Topstukkenlijst roerend cultureel erfgoed uitgebreid
28-12-2011
Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege heeft op advies van de Topstukkenraad de Topstukkenlijst van roerend cultureel erfgoed uitgebreid met 52 stukken en 5 verzamelingen. De opname in de Topstukkenlijst betekent onder meer dat de voorwerpen in aanmerking komen voor een restauratiesubsidie. Onder de nieuwe stukken is er o.a. een unieke kaart van Vlaanderen uit 1540 van Gerard Mercator wiens 500ste geboortedag in 2012 wordt herdacht.
De Topstukkenlijst is de lijst van roerend cultureel erfgoed dat omwille van zijn bijzondere archeologische, historische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis voor de Vlaamse Gemeenschap niet buiten Vlaanderen mag worden gebracht zonder toestemming van de Vlaamse minister voor Cultuur. Door de nieuwe erkenningen - 52 stukken en 5 verzamelingen - van Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege telt de lijst nu 374 individuele stukken en 23 verzamelingen.
De opmerkelijkste nieuw erkende verzamelingen zijn:
de verzameling middeleeuwse poortersboeken van Oudenaarde en Pamele (13de tot 16de eeuw), bewaard in het stadsarchief van OudenaardeDeze uitzonderlijk goed bewaarde poortersboeken bevatten de registratie van de poorters van de stad. Enkel deze poorters werden volledig beschermd door de rechten en de privileges verbonden aan de stad. Het oudste poortersboek van Oudenaarde bevat inschrijvingen die teruggaan tot 1276. In het oudst bewaarde poortersboek van Pamele zijn de vroegste inschrijvingen van 1319. Dit is uniek voor Vlaanderen (Gent en Brugge hebben bijvoorbeeld pas poortersboeken vanaf de 15de eeuw, Geraardsbergen vanaf 1396 en Kortrijk vanaf 1398). De poortersboeken van Oudenaarde verschaffen vanaf het einde van de 13de eeuw een inzicht in de ontwikkeling van een stad. De onderzoekers vinden er immers gegevens om de bevolkingsstromen of migratie te analyseren en het ritme van de bevolkingsgroei vast te leggen voor een periode die voor de andere steden niet of nauwelijks gedocumenteerd is. Op deze wijze hebben de genoemde poortersboeken een ijkwaarde.Ze bieden bovendien een inzicht in het functioneren van een kleine Vlaamse stad, waarbij de rol van buitenpoorters, die op het omringende platteland woonden, in verhouding veel groter was dan in de grote steden, zoals Gent en Brugge.
de verzameling Besloten Hofjes, bewaard in De Zalm, MechelenDe besloten hofjes zijn vrij ongewone kunstwerken die hoofdzakelijk in Mechelen gemaakt werden en er bewaard bleven. Deze hofjes zijn het resultaat van vaak jarenlang geduldig religieus handwerk en een voorbeeld van devotionele kunst met grote waarde. Deze reeks is uniek : nergens anders werd een dergelijke samenhangende groep van besloten hofjes teruggevonden.
de verzameling van 63 majolica papkommen in het Maagdenhuismuseum, Antwerpen.Het gaat om een unieke collectie van 63 gebruiksvoorwerpen die een Zuid-Nederlandse instellingstraditie vertegenwoordigen. De papkommen, afkomstig uit een Antwerps atelier en van een hoog artistiek niveau, werden gebruikt door de weesmeisjes van het Maagdenhuis. De kleuren met metaaloxides en een glanzend witte tinglazuur getuigen van een fijne techniek en goede kennis van vervaardiging.Elders in de wereld zijn slechts individuele exemplaren bewaard. Deze kommen vormen een schakel in de evolutie van majolica: na de majolica vervaardigd in Italië en vóór de faience van het Noorden (Nederland en Engeland).
Daarnaast werden dus ook 52 individuele stukken in de Topstukkenlijst opgenomen:
Hier vallen vooral op :
De kaart van Vlaanderen van Gerard Mercator (1540), in het Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet, AntwerpenMercators kaart van Vlaanderen van 1540 heeft een grote historische betekenis. Door haar hoge cartografische kwaliteit en merkwaardige nauwkeurigheid is ze bovendien een onmisbare bron voor de topografische kennis van Vlaanderen van het midden van de 16de eeuw. Ook artistiek hadden Mercators kaarten een grote invloed. Zijn bekwaamheid in kalligrafie, waarover hij eveneens een theoretisch traktaat publiceerde, spreekt immers ook uit de bijzondere mooie uitvoering van de tekstpartijen.De kaart van Vlaanderen van Mercator is een uniek exemplaar op wereldvlak. Het is tevens de enige van Mercators wereldberoemde wandkaarten die in Vlaanderen bewaard is.
Het Walvisboek van Adriaen Coenen (1585), in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen
Het Walvisboek van Adriaen Coenen is zelfs wereldwijd vrijwel een unicum. Slechts twee andere handschriften van Coenen zijn bekend. Het werk heeft ook een schakelfunctie: het documenteert de overgang van de renaissancebiologie (grotendeels gebaseerd op klassieke auteurs) naar de barokke wetenschap, beoefend door liefhebbers die vooral op hun eigen waarneming voortgaan. Coenen combineert daarbij eigen waarnemingen met straffe zeemansverhalen, die hij kritisch evalueert. Die waarnemingen hebben een wetenschappelijke ijkwaarde : ze schetsen een beeld van het ecosysteem in de Noordzee aan het einde van de zestiende eeuw, toen er nog geregeld scholen walvissen voorbijtrokken. De aandoenlijke, soms naïeve maar steeds gedetailleerde stijl geeft het werk ook een artistieke waarde.
André Beauneveu, beeld van de Heilige Catharina (1374-1386), Onze-Lievevrouwekerk, KortrijkDit beeld is een belangrijke schakel in de ontwikkeling van de beeldhouwkunst. De stijl combineert een zin voor vereenvoudiging en monumentaliteit met een volumineuzere en zachtere behandeling van details. Het werk van Beauneveu is van grote invloed geweest in de hele Nederlanden. Dit zeldzaam overgebleven stuk uit zijn oeuvre is een zeer belangrijk referentiepunt voor de kennis van de beeldhouwkunst in de Nederlanden.
Beeldengroep in steen met de graflegging van Christus, (toegeschreven aan) Jan van Steffensweert, 1530-1540, Sint-Michielskerk, BreeDeze schitterende beeldengroep beeldt een uitzonderlijk thema uit. Er zijn slechts enkele grafleggingsgroepen gekend in Vlaanderen. Naast een belangrijke ijkwaarde heeft dit werk een bijzonder mooie sculpturale kwaliteit.
Monstrans van Herkenrode, verguld zilver, 1286, Stadsmuseum, HasseltDit is het oudst bewaarde stuk edelsmeedwerk in Midden-Limburg, vervaardigd in opdracht van Aleidis van Diest, priorin van de in 1182 opgerichte abdij van Herkenrode. De monstrans is van uitzonderlijk belang: het gaat om het vroegste voorbeeld van edelsmeedwerk met het in 1275 door de Franse koning Filips III voorgeschreven merk, een lelie. Het sacramentsostensorium van Herkenrode is ongetwijfeld een van de oudste eucharistische reliekostensoria waarin destijds miraculeuze hosties of wijn, die in het bloed van Christus transformeerde, ter verering aan bedevaarders getoond werden en waaruit zich in een volgend stadium de monstrans ontwikkelde. De monstrans van Herkenrode kent sedert 1317 een bijzondere verering en is als dusdanig van belang voor het collectief geheugen.