Vergroening van het Europees landbouwbeleid op een meer collectieve, gebiedsgerichte manier
16-05-2012
De Europese Raad van Landbouwministers heeft vandaag een open debat gehouden over een aantal belangrijke items uit de hervormingsvoorstellen voor het Europees Landbouwbeleid. Daarbij heeft Vlaams minister-president Kris Peeters, tevens bevoegd voor landbouw, zich achter de doelstellingen met betrekking tot de biodiversiteit en de klimaatsverandering geschaard, maar tevens gepleit voor concrete maatregelen die haalbaar en realistisch zijn voor de Vlaamse situatie en voor de Vlaamse land- en tuinbouwers.
In de rand van de Raad had minister-president Peeters een onderhoud met Mette Gjerskov, de Deense voorzitter van de raad, over de hervormingen van zowel het gemeenschappelijk EU-landbouw- als het EU-visserijbeleid.
‘Ik ben verheugd dat de Europese Commissie het voorstel van Vlaanderen steunt, waarbij wordt toegelaten dat in het kader van de vergroening, de ecologische focusgebieden kunnen gerealiseerd worden door een collectief van boeren, zoals bijvoorbeeld agrobeheersgroepen’, aldus minister-president Kris Peeters.
De besprekingen van de voorstellen voor het vernieuwd Europees Landbouwbeleid van 2013 zitten op kruissnelheid. Op de Raad Landbouw van vandaag zijn de vergroeningsmaatregelen aan bod gekomen. Het betreffen maatregelen m.b.t. het verhogen van de biodiversiteit en de aanpak van de klimaatsverandering.
Minister-president Kris Peeters is tevreden dat er vandaag voor het eerst concreet en in alle openheid gesproken werd over vergroening tijdens de Raad Landbouw. Hij verwacht dat de standpunten van de Raad, de Europese Commissie en het Europees Parlement nog voor de zomer duidelijk zullen worden. Kris Peeters schaart zich achter vergroeningsdoelstellingen en is van mening dat alle Europese landbouwers hieraan moeten bijdragen.
“Aan de concrete maatregelen moet er echter nog gesleuteld worden. De Vlaamse landbouwadministratie had eerder via studies aangetoond dat de voorgestelde vergroeningsmaatregelen onvoldoende stimulansen bevatten voor de Vlaamse landbouwers om hier effectief aan mee te werken, waardoor de hervorming haar doelstelling dreigde voorbij te schieten”, aldus minister-president Peeters.
Minister-president Peeters oordeelt het dan ook positief dat zijn vraag om de kostenefficiëntie van de eerder voorgestelde maatregelen in rekening te brengen, nu gehoor vindt. Hij is bovendien tevreden dat de Commissie voor het eerst in alle openheid erkent dat er landbouwbedrijven zijn die door specifieke engagementen zoals agromilieumaatregelen of certificeringssystemen, reeds voldoende bijdragen aan de vergroeningsdoelstellingen.
Met betrekking tot het realiseren van de doelstellingen inzake biodiversiteit via ecologische focusgebieden, is minister-president Peeters van mening dat door gebiedsgerichte samenwerking tussen landbouwers,in bijvoorbeeld agrobeheersgroepen, hogere milieuwinsten kunnen geboekt worden. De minister-president wordt hierin gesteund door verschillende lidstaten waaronder Nederland en Denemarken.
In de rand van de Raad had minister-president Peeters ook een onderhoud met zijn Deense collega Minister Mette Gjerskov, de huidige voorzitter van zowel de Landbouw- als Visserijraad. Beide ministers hadden het over de knelpunten voor Vlaanderen in zowel de voorstellen voor het nieuwe EU-Landbouw als het EU-Visserijbeleid.
“Het Europees beleid zal de basis leggen voor het landbouwbeleid de komende jaren. Wij onderschrijven de vooropgestelde doelstellingen, maar het is essentieel dat de voorgestelde vergroeningsmaatregelen maximaal realiseerbaar zijn op het terrein. Enkel op die manier kan de vooropgestelde vooruitgang op het vlak van biodiversiteit- en klimaatdoelstellingen effectief gerealiseerd worden. De Europese Commissie heeft nu duidelijk begrepen dat daartoe aanpassingen aan de voorstellen noodzakelijk zijn ”, aldus Vlaams minister-president Kris Peeters.
“Ik ben dan ook verheugd dat de Europese Commissie akkoord is om, op voorstel van Vlaanderen, de vergroening van het Europees landbouwbeleid op een meer collectieve, gebiedsgerichte manier aan te pakken”, besluit minister-president Peeters.