De Vlaamse Regering investeert de komende vier jaar 27,1 miljoen euro in (minstens) 2.500 nieuwe plaatsen met inkomenstarief. Op dit ogenblik is driekwart van het totaal aantal plaatsen in de kinderopvang inkomensgerelateerd, wat betekent dat ouders betalen volgens inkomen. De extra plaatsen zullen vooral worden ingezet in steden en gemeenten waar de nood het hoogst is. Het Agentschap Opgroeien zal de oproepen lanceren in de tweede helft van februari 2021. De toewijzing van de plaatsen gebeurt nog vóór deze zomer.
Meerjarenprogrammatie
In het verleden werkte de Vlaamse Regering altijd met jaarlijkse of tweejaarlijkse uitbreidingsrondes. Nu komt er voor het eerst een meerjarenprogrammatie die moet duidelijk maken hoeveel plaatsen er tot 2024 naar welke gemeente gaan.
Andere voordelen van deze werkwijze zijn:
- een duidelijker investeringskader voor organisatoren die willen starten of uitbreiden;
- een betere spreiding van het aanbod;
- een beter zicht op geplande nieuwe plaatsen voor onder meer ouders en lokale besturen
versterking van de lokale regierol; - een betere afstemming op andere subsidies, zoals de infrastructuursubsidies van VIPA.
Voorafname grootsteden
30% van het budget is voorbehouden voor Antwerpen (15%), Brussel (10%) en Gent (5%). Ook vroeger waren er al voorafnames met de drie grootsteden. Nieuw is dat ze nu worden gebetonneerd in de regelgeving zelf.
In deze grootsteden blijven ook de lokale besturen fors investeren in kinderopvang. De Vlaamse Overheid sluit een convenant af met deze lokalen besturen. Voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad gebeurt dit met de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Door de krachten te bundelen kunnen meer of sneller plaatsen met inkomenstarief worden gerealiseerd in de grootsteden en is er zekerheid voor de lokale besturen dat plaatsen die zij financieren later door Opgroeien worden overgenomen. De lokale besturen kunnen de vrijkomende middelen dan herinzetten (“rollend fonds”). Dat Opgroeien optreedt als uitbetalingsinstantie voor de plaatsen die de lokale besturen in het kader van de convenant financieren, maakt het eenvoudiger voor alle betrokken partijen, ook voor de initiatiefnemers.
Voor de overige gemeenten werd een nieuw programmatiekader ontwikkeld om de middelen te verdelen. Daarbij wordt uitgegaan van de potentiële behoefte aan kinderopvang met inkomenstarief, rekening houdend met economische, sociale en demografische parameters, onder andere bevolkingsprognoses.
Lokaal Loket Kinderopvang
In steeds meer gemeenten is er een Lokaal Loket Kinderopvang dat opvangvragen actief opvolgt. Streefdoel is om tegen eind 2021 in 70% van de gemeenten zo’n loket te hebben en zo een beter zicht te krijgen op de lokale nood. Minimaal 10% van het uitbreidingsbudget – dit is 2,7 miljoen euro – wordt voorzien voor nieuwe plaatsen in gemeenten die een grote nood aan bijkomende plaatsen kunnen aantonen. De oproepen hiervoor volgen in 2022 en 2023.
Al deze inspanningen samen moeten tegemoet komen aan de grootste nood aan kinderopvang in Vlaanderen en Brussel de komende jaren.
"Ik ben tevreden dat we de groei van het aantal plaatsen in de kinderopvang in een meerjarenperspectief hebben kunnen gieten, zodat mogelijke initiatiefnemers beter weten waar ze aan toe zijn en we de uitbreiding efficiënter kunnen plannen. Hoe meer plaatsen er beschikbaar zijn in de kinderopvang, hoe meer kansen we aan werkende ouders kunnen geven om werk en gezin beter te combineren en hoe meer mogelijkheden werkzoekende ouders hebben om een opleiding te volgen met het oog op een job. Daarnaast heeft kinderopvang een belangrijke sociale en pedagogische functie: in interactie met de kinderbegeleiders en met elkaar komen baby’s en peuters tot brede (taal-)ontwikkeling wat van belang is voor hun verdere levensloop", besluit Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke.