Stages cruciaal in knelpuntopleidingen VDAB
28-05-2013
Ondanks de krappe arbeidsmarkt blijven de knelpuntberoepen een vaste waarde. Nog steeds vinden werkgevers moeilijk nieuwe technici, informatici, verpleegkundigen, bouwvakkers, enz. Nochtans worden meer dan ooit werkzoekenden opgeleid om deze vacatures in te vullen.
VDAB heeft heel wat geïnvesteerd in meer en betere knelpuntopleidingen, onder meer in het kader van het WIP (werkgelegenheids- en investeringsplan) van 2010, en het loopbaanakkoord van vorig jaar. Bedoeling is werkzoekenden rechtstreeks toe te leiden naar en op te leiden in functie van knelpuntvacatures. Toch blijft het resultaat van deze inspanningen al bij al beperkt. Een recente studie van VDAB toont het duidelijk aan. Vlaams Volksvertegenwoordiger Robrecht Bothuyne kon de studie inkijken.
Slechts 55,9% van de werkzoekenden die een knelpuntopleiding heeft gevolgd is na 6 maanden effectief in dat beroep aan de slag.
25% van deze werkzoekenden was zelfs helemaal niet aan het werk. We zien een duidelijk verschil tussen de groep met en zonder stage. De werkzoekenden die een stage volgden zijn voor 65% aan de slag in het aangeleerde beroep. Voor diegene die geen stage volgden is dat slechts 47,5%.
Stages werken dus. 74,8% van de werkzoekenden die een knelpuntopleiding volgden bij VDAB waren na 6 maanden aan het werk. Na het volgen van een stage is de kans op tewerkstelling 78%. Werkzoekenden die een opleiding volgden zonder stage hebben maar 70% kans om 6 maanden na de opleiding aan de slag te zijn. Een verschil van maar liefst 8 procentpunt. Het al of niet volgen van een stage tijdens de opleiding kan dus doorslaggevend zijn voor het succes na de opleiding.
Bothuyne: “Stages zijn een cruciale factor om werkzoekenden aan de slag te helpen en om knelpuntvacatures in te vullen. VDAB moet hier nog meer op inzetten.”
Er zijn ook grote sectorale verschillen. Zo volgen 86,2% van de werkzoekenden in opleiding in de social-profit-sector een stage. In de metaalsector doen slechts 35% van de werkzoekenden in opleiding in stage. In de sector van de industriële automatisering gaat het zelfs maar om 30%. Deze cijfers moeten omhoog! Eigenlijk zou elke knelpuntopleiding bij VDAB een stage moeten omvatten. Werkzoekenden die na een succesvolle knelpuntopleiding nog geen job vonden, geven immers aan dat de belangrijkste reden het gebrek aan ervaring is. Ook voor werkgevers is het gebrek aan relevante ervaring de belangrijkste reden om iemand niet aan te werven. Stages in elke knelpuntopleiding kunnen hier de oplossing zijn.”
Ook de uitstroom na de knelpuntopleiding verschilt sterk van sector tot sector. In de bouwsector, de dienstensector en de sector van de industriële automatisering geraakt ongeveer 1/3 van de werkzoekenden, ondanks een succesvolle opleiding, niet aan de slag. De social-profit-sector scoort ook hier het best: slechts 12% van deze werkzoekenden is na hun opleiding niet aan het werk. Niet toevallig is de social-profit ook de sector waar het meeste stages worden aangeboden.
Bothuyne: “Minister Muyters moet in overleg met de sectoren het aantal stageplaatsen gradueel opdrijven en werkgevers meer en beter ondersteunen om zo tot meer stages te komen. Zo moeten administratieve lasten tot een minimum herleid worden en zou een stage, zeker gedurende de eerste weken kosteloos moeten zijn voor de werkgever.”
Ook opmerkelijk zijn de grote regionale verschillen.
Bothuyne: “In West-Vlaanderen is 80,1% van de werkzoekenden aan de slag na het volgen van een knelpuntopleiding. In Limburg is dat slechts 68,6%. In Vlaams-Brabant klopt men af op 69,9%. Nochtans kent zeker de provincie Vlaams-Brabant een sterke concentratie aan niet of moeilijk in te vullen knelpuntvacatures. Hier moet VDAB duidelijk een tandje bij schakelen.”
Ondertussen heeft minister Muyters zich, samen met VDAB, ingeschakeld in het federale initiatief om extra stages aan te bieden aan laaggeschoolde werkzoekenden zonder werkervaring. In Vlaanderen moeten er zo 4 450 werkzoekenden nog dit jaar een instapstage volgen. Belangrijk is dat ook dit beleid voldoende ruim wordt bekendgemaakt bij werkgevers. Voorlopig wordt hier nog te weinig ruchtbaarheid aan gegeven.