Vernieuwd Participatiedecreet vergemakkelijkt deelname aan cultuur, jeugdwerk en sport
13-03-2014
Gisteravond keurde het Vlaams Parlement het vernieuwde Participatiedecreet goed. De wijzigingen aan flankerende en stimulerende maatregelen om de deelname aan cultuur-, jeugd- en sportactiviteiten te bevorderen, geven het participatiebeleid een nieuwe impuls.
Cultuur, jeugdwerk en sport geven onze samenleving kleur en smaak. De vrijetijdsbesteding in deze sectoren versterken het sociaal weefsel en maatschappelijk en sociaal kapitaal. Naast het aanbod van cultuur, jeugd en sport is het belangrijk om te investeren in initiatieven die zoveel mogelijk mensen laten deelnemen aan dat zo rijk en divers mogelijk aanbod.
Het Participatiedecreet (2008) had als doelstelling om in te zetten op transversale maatregelen (die het beleid van cultuur, jeugd en sport overschrijden) en op maatregelen voor specifieke kansengroepen. Die kansengroepen zoals mensen met een etnisch-cultureel diverse achtergrond, gedetineerden, mensen met een beperking, mensen in armoede, … worden met specifieke participatiedrempels geconfronteerd. De bevoegde ministers van Joke Schauvliege (Cultuur), Pascal Smet (Jeugd) en Philippe Muyters (Sport) hebben Participatiedecreet van 2008 grondig geëvalueerd. Dat heeft geleid tot het gewijzigde decreet dat gisteravond in het Vlaams Parlement goedgekeurd werd.
Aanpassingen
Uitgangspunten voor de aanpassingen waren:
de transversaliteit (inzetten op cultuur, jeugd en sport) en de structurele aandacht voor kansengroepen behouden en versterken waar het kan;
maatregelen die noch transversaal zijn, noch een bijzondere focus leggen op kansengroepen, worden uit het Participatiedecreet gelicht en waar mogelijk sectoraal ingebed (bijv. in het lokaal cultuurbeleid);
de uitvoering op punt stellen door procedures te verduidelijken en te vereenvoudigen.
Dit zijn enkele concrete voorbeelden van wijzigingen:
Alle maatregelen die met leesbevordering te maken hebben werden uit het Participatiedecreet gelicht en in het geïntegreerd letterenbeleid opgenomen. Hiermee wordt leesbevordering met aandacht voor laagdrempelige initiatieven en kansengroepen een volwaardige opdracht van het Vlaams Fonds der Letteren en een onderdeel van het reguliere letterenbeleid.
De regeling voor participatieprojecten voor kansengroepen werd geactualiseerd: de criteria zijn duidelijker en focussen meer op duurzame effecten. Ook structureel gesubsidieerde organisaties komen nu in aanmerking voor deze subsidiepot op voorwaarde dat zij kunnen aantonen hoe zij de resultaten van het project in hun structurele werking verankeren.
De vrijetijdsparticipatie voor mensen in armoede komt sterker voor de dag. Voor mensen in armoede verankeren we de lokale netwerken, naast een systeem voor mensen die wonen in een regio zonder lokaal netwerk en werken we aan garanties om ook een kwalitatief bovenlokaal aanbod toegankelijk te maken.
Er wordt geknipt in de administratieve lasten die gepaard gingen met de regeling voor initiatieven van gemeenschapscentra.
Participatie gemeten
Om zicht te krijgen op evoluties en tendensen inzake het participatie van de Vlaming organiseert de Vlaamse overheid een longitudinale monitoring. Deze monitoring is gestart in 2003-2004, werd in 2009 herhaald en loopt momenteel opnieuw. De resultaten worden verwacht in 2015. De surveys geven ook aan welke groepen en welke kenmerken gelinkt kunnen worden met (niet-)participatie. Meer informatie is te vinden op www.participatiesurvey.be
Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege: “Dit is een hele kentering: van nu af aan moeten lokale besturen participatie als klemtoon in hun reguliere beleid opnemen, in het vernieuwde Kunstendecreet zijn participatie en maatschappelijke en culturele diversiteit belangrijke criteria geworden en in het letterenbeleid is leesbevordering en participatie voortaan ook een structurele opdracht. Participatie is dus niet langer een niche maar wordt voortaan nadrukkelijk een zaak voor het reguliere beleid.”