Reactie Minister Schauvliege bij overlijden MSK-directeur Robert Hoozee
22-02-2012
Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege wenst haar medeleven uit te drukken bij het overlijden van Robert Hoozee, directeur van het Museum voor Schone Kunsten (MSK) in Gent.
Robert Hoozee was sinds 1978 verbonden aan het MSK, eerst als assistent en later als directeur ad interim en als directeur (sinds 1985). In zijn voortdurend streven naar kwaliteit en perfectie bouwde