aan te bieden. We gaan daarom op zoek naar andere vormen van perspectief, zoals rechtstreeks toegankelijke hulp.