Rijden en drinken gaan nooit samen
01-09-2015
SP.A stelt vandaag voor om het rijbewijs van dronken doodrijders langer in te trekken dan de voorziene veiligheidsmaatregel van 14 dagen. Ze spelen hiermee in op een maatschappelijke roep naar aanleiding van een aantal dramatische ongevallen de voorbije weken.
De maatschappelijke verontwaardiging is erg logisch, en sluit ook aan bij het groeiend draagvlak voor het uitgangspunt dat rijden en drinken niet samen gaan. Nooit. Als beleidsmakers moeten we verder blijven zoeken naar efficiënte maatregelen die ertoe leiden dat dergelijke dramatische ongevallen vermeden kunnen worden. Tenzij we alle voertuigen uitrusten met een alcoholslot, zullen sensibilisering, en vooral handhaving hierin een cruciale rol spelen, gevolgd door een voldoende zware bestraffing. Het handhavingsniveau laat –buiten de BOB-campagnes- in ons land nog altijd te wensen over. Maar ook aan de straffen is nog verbetering mogelijk. Zo wordt een dodelijk verkeersongeval vandaag in de strafwet nog altijd per definitie als “onopzettelijke doodslag” aanzien, al is het verkeersaspect wel een verzwarend element. Ook al was het niet de bedoeling opzettelijk te doden, we stellen ons de vraag of een maximumstraf van 5 jaar altijd voldoende is na zulke drama’s.
De focus op de beveiligingsmaatregel zoals de SP.A vandaag voorstelt, is begrijpelijk vanuit maatschappelijke verontwaardiging. Het is evenwel boodschap om hier zéér omzichtig mee om te springen. Zoals aangegeven, betreft het hier een “beveiligingsmaatregel”, een preventieve maatregel en geen “sanctie”, zo aanvaard door het Grondwettelijk Hof en het Europees Hof. Dit is belangrijk omdat er een juridisch principe ‘non bis in idem’ bestaat (dat betekent dat je geen twee keer voor eenzelfde feit bestraft kan worden). Als de beveiligingsmaatregel wordt uitgebreid tot een jaar, bestaat het risico dat dit juridisch als sanctie aanzien zal worden, en dat een veroordeling ten gronde niet langer meer mogelijk zal zijn, en dan zou de maatschappelijke verontwaardiging (terecht) nog groter zijn. Daarom moet dit zéér goed onderzocht en onderbouwd worden.
Ook het principe dat de verlenging van de beveiligingsmaatregel zou afhangen van de timing van de uitspraak van de rechter, kan strijdig zijn met een juridisch principe, m.n. dat iedereen gelijk is voor de wet. Als de ene politierechtbank korte en de andere lange wachttijden heeft, zou dat verschillende gevolgen hebben. Ook hiervoor is het erg belangrijk om dit goed te onderzoeken en te onderbouwen.
De termijn van 15 dagen kan twee keer verlengd worden met ten hoogste drie maanden. Of dit veel wordt toegepast is ons niet bekend, ook niet of er bepaalde hinderpalen zijn om dat te doen. Ook dat is onderzoek waard. Daarnaast zit er nog een juridische lacune in de wetgeving die dit najaar moet opgelost zijn met een wetsvoorstel van onze hand. Het is onwaarschijnlijk, maar er zijn vandaag geen straffen voorzien voor het rijden zonder rijbewijs wanneer de intrekking werd verlengd (art. 55bis).