Er zijn talloze samenwerkingverbanden tussen verschillende gemeenten. Samenwerkingen om voor een goede dienstverlening te zorgen. In het hele verhaal staat de dienstverlening naar de burger altijd voorop. Die moet vlot toegankelijk, snel en efficiënt zijn. Het is onze taak dat er vooral goede voorzieningen zijn, ziekenhuizen, woonzorgcentra, mogelijkheden rond sport, jeugd enz…
Voor sociale huisvesting werk je als gemeente samen met buurgemeente x, voor streekontwikkeling met gemeente y. Die verschillende verbanden zorgen evenwel voor verrommeling. Die is er ook mee gekomen doordat gemeenten ooit verplicht werden om voor elk thema een apart samenwerkingsverband aan te gaan. Dat is gelukkig afgeschaft, maar nu zit je nog steeds met die overvloed aan samenwerkingsverbanden. Daar zetten we nu een volgende stap in door een kader te creëren voor gemeenten om binnen regio’s samen te werken. Vaste regio’s met een overkoepelend burgemeestersoverleg zorgen ervoor dat gemeenten elkaar makkelijker vinden en goede praktijken kunnen uitwisselen. Ook daar is dienstverlening het uitgangspunt. Geen nieuw bestuursniveau. Hiermee versterken we net de bestaande niveaus: het Vlaams gewest, de provincies en de gemeenten. Nabijheid is voor ons van groot belang.
Maar we gaan goede samenwerkingen tussen gemeenten niet over boord gooien, niet het kind met het badwater weggooien. Daarom blijft het mogelijk om:
- op supraregionaal niveau samen te werken;
- algemene thematische uitzonderingen om schaalvoordelen te realiseren zoals alles wat verbonden is aan een landschap, maar ook bijvoorbeeld samenwerkingen voor crematoria, woonzorgcentra, zwembaden, …
- individuele uitzonderingen te maken indien gemeenten dit voldoende kunnen motiveren;
Alle andere samenwerkingen krijgen tot 2031 tijd om overbodige structuren aan te passen aan dit kader. Dit zal gemeenten in staat stellen om nog betere dienstverlening te voorzien voor hun inwoners.