Stemplicht de facto afgeschaft
07-11-2012
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 werd een aanzienlijke stijging waargenomen bij het aantal personen dat niet kwam opdagen. In de media verschenen berichten waaruit bleek dat wie zich niet naar het stembureau zou begeven, niet vervolgd zou worden. Ongetwijfeld had dit een effect op de opkomstcijfers. CD&V-senator Rik Torfs vroeg minister van Justitie Annemie Turtelboom of er instructies gegeven werden aan de parketten om de afwezige kiezers te beboeten.
" 'De stemming is verplicht en geheim', zo luidt het in de Grondwet. Wie zonder reden afwezig blijft bij verkiezingen riskeert volgens de wet een geldboete van 30 tot 60 euro, die ingeval van herhaalde afwezigheid wordt verdubbeld. De hardnekkige thuisblijvers kunnen in bepaalde gevallen zelfs tot 10 jaar hun burgerrechten verliezen", benadrukt senator Rik Torfs.
Uit de cijfers van de verschillende gewesten blijkt dat in Vlaanderen 8,50% van de kiezers niet ging stemmen op 14 oktober, met uitschieters tot 15% in de steden Antwerpen en Oostende. In Wallonië oversteeg het absenteïsme ruim 10% en in het Brussels Gewest daagde gemiddeld 17% van de kiezers niet op.
"De aanzienlijke stijging van het aantal afwezigen bij de verkiezingen heeft ongetwijfeld te maken met de berichten in de media dat afwezige kiezers niets hoeven te vrezen", zegt Rik Torfs. Hij vroeg minister Turtelboom daarom of deze berichten klopten en of de parketten instructies kregen om deze personen niet te beboeten.
De minister antwoordde dat ze enkel aan het College van procureurs-generaal verzocht heeft de parketten richtlijnen te bezorgen met het uitdrukkelijk verzoek de voorzitters en de bijzitters te vervolgen die zich niet in het stembureau hebben aangemeld.
Torfs reageert: "De minister ontwijkt de vraag. De essentie is dat de stemplicht feitelijk een stemrecht is geworden, zonder dat de wet is veranderd. Dat is niet correct. Politici moeten keuzes durven maken, en niet via sluipwegen werken."