Suïcidepreventie bij jongeren vraagt specifieke aanpak
16-02-2012
De ervaring leert dat suïcidaal gedrag van jongeren vaak niet onder de medische aandacht komt. Bovendien loopt het zorgpad voor jongeren anders dan bij volwassenen. De Eenheid voor Zelfmoordonderzoek van de UGent en vzw DAGG (Dienst Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg) ontwikkelden daarom een aangepast instrumentarium voor de psychosociale evaluatie en opvang van kinderen en jongeren onder de 16 jaar, kortweg KIPEO. KIPEO ligt in de lijn van het bestaande en beproefde IPEO-instrument dat gericht is op volwassen pogers. Vorig jaar werd KIPEO al beperkt geïmplementeerd binnen een proefproject.
Binnen het KIPEO-instrumentarium wordt gewerkt op drie terreinen: 1) het aanbieden van informatie, documentatie en advies, 2) het ontwikkelen van methodieken en materialen op vlak van de zorg voor personen na een suïcidepoging, met inbegrip van de nazorg na ontslag uit het ziekenhuis, 3) het implementeren van deze zorg.
Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen wil de KIPEO-werkwijze verankeren in de integrale zorg voor suïcidepogers. Dat antwoordde hij op een parlementaire vraag van Katrien Schryvers. Daartoe werd een beheersovereenkomst afgesloten met DAGG Lommel. Deze overeenkomst ging in op 1 januari ll. en loopt to 31 december 2016.
Het is de bedoeling van deze beheersovereenkomst om KIPEO ook in de overige provincies van start te laten gaan. Samen met de stuurgroep suïcidepreventiewerking van de CGG (Centra Geestelijke Gezondheidszorg) en een expertengroep wordt hiervoor een implementatieplan opgesteld.
“Dit is belangrijk,” aldus Schryvers, “Nazorg bij jongeren die een suïcidepoging ondernamen, is broodnodig. De poging is immers een signaal naar mogelijke problemen. Bovendien staat vast dat suïcidepogers een kwetsbare groep zijn met een verhoogd risico.”