Geweld, terreur, aanslagen, oorlogen. Het is helaas geen ver-van-mijn-bedshow meer. Een man beleefde het de afgelopen dertig jaar van op de eerste rij mee. Telkens op zoek naar de ware toedracht van een conflict. Op zoek naar de kleine verhalen van de gewone mensen in de grote geschiedenis. Gruwel, leed, geweld, haat en angst. Wat doet dat met een mens? Rudi Vranckx laat ons de mens achter de oorlogsjournalist zien.
& Welk gevoel had je toen je dertig jaar geleden voor de eerste keer in oorlogsgebied was?
Rudi: “In 1989 werd ik voor het eerst op pad gestuurd, naar Roemenië. Je ziet voor de eerste keer mensen doodgeschoten worden, je ziet lijken. Je wordt geconfronteerd met leugens en propaganda. Ik kon er mij gelukkig staande in houden. Je doet op dat moment je job. Je kijkt rond, praat met mensen en probeert een beeld te schetsen van wat er aan de hand is. Toen ik terug thuiskwam, wist ik dat dit de job was die ik wilde doen. Een job waarmee ik misschien wel het verschil zou kunnen maken.”
& Wat viel je de voorbije dertig jaar vooral op?
Rudi: “Sinds de val van de Muur in Berlijn leefden we een beetje in een roes: het zal allemaal wel vanzelf gaan. Maar het ging niet vanzelf. Mensenrechten? Het is nog altijd geen gewonnen spel! Vrede? Het is nog altijd geen gewonnen spel! Het kan allemaal snel verglijden. Ik heb in al de conflicten die ik heb meegemaakt aan den lijve mogen ondervinden hoe oorlog te werk gaat, hoe haat aangewakkerd wordt. Als ik zie hoe angst en haat gepredikt wordt, dan vraag ik me af of men niet beseft welke verantwoordelijkheden we als mens hebben in deze tijd? We leven in een periode waarin we als mens fundamentele keuzes moeten maken. We moeten ons afvragen waar je voor staat én waar je voor kiest in het leven.”
& Komt dat verspreiden van angst en haat nu meer tot uiting dan vroeger?
Rudi: “Vandaag doet het zich meer en meer voor. Het is ook schaamtelozer geworden. Zelf word ik regelmatig geconfronteerd met internettrollen. Begrijp ik wat hen bezielt? Nee, ik snap hen niet. Ik begrijp dat mensen angst hebben. Dat ze zich ongemakkelijk voelen bij de globalisering. Toch kan ik er niet bij dat je vandaag doelbewust haat wil verspreiden en schaamteloos durft te liegen. Daar moet je toch door en door slecht voor zijn? Ofwel helemaal verblind.”
Je blijft in de eerste plaats nog altijd een mens van vlees en bloed.”
& Je zag de afgelopen dertig jaar ook heel wat gruwel en leed. Wat doet dat met jou als mens?
Rudi: “Ik denk dat je daar als journalist ofwel cynisch ofwel verontwaardigd door wordt. Mij jaagt het nog steeds op dat mensen het beeld van leed durven misbruiken. Vroeger maakte me dit minder emotioneel dan nu. Nu laat ik die emoties meer toe. Het is pas wanneer je jezelf goed kent en zeker bent van jezelf, dat je die emoties kan toelaten. Het alternatief is dat je alles afblokt, rationeel bekijkt en op een afstand toeziet. Je moet natuurlijk objectief blijven en alle kanten van het verhaal belichten, maar je blijft in de eerste plaats wel nog altijd een mens van vlees en bloed. Een mens die zijn emoties mág toelaten.”
& Heb je nog altijd angst als je in het buitenland bent?
Rudi: “Ja, de angst blijft nog altijd even hard aanwezig en manifesteert zich vooral bij het vertrek naar de oorlogsgebieden. Als ik uit het vliegtuig stap, voel ik op dat moment onzekerheid en zekerheid tegelijkertijd. Onzekerheid omdat je weet hoe gevaarlijk het er kan zijn en zekerheid omdat je wel weet wat je kan als journalist. Ik voel ook dat ik nu meer op mijn hoede ben. Vroeger was ik roekelozer. Ik heb er totaal geen behoefte meer aan om naar het front te gaan als dat niet nodig is. Net omdat mijn angst te groot is.”
& Voel je je soms machteloos?
