Uitbreiding en versterking Erasmus+
26-11-2018
Thema's: Onderwijs
Studeren in het buitenland, een andere taal leren en nieuwe culturen ontdekken. Het kan allemaal met Erasmus+, één van de meest zichtbare en gekende acties van de Europese Unie. De Europese onderwijsministers hebben vandaag hun steun gegeven aan het voorstel tot uitbreiding van deze uitwisselingsprogramma’s. Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits mikt in de toekomst op minstens 30.000 deelnemers per jaar.
De Europese onderwijsministers keuren vandaag de opvolger van het Erasmus+ goed. De Europese Commissie wil het budget daarvoor optrekken tot 30 miljard euro, een verdubbeling van het huidige budget. Er zouden tussen 2021 en 2027 tot 12 miljoen Europeanen op Erasmus+ kunnen gaan in plaats van de 4 miljoen in het huidige programma. Vorig jaar waren er ruim 10.000 Vlaamse deelnemers.
9 op de 10 jongeren vinden het belangrijk om in het buitenland te kunnen studeren en daar ook levenservaring op te doen. In de toekomst mikken we op 30.000 Erasmus+ deelnemers vanuit Vlaanderen per jaar." - Hilde Crevits, Vlaams minister van Onderwijs
Boeiend debat over @EUErasmusPlus in de Europese Onderwijsraad. Door de voorgestelde budgetverhoging kunnen vanaf 2021 3x meer jongeren een internationale ervaring opdoen. #Erasmus pic.twitter.com/4xeODKjl4P
— Hilde Crevits (@crevits) 26 november 2018
Versterken Erasmus+
De Europese onderwijsministers en de Europese Commissie willen het programma nog versterken. Zo zullen in de toekomst méér studenten uit het technisch- en het beroepsonderwijs aan Erasmus+ kunnen deelnemen en zullen ook leerlingen uit het algemeen secundair onderwijs die kans krijgen. Voor kwetsbare jongeren wil Europa het niveau van de financiële steun herzien en de ministers willen ook de administratieve rondslomp aanpakken.
Nieuw is dat niet alleen leerlingen uit het beroeps- en technisch onderwijs in de toekomst Erasmus+ zullen kunnen volgen. Ook leerlingen uit het algemeen secundair onderwijs zullen die kans krijgen. Het sociale aspect is ook belangrijk zodat meer kwetsbare jongeren een buitenlandse ervaring kunnen opdoen.” - Hilde Crevits
Voor het hoger onderwijs worden de Europese Universiteiten opgericht. Dit zijn ambitieuze netwerken van samenwerkende universiteiten en hogescholen waarin studenten moeiteloos en grenzeloos hun studies kunnen combineren. Je studies starten in Vlaanderen, gevolgd door enkele semesters in Frankrijk, om af te sluiten in Finland met een erkend diploma zal geen fictie meer zijn.
Europese erkenning van diploma’s en oproep in strijd tegen nep-universiteiten en fake diploma’s
De Europese onderwijsministers kwamen ook tot een akkoord om verder te werken aan de automatische en wederzijdse erkenning van diploma’s hoger en secundair onderwijs. Leerlingen en studenten ondervinden nog te veel moeilijkheden om hun diploma’s in andere Europese lidstaten te laten erkennen. Bestaande procedures zijn duur en soms tijdrovend. Volgens de Europese Commissie is dit één van de grootste factoren die de mobiliteit van studenten en werknemers in Europa kan belemmeren.
De lidstaten hebben in het verleden al (bindende) afspraken gemaakt om buitenlandse diploma’s automatisch te erkennen op hetzelfde niveau als de binnenlandse diploma's. Concreet hebben de lidstaten afgesproken om tegen 2025 belangrijke stappen vooruit te zetten. Ze willen diploma’s secundair onderwijs en hoger onderwijs erkennen met het oog op toegang tot het hoger onderwijs en tot verdere hogere vervolgstudies.
Bijvoorbeeld: een Franse scholier die een Frans diploma behaalt dat toegang geeft tot het hoger onderwijs, zou hiermee ook in Vlaanderen (of een andere Europese lidstaat) toegang tot het hoger onderwijs moeten krijgen. Een Vlaams bachelor diploma waarmee je toegang hebt tot een masteropleiding, zou dan eveneens toegang moeten geven tot een masteropleiding in Spanje. Instellingen voor hoger onderwijs behouden wel het recht om bijkomende toelatingscriteria op te leggen.
Verder hebben de lidstaten afgesproken om kortere leerperioden tot één jaar in het buitenland sneller te erkennen. Hiervoor moeten instellingen onderling afspraken maken. De ministers van Onderwijs willen voorkomen dat leerlingen en studenten onnodig hun jaar moeten overdoen.
Binnen Europa neemt de Benelux een pioniersrol op. Wij hebben een verdrag ondertekend dat, zonder enige bijkomende procedure, het niveau van elkaars diploma’s automatisch erkend wordt. Zo'n automatische procedure bestaat ook in de Scandinavische landen en de Baltische Staten. Vlaanderen nodigt andere lidstaten uit om zich aan te sluiten bij deze Benelux overeenkomsten en roept de andere landen ook op om in de toekomst op Europees niveau werk te maken van de strijd tegen nep-universiteiten en fake-diploma’s.” - Hilde Crevits