Vlaamse Regering keurt Luchtkwaliteitsplan goed
30-03-2012
Extra maatregelen om Europese norm voor NO2 tegen 2015 te halen
Op voorstel van Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege keurde de Vlaamse Regering vandaag het Luchtkwaliteitsplan definitief goed. Vlaanderen overschrijdt niet de uurgrenswaarde, noch de alarmdrempel voor stikstofdioxide (NO2), maar wel de jaargrenswaarde (40 µg/m3), meer specifiek in de haven van Antwerpen en de stad Antwerpen. 22 van de 27 EU-lidstaten hebben moeite om die jaargemiddelde grenswaarde van NO2 (2010) te halen. Het goedgekeurde Vlaams Luchtkwaliteitsplan bevat lopende en nieuwe maatregelen om tegen 2015 de norm te halen.
Lidstaten die niet voldoen aan de grenswaarde konden bij de Europese Commissie uitstel voor vijf jaar aanvragen voor de inwerkingtreding, op voorwaarde dat er extra maatregelen worden genomen. Ook Vlaanderen en Brussel, net als de meeste dichtbevolkte regio’s, voldoen nog niet.
Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege: “Het Luchtkwaliteitsplan dat de Vlaamse Regering vandaag goedkeurde na o.m. openbaar onderzoek en inbreng van de diverse adviesraden, bevat die extra maatregelen. Tegelijk willen we verder kijken en streven we naar een nog betere luchtkwaliteit op de middellange en lange termijn. Het Luchtkwaliteitsplan is hierin een tussenstap.”
De grootste bron van NOx, die aanleiding geeft tot NO2, is wegverkeer en met name dieselverkeer. In de haven van Antwerpen is er naast wegverkeer, bijkomend een duidelijke bijdrage van de aanwezige industrie en de scheepvaart. In de stad is er ook een bijdrage van de huishoudens.
De goedgekeurde maatregelen inzake wegverkeer betreffen onder meer:
een betere doorstroming op de hoofdwegen (met dynamische snelheidsaanduidingen en routekeuzes);
een vergroening van het voertuigenpark (de al uitgevoerde hervorming van de BIV; de geplande hervormingen van de jaarlijkse verkeersbelastingen en de kilometerheffing; een kilometerheffing voor vrachtwagens …);
een efficiëntieverbetering van het wegverkeer (vermijden van vermijdbare verplaatsingen, meer collectief of langzaam verkeer (modal shift) …);
een vermindering van de directe blootstelling langs de weg op plaatsen waar huizen dicht tegen snelwegen staan.
Ook steden en gemeenten worden gestimuleerd om aanvullende lokale maatregelen te nemen om de luchtkwaliteit tegen 2015 verder te verbeteren, met inbegrip van lokale mobiliteitsmaatregelen.
Voor de scheepvaartsector komen er initiatieven om het gebruik van walstroom verder te stimuleren. De Vlaamse zeehavens worden gestimuleerd om de Environmental Ship Index toe te passen en er komen bijkomende initiatieven om het varen op Liquid Natural Gas (voor binnenvaart en zeevaart) te stimuleren.
Het reductiepotentieel voor de uitstoot van NOx in de industriële sectoren is al voor een groot deel benut, en wordt via al vastgelegde reglementering en afgesloten overeenkomsten de komende jaren verder ingevuld. In opvolging van dit bestaande beleid is evaluatie nodig. Daarom wordt voor de belangrijkste NOx-emitterende sectoren onderzocht wat de mogelijkheden tot verdere NOx-emissiereducerende maatregelen zijn. Voor nieuwe kleine en middelgrote stookinstallaties en motoren komt er een aanscherping van de Vlarem-emissiegrenswaarden, voor zowel de fossiele als de biomassabrandstof gestookte installaties.
Aan de landbouw worden verdere stimuli gegeven voor de vervanging en retrofitting van het bestaande landbouwvoertuigenpark. En het actieplan rond energiebesparing in de glastuinbouw en de overschakeling naar aardgas als brandstof wordt voortgezet.
In de sector gebouwenverwarming zal het geplande energiebesparingsbeleid (zowel voor het bestaande gebouwenbestand als voor nieuwbouw) leiden tot aanzienlijke NOx-reducties Ook komt er een sensibilisatiecampagne rond verstandig stoken binnenshuis en buitenshuis. In Vlarem zal een stookverbod voor vaste brandstoffen tijdens officiële smogepisodes opgenomen worden, en er komt een verbod op de verbranding van biomassa-afval in tuinen en natuurgebieden.
Vlaams minister Schauvliege: “Al deze maatregelen, bestaande én nieuwe, moeten er voor zorgen dat we de norm tegen 2015 halen. De meeste hebben overigens ook een impact op fijn stof (PM10 en PM2.5) en de schadelijkste fractie EC (elementair koolstof) waardoor deze concentraties verminderd kunnen worden. Het is ook de bedoeling dit Luchtkwaliteitsplan te monitoren en jaarlijks een stand van zaken op te maken.”
U vindt het Luchtkwaliteitsplan op www.lne.be/themas/luchtverontreiniging