Samenwerkingsproject lerarenopleiding
09-12-2015
Afgestudeerde masters die in het onderwijs willen werken, moeten naast hun vakdiploma ook nog een onderwijsbevoegdheid halen. Vroeger gebeurde dat meestal aan de universiteit zelf, in de aggregaatsopleiding, maar een groeiend aandeel afgestudeerden kiest tegenwoordig voor een cursus aan een centrum voor volwassenenopleiding.
De KU Leuven start vanaf volgend academiejaar met een pilootproject waarin ze gaat samenwerken met enkele centra voor volwassenenonderwijs die zo’n traject lerarenopleiding aanbieden, antwoordde minister Crevits van Onderwijs op een vraag van Vlaams parlementslid Jos De Meyer.
Volgens Brecht Henkens van de Cel Lerarenopleiding in de KU Leuven is het de bedoeling de sterke punten van de opleidingen te combineren. De universiteit biedt een vakdidactische specialisatie, de CVO’s kunnen flexibele trajecten aanbieden. Voorlopig gaat het om een beperkt aantal vakken die aan de centra voor volwassenenonderwijs zullen worden gedoceerd door docenten van de universiteit met wie het centrum samenwerkt. Het pilootproject zal in eerste instantie enkel toegankelijk zijn voor cursisten met bepaalde masterdiploma’s . Die kunnen zich inschrijven in een Centrum voor volwassenenonderwijs en vallen dus ook volledig onder de CVO-regelgeving. Dat betekent dat ze geen punten van het universitair leerkrediet moeten inzetten.
Stages in het onderwijs blijven toegankelijk voor iedereen die een lerarenopleiding volgt, in gelijk welk systeem. De gewone specifieke lerarenopleiding (SLO) aan de universiteit (het vroegere aggregaat) blijft bestaan.
Dat de universiteit dit pilootproject start, is op zich een goede zaak, stelt De Meyer, want het toont haar bekommernis voor het academisch niveau van de lerarenopleiding, maar het is anderzijds ook belangrijk dat de CVO’s verder hun rol kunnen blijven spelen in het aanbieden van die lerarenopleiding.