Verkleuring van de ouderenzorg - Resultaten van enquête bij 133 Vlaamse Woonzorgcentra
Onze samenleving wordt almaar diverser en kleurrijker.
In Vlaanderen leven er 1.700.000 55+ers. 80.000 (5%) daarvan zijn van vreemde afkomst. De komende jaren zal de bevolking sterk vergrijzen. Tussen 2000 en 2015 zal het aantal Marokkaanse ouderen met 171% stijgen, het aantal Turkse ouderen met 184%. Een onderschatting want niet-genaturaliseerden zijn in deze cijfers niet opgenomen. Tegelijk neemt de informele- en mantelzorg zowel bij allochtonen als autochtonen af. Reden genoeg om stil te staan bij de zorg die deze mensen nodig (zullen) hebben.
Er zijn geen cijfers beschikbaar over het aantal allochtone ouderen dat momenteel in een woonzorgcentrum verblijft.
Om hier een zicht op te krijgen peilde Vlaams volksvertegenwoordigerVera Jansbij de Vlaamse woonzorgcentra naar het aantal allochtone ouderen dat in onze woonzorgcentra verblijft, hun profiel, hoe de zorginstellingen omgaan met allochtone bewoners en hoe dit zich vertaalt naar het (personeels)beleid.
Het thema bleek aan te spreken. Maar liefst 133 Vlaamse woonzorgcentra vulden de enquête in. Enkele conclusies:
1. Allochtone ouderen vinden de weg niet naar de Vlaamse woonzorgcentra.
Er verblijven verbazend weinig allochtonen in onze woonzorgcentra. De woonzorgcentra die deelnamen aan de enquête hebben samen een erkende capaciteit van 12991 bedden. Op het moment van de bevraging verbleven er tussen de 43 en 101 bewoners van allochtone afkomst.
Slechts 19 van de woonzorgcentra die deelnamen aan de bevraging vangen allochtone bewoners op. Gemiddeld tellen ze tussen de 2 en 10 allochtone bewoners. De meeste allochtone ouderen die in een residentiële setting verblijven zijn vooral van Italiaanse, Nederlandse, Poolse, Spaanse en Duitse afkomst. Weinig of geen bewoners zijn van Turkse of Marokkaanse afkomst. Als je dit feit legt naast de demografische gegevens, wordt duidelijk hoezeer onze ouderenzorg voor een uitdaging staat.
2. Woonzorgcentra staan open voor allochtone bewoners.
De meeste woonzorgcentra vermelden duidelijk in hun (opname)brochure dat ze openstaan voor iedereen met een zorgvraag, ongeacht afkomst of religie. Bij iedere opname wordt er gekeken naar de individuele noden van de zorgvrager en wordt hieraan, in de mate van het mogelijke, aan tegemoetgekomen. Vooral wat betreft voeding en taal & communicatie wordt rekening gehouden met de wensen van de zorgvrager.
3. Het personeel in onze woonzorgcentra is heel divers.
8% van het personeel in de woonzorgcentra is van allochtone afkomst.
20% van de woonzorgcentra heeft geen enkele allochtone werknemer in dienst.
Interessant is dat uit de enquête blijkt dat de woonzorgcentra die allochtone bewoners hebben ook meer allochtone medewerkers tewerkstellen.
4. Allochtone medewerkers zijn vooral werkzaam in logistieke & administratieve functies.
53% is tewerkgesteld in een logistieke of administratieve functie. 35% is zorgkundige, 12 % is verpleegkundige.
Opvallend is dat Limburgse woonzorgcentra meer hoger gekwalificeerde allochtonen tewerkstelt.
5. Woonzorgcentra stellen zich flexibel op naar allochtone werknemers.
Vele woonzorgcentra voeren een specifiek beleid naar allochtone werknemers en hebben ze hiertoe een specifiek beleid. Deze maatregelen situeren zich vooral op vlak van taal & communicatie als op vlak van vorming, training, en opleiding. Ook stellen bepaalde woonzorgcentra zich flexibel op bij religieuze feestdagen wat betreft het opmaken van het werkrooster of het toekennen van verlofdagen.
6. De helft van de woonzorgcentra verwacht een stijging van het aantal zorgvragen van allochtone ouderen in de toekomst.
Uit de bevraging blijkt dat de helft van de Vlaamse woonzorgcentra een stijging van het aantal zorgvragen van allochtone ouderen verwacht.
Heel wat woonzorgcentra geven ook aan dat er geen allochtone bewoners geregistreerd staan op de wachtlijst. Dit kan een gevolg zijn van het feit dat er weinig allochtonen in de omgeving wonen. Anderzijds kan dit ook wijzen op een gebrek aan kennis van het aanbod. D
7. Ondersteuning is gewenst.
Woonzorgcentra vragen bijkomende ondersteuning om hun dienstverlening aan (toekomstige) allochtone bewoners te verbeteren en een adequaat personeelsbeleid naar allochtone werknemers te kunnen voeren.
Beleidsconclusie
Vera Jans: “De bevraging maakt duidelijk dat het thema leeft en geeft duidelijke cijfers. Het is geweten dat een zeer grote groep allochtone ouderen op relatief korte termijn, al dan niet noodgedwongen, gebruik zal gaan maken van onze professionele ouderenzorg. Bij het uittekenen van het toekomstig ouderenbeleid moeten we als beleidsmakers rekening houden met dit gegeven. Het is hierbij belangrijk om niet te vertrekken van de ‘verschillen’ die er ongetwijfeld bestaan, maar ook en vooral te kijken naar de overeenkomsten tussen autochtone en allochtone ouderen. Elke senior wil het liefst zo lang mogelijk thuis wonen.
Op basis van de resultaten van de enquête en gesprekken met mensen uit de sector en het middenveld plan ik een parlementair initiatief dat maatregelen bundelt om de zorg voor allochtone ouderen te integreren in het huidige en toekomstige ouderenbeleid. Een beleid op maat van de oudere, maar met aandacht voor de groeiende diversiteit binnen de ouderenpopulatie. Alleen op die manier kunnen we een antwoord bieden op de groeiende en verkleurende vergrijzing.”