Telecomoperatoren zullen niet verplicht worden om 4G aan te bieden langs al onze spoorlijnen, dat blijkt uit een antwoord op een vraag van CD&V-Volksvertegenwoordiger Jef Van den Bergh. “Nadat de NMBS het project wifi-op-de-trein heeft stopgezet dreigt nu ook een snelle internetconnectie, die niet hapert, nog een tijd een toekomstdroom te blijven.”, hekelt Van den Bergh.
“Al jaren moedigen onze overheden mensen aan te kiezen voor het spoor en collectief vervoer. De trein biedt nochtans een heel groot voordeel: je kan tijdens de verplaatsing iets (nuttigs) doen. Een goede bel- en surfervaring is dan ook een enorme troef in de promotie van de trein.”, aldus Van den Bergh.
Ook geen wifi op de trein.
In 2016 startte de NMBS - in het bijzijn van de ministers bevoegd voor telecom en mobiliteit een proefproject voor wifi op de trein. In 2017 werd dit project afgeblazen. Het is te duur en de telecomoperatoren zouden hebben bevestigd dat het hele spoornet tegen eind 2018 volledig gedekt zal zijn door 2G, 3G en 4G, luidde het.
Volgens minister van Digitale Agenda en Telecom, Alexander De Croo (Open VLD), zullen Proximus, Orange en Telenet nu slechts gevraagd worden om tegen 2022 “een inspanning” te leveren om enkel langs een aantal grote spoorlijnen (van Brugge tot Aarlen, van Antwerpen tot Bergen, van Doornik tot Luik of Hasselt) snel mobiel internet te voorzien. Het betreft dus geen resultaatsverbintenis maar enkel een streefnorm. Voor de rest van het spoorwegnet zijn er geen doelstellingen vastgelegd. Van den Bergh:
“Is een streefcijfer van 98% in 2022, enkel langs de grote assen, voldoende ambitieus als Proximus en Orange deze nu reeds bijna halen?”