Strijd tegen de loonkloof
08-03-2012
CD&V-kamerlid Sonja Becq heeft samen met andere vrouwelijke parlementsleden over de partijgrenzen heen, een wetsvoorstel ingediend dat de strijd aanbindt met de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Het wetsvoorstel wordt op donderdag 8 maart, Internationale Vrouwendag, gestemd in de plenaire vergadering van de Kamer.
Uit het rapport 2011 van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen blijkt dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen in België ongeveer 10% bedraagt. Op basis van hun aandeel onder werknemers hadden alle vrouwen samen 8,4 miljard euro meer moeten verdienen in 2008. Op grond van hun aandeel in de betaalde werkdagen – dus rekening houdend met het feit dat vrouwen vaker deeltijds werken – hadden ze 3,6 miljard euro meer moeten verdienen. Eén vrouw op twee verdient minder dan 2 250 EUR bruto per maand, bij mannen is dat amper twee op vijf: indrukwekkende cijfers.
De loonkloof is toe te schrijven aan talrijke, complexe factoren zoals tewerkstelling in verschillende sectoren, de keuze voor deeltijds werk (44% t.o.v. 9%), werkonderbrekingen voor zorgtaken maar ook de ongelijke waardering van ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke taken’ en zelfs ongelijke verloning voor hetzelfde takenpakket.
De moeilijke combinatie arbeid-gezin blijft één van de grote oorzaken van de financiële afhankelijkheid van vrouwen (33% t.o.v. 10%). 62% van het tijdskrediet en 72% van de thematische verloven worden opgenomen door vrouwen, hoofdzakelijk voor het opnemen voor zorgtaken.
Bestrijding van de loonkloof is een kwestie van billijkheid en van groot belang voor de economische onafhankelijkheid van vrouwen, temeer daar de loonkloof zich een leven lang laat voelen: tot en met het pensioenbedrag.
De opbouw van onvolledig, minder betaalde carrières heeft uiteraard gevolgen voor het pensioen. De pensioenkloof loopt op tot 23%. Ongeveer 59% van de pensioengerechtigde vrouwen stelt het met minder dan 1000 EUR per maand en gepensioneerde vrouwen hebben vijf keer meer kans om onder de armoedegrens terecht te komen.
Reeds in 2009 dienden wij een wetsvoorstel in met als doel de loonkloof te bestrijden door het opleggen van een onderhandelingsplicht aan de sociale partners en een rapporteringsplicht aan de werkgevers. Samen met onze belangenvereniging Vrouw en Maatschappij werden ook verscheidene acties op touw gezet om de aandacht te vestigen op het probleem van de loonkloof, met als doel te ijveren voor een volwaardige plaats voor vrouwen op de arbeidsmarkt waarbij een zorgvriendelijke arbeidsorganisatie centraal moet staan.
In het voorstel dat vandaag voorligt vinden wij een groot deel van onze oorspronkelijke ideeën terug. Het wil de loonkloof meer zichtbaar maken binnen ondernemingen en sectoren om ze zo beter te kunnen aanpakken.
De opsplitsing van de sociale balans volgens geslacht is, volgens ons, één van de belangrijkste instrumenten om werkgevers bewust te maken van de loonpolitiek die ze voeren en de loonverschillen tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers zichtbaar te maken. De opname van de uitgesplitste gegevens in de sociale balans zorgt immers voor een grotere transparantie inzake het genderbeleid van de onderneming. Bovendien is de sociale balans, die deel uitmaakt van de jaarrekening, onderworpen aan revisorale controle en toegankelijk voor het publiek. We hopen dat deze verplichting ondernemingen en werknemers ertoe zal aanzetten om de eigen situatie te monitoren en te vergelijken met anderen. Op die manier kan deze wet een sterke stimulans vormen om de oorzaken van ongelijkheid in de eigen onderneming te analyseren.
Ook het opstellen van een tweejaarlijks analyseverslag zal hiertoe bijdragen. De krijtlijnen voor de inhoud van dit analyseverslag zijn opgenomen in het voorstel. De Koning krijgt echter de mogelijkheid om ze nader te bepalen en een basisschema op te stellen. Wij rekenen erop dat dit zal gebeuren met aandacht voor de noden van werknemers en werkgevers en dat er overleg zal plaatsvinden om de administratieve lasten tot een minimum te beperken.
Een ander aspect van discriminatie tussen mannen en vrouwen ligt in de evaluatie van functies. Hoofdzakelijk vrouwelijke functies worden vaak ondergewaardeerd. Het komt zelfs voor dat functies met dezelfde inhoud een verschillende titel dragen en op grond daarvan verschillend bezoldigd worden. Via deze wet sporen we ondernemingen aan een genderneutraal bezoldigingsbeleid te voeren.
Zoals u weet, staan wij nog steeds sceptisch t.o.v. het instellen van een bemiddelingsfiguur, die volgens ons het normale overleg rond loon en arbeidsvoorwaarden zou kunnen doorkruisen en overlappen.
Globaal genomen staat CD&V echter bijzonder positief t.o.v. dit wetsvoorstel dat een belangrijke doorbraak kan betekenen bij het wegwerken van discriminaties tussen mannen en vrouwen. We moeten ons er echter van bewust zijn dat dit maar een eerste stap is, die vooral sensibiliserend zal werken en gepaard moet gaan met verdere maatregelen die vrouwen de kans geven om, ondanks de zorgtaken die ze op zich nemen, een loopbaan en een pensioen uit te bouwen dat hen in staat stelt om financieel onafhankelijk te kunnen zijn.