Slechts één procent verdachten betaalt Salduzadvocaat
19-07-2012
Gisteren stelde minister Turtelboom in de Commissie Justitie van de Senaat het derde tussentijdse evaluatierapport voor over de werking van de Salduzwet in de praktijk. Ze gaf ook toe dat het systeem van de gratis rechtsbijstand volledig onhoudbaar is en grondig moet worden herzien.
De minister haalde aan dat slechts 1% van de verdachten zelf een advocaat kiest en de overige 99% beroep doet op een advocaat via de permanentiedienst van de balie. Omdat verdachten vermoed worden "onvermogend" te zijn, kunnen zij, voor zover dat niet bewezen wordt dat de verdachte wel over voldoende financiële middelen beschikt, beroep doen op een pro deo-advocaat, die vergoed wordt door de staat.
CD&V-senator Rik Torfs vroeg daarop aan de minister: "Betaalt slechts 1% van de verdachten die bij zijn eerste verhoor een beroep doet op een advocaat, die zelf? Ik kan mij niet herinneren dat we in de Salduzwet hadden bepaald dat de bijstand van een advocaat in alle gevallen gratis zou zijn, maar wel dat de bestaande regels inzake kosteloze bijstand van toepassing zouden zijn."
Minister Turtelboom antwoordde dat sommige verdachten die aanvankelijk een gratis advocaat aanvaarden, later toch nog overschakelen op hun eigen advocaat, maar ze kon niet precies vertellen hoeveel. De minister bevestigde eveneens dat zij geen zicht had op het aantal zaken waarin het vermoeden van "onvermogen" van de verdachte daadwerkelijk weerlegd werd en hij dus zelf voor de advocatenkosten opdraait.
Senator Torfs vindt het niet kunnen dat slachtoffers van misdrijven hun advocaat zelf moeten betalen, of minstens zelf moeten aantonen dat ze recht hebben op een pro deo-advocaat, terwijl verdachten in de praktijk systematisch een gratis advocaat zouden krijgen. "Het kan niet dat de belastingbetaler financieel moet bijspringen voor elke verdachte die beroep doet op een advocaat bij het eerste verhoor."