Rudi: “Dat gevoel overvalt me wel eens, vooral omdat je je afvraagt of je haat en angst kan tegenhouden. Aan de andere kant is het ook een wake-up call. Je moet je niet in het nauw laten drijven door agressie. Je moet je niet laten doen. Je moet je niet laten intimideren. Het is genoeg geweest. Je moet je durven uitspreken. Daar ligt een grote verantwoordelijkheid bij journalisten, bij politici, bij eenieder die een belangrijke functie vervult. Je moet niet allemaal dezelfde mening hebben, maar er moet wel een debat zijn. Een absolute waarheid is er niet, maar er zijn wel grenzen waarbinnen je moet blijven, regels die je moet respecteren én moet afdwingen. Het gaat dan vooral om mensenrechten en een menswaardige samenleving. Want een samenleving wil zeggen dat je sámen leeft. Mét elkaar. Een samenleving waarbij je mensen niet tegen elkaar opzet en waar je geen haat creëert. Het is nu aan ieder van ons om voor zichzelf uit te maken aan welke kant van de geschiedenis je wilt staan. Want één ding is duidelijk: wie nu angst en haat verspreidt en zaait, legt de voedingsbodem voor oorlogsmisdaden.”
Wie nu angst en haat verspreidt, legt de voedingsbodem voor oorlogsmisdaden.”
& Wat houdt je daarnaast nog bezig?
Rudi: “Ik sta nu meer dan ooit stil bij wat mijn moreel kompas is. Wat is goed en kwaad? Om je staande te houden in oorlog en waanzin, moet je een idee krijgen van wat goed en kwaad is in de wereld. We leven in een tijd waarin we ons dat allemaal moeten durven afvragen. Maar weten velen überhaupt nog wel wat juist is?”
& Geloof je dat het nog goed kan komen?
Rudi: “Ja, dat kan. Maar een wereld zonder terreur en oorlog? Nee, dat niet. Terreur en oorlog vormen nu eenmaal een wezenlijk onderdeel van een wereld in conflict. En onze wereld is permanent in conflict, omdat het des mensen is om tegenstrijdige belangen te hebben en die op allerlei manieren proberen uit te werken. Je kunt vrede nastreven, maar je moet niet naïef zijn. Al zal het allemaal van ons afhangen, van eenieder in onze samenleving. Zeur niet altijd over een ander of over wie de schuld draagt. Net door telkens de andere de schuld te geven voor alles wat fout gaat, leg je de kiem voor conflict. Probeer eens wat vriendelijker te zijn voor elkaar én stop met haat verspreiden. Dat zou al een mooi begin zijn.”
& Als je maandenlang in het buitenland bent, zal je ongetwijfeld wel eens iets missen uit ons land. Wat is het eerste wat je doet als je terug in België bent?
Rudi: “In het buitenland mis ik soms de heel eenvoudige geneugten van het leven zoals met vrienden een glas gaan drinken en eens geen kebab meer moeten eten (lacht). Het eerste wat ik doe als ik in België ben, is een glas rode wijn drinken en vis eten. Heel basic dus (lacht). Daarnaast heb ik het ritueel om bij thuiskomst met mijn moeder een koffie te gaan drinken en een pannenkoek met appels te eten.”
& Welke rol speelt jouw moeder in jouw leven?
Rudi: “Mijn moeder is de persoon die er het langste is in mijn leven. Ze is mijn klankbord. De persoon wiens oordeel belangrijk is, maar die tegelijk nooit zal veroordelen. Enkele jaren geleden is ze ziek geworden. Haar depressie confronteerde mij met heel wat verantwoordelijkheden. Het confronteerde me met een grote bezorgdheid naar haar toe, en met mijn eigen eindigheid.”
& Is dat iets waar je over nadenkt, de dood?
Rudi: “Nee, niet echt. Waar ik wel bij stilsta, is wat ik betekend heb. Ik doe mijn job al dertig jaar. Ooit komt daar een einde aan. Dan vraag ik me af: heb ik een steen verlegd in de rivier? Heeft het zin wat ik doe? Als wat ik doe geen zin meer heeft, dan stop ik er direct mee. Want ik doe m’n job om het verschil te maken en omdat ik er een intens gevoel van geluk door ervaar. Je rijdt samen met je collega’s door tal van landschappen. Je voelt je op die momenten één met de geschiedenis. Dát is voor mij geluk. Of ik die ene aanslag morgen wel of niet heb, dat raakt me niet zoveel meer. Wat me wél raakt, is dat kleine geluk én vooral wat oorlog doet met een mens.”
& Je zei het zelf al: ooit moet je stoppen als journalist. Waar zie je jezelf over twintig jaar?
Rudi: “Daar durf ik niet aan denken (lacht). Nee, ik hoop dat ik in een fase zit dat ik meer tijd heb om aan goede vrienden te spenderen die er dan nog zijn. In alle opzichten. Dat je ze niet kwijt bent omdat je er geen tijd voor gemaakt hebt.”