Startbanen een renderende investering voor kansarme jongeren
06-05-2015
De doelstellingen van de startbaanprojecten worden bereikt, antwoordde minister Crevits van Onderwijs op een vraag van Vlaams Parlemenslid Jos De Meyer. in 2013 en 2014 werd op het Vlaamse onderwijsbudget 5.743.000 euro ingeschreven voor startbanen. Daarnaast was telkens ook een enveloppe met middelen voorzien bij de RVA. In 2014 werden die middelen na de zesde staatshervorming een Vlaamse verantwoordeljkheid. In dat jaar werd 30,7 miljoen euro begroot voor globale projecten rond startbanen.
In een startbaanproject zoals “Scholen voor jongeren – jongeren voor scholen” doen laaggeschoolde, allochtone en kansarme jongeren arbeidservaring op . Ze worden ingeschakeld voor taken op een school, en tegelijk moeten die jongeren proberen zelf een onderwijskwalificatie te behalen. In 2013 lukte dat voor 132 (dus 23%) van de 567 startbaners: zij haalden een diploma secundair onderwijs via de centrale examencommissie. Daarnaast waren er nog 278 ingeschreven aan een centrum voor volwassenenonderwijs, maar er zijn geen gegevens beschikbaar waaruit men kan opmaken of ze daar ook een diploma halen.
Volgens de minister doen jongeren het na een startbaan ook significant beter op de arbeidsmarkt. In 2014 had 42% van de uitstromende startbaners werk, tegenover 24,9% uit de vergelijkingsgroep.
Volgens de cijfers van het Agentschap voor Onderwijsdiensten werd aan de 670 startbaanprojecten van 2013 in totaal 10,8 miljoen euro besteed, wat neerkomt op 16.121 euro per startbaan per jaar.
Bij een deel van de doelgroep bereiken de startbanen zeker hun doel, stelt De Meyer, maar er staat wel een grote investering tegenover. We moeten dus ook kritisch bekijken hoe de middelen besteed worden, en wie in aanmerking komt voor een startbaan, want het Vlaamse onderwijs moet zeker blijvend aandacht hebben voor kansarme allochtone jongeren.