Regionale steunkaart Vlaanderen 2014-2020 vastgelegd
28-03-2014
De Vlaamse regering nam op initiatief van minister-president Peeters een beslissing over de afbakening van de gemeenten waar regionale steun aan bedrijven kan gegeven worden. Enkel binnen deze set van gemeenten zal, in het kader van de staatssteunregels van de Europese Commissie, onder bepaalde voorwaarden investeringssteun mogelijk zijn aan grote bedrijven, terwijl deze voor KMO’s in gans Vlaanderen van toepassing is.
Het voorgestelde scenario van 7,98% van de Belgische bevolking gaat uit van de bestaande steunkaart en de aanvulling met 9 bijkomende gemeenten uit de provincie Limburg en 6 gemeenten uit het arrondissement Eeklo. De selectie van de gemeenten in het voorstel van steunkaart is gemaakt op basis van sociaal-economische gegevens. Daarbij is ook rekening gehouden met de bijzondere impact van de sluiting van Ford op de werkloosheid en het inkomen in de Limburgse gemeenten
De steunkaart 2014-2020 wordt als volgt samengesteld:
Voor West-Vlaanderen: Oostende, Middelkerke, Diksmuide, Lo-Reninge, Ieper en Wervik. Het betreft 6 gemeenten met 162.278 inwoners;
Voor Oost-Vlaanderen: Ronse en het arrondissement Eeklo. Het betreft 7 gemeenten met 108.461 inwoners;
Voor Antwerpen: Balen, Mol en Dessel. Het betreft 3 gemeenten met 66.147 inwoners;
Voor Limburg: As, Beringen, Genk, Leopoldsburg, Heusden-zolder, Bree, Lommel, Maaseik, Hechtel-Eksel, Houthalen-Helchteren, Dilsen-Stokkem, Herstappe, Lanaken, Tongeren, Maasmechelen, Lummen, Opglabbeek, Sint-Truiden, Tessenderlo, Zutendaal, Ham, Kinrooi, Bilzen en Borgloon. In totaal 24 gemeenten met 549.262 inwoners.
De Vlaamse regering zal het voorstel voor regionale steunkaart nu samen met de andere gewesten ter goedkeuring aanmelden bij de Europese Commissie. De nieuwe steunkaart gaat in op 1 juli 2014.
In de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2014-2020 (2013/C 209/01 van 27 juli 2013) werd door de Europese Commissie aan België 29,95% van de bevolking toegewezen. 12,06% werd door de Europese Commissie vooraf vastgelegd voor de provincie Henegouwen. De gewesten bekwamen op 31 januari 2014 overeenstemming over de verdeling van de 17,89% van de bevolking voor niet vooraf vastliggende steungebieden. Vlaanderen kan daarvan 8% invullen, Wallonië ook 8% en Brussel 1,89%. In vergelijking met de vorige steunkaart stijgt het aandeel van de bevolking voor Vlaanderen van 6% naar 8%. 8% van de Belgische bevolking komt overeen met 887.964 inwoners (cijfers voor 1/1/2013).
Om deze 8% toe te wijzen aan een concrete steunkaart is een selectie gemaakt van een aantal gemeenten, binnen de in aanmerking komende arrondissementen. In Vlaanderen komen 9 arrondissementen, waaronder 3 in de provincie Limburg, in aanmerking op basis van het criterium dat het BBP ten hoogste het EU-gemiddelde kan bedragen. Het betreft de arrondissementen Hasselt, Maaseik, Tongeren, Aalst, Dendermonde, Eeklo, Diksmuide, Ieper en Oostende. In deze arrondissementen wonen in totaal 1.722.555 personen of 15,52% van de Belgische bevolking.
De Vlaamse regering heeft zich voor de nadere selectie grotendeels gebaseerd op de voornaamste sociaal-economische kenmerken van de gemeenten, m.n. de werkloosheidsgraad en het gemiddeld inkomen. Bovendien wenst men enkele gemeenten uit de huidige steunkaart te handhaven. De situatie in de industrie in de Kempen en de gemeente Ronse is nog steeds precair, en ernstige achteruitgang in de gemeenten is niet uit te sluiten. Tevens werd gekeken naar de kansen op de ontwikkeling van nieuwe bedrijfsvestigingen op beschikbare industriegronden.
Voor het vervolledigen van de selectie moet er ook rekening gehouden worden met de Europese voorschriften die opleggen om aansluitende gebieden van 100.000 inwoners op te nemen, tenzij het volledige arrondissement met minder dan 100.000 inwoner wordt opgenomen. Er kunnen dus geen geïsoleerde gemeenten opgenomen worden. Er kan ook een aansluiting tot stand komen via de steunkaart in Wallonië (cf. Wervik, Ronse en Tongeren). Voor het Meetjesland moet het hele arrondissement Eeklo worden opgenomen, omdat dit gebied minder dan 100.000 inwoners telt.
De regionale steunkaart is belangrijk omwille van de mogelijkheden voor subsidies aan bedrijven. In de gemeenten die deel uitmaken van de steunkaart kan de Vlaamse regering, naast de investeringssteun aan KMO’s, ook tot 10% investeringssteun verstrekken aan grote bedrijven onder bepaalde voorwaarden. Dit zal gebeuren binnen het kader van de bestaande strategische transformatiesteun. Deze mogelijkheid is in het bijzonder belangrijk binnen het ruimer beleid voor het aantrekken van buitenlandse investeringen.
De Vlaamse regering geeft ook opdracht om een voorstel uit te werken voor de afbakening van steunzones rond de site van Ford-Genk en andere in aanmerking komende gebieden in andere provincies, conform titel 3 van het federale wetsontwerp houdende de uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance en het ontwerp-KB. Dit voorstel zal besproken worden in een interkabinettenwerkgroep.
In dit voorstel zullen zowel steunzones in gemeenten die deel uitmaken van de regionale steunkaart, als steunzones in gemeenten die er geen deel van uitmaken (zoals de Corda-campus in Hasselt), worden opgenomen.
Tabel 1: Geselecteerde gemeenten met voornaamste sociaal-economische parameters (meest recente gegevens)
Tabel 2: Voorstel van regionale steunkaart; samenvatting per provincie
Bevolking
Aandeel Belgische bevolking
Steunkaart
Antwerpen (Kempen)
66.147
0,60%
7,4%
West-Vlaanderen
162.278
1,46%
18,3%
Oost-Vlaanderen
108.461
0,98%
12,2%
Limburg
549.262
4,95%
61,9%
Totaal
886.148
7,98%
100,0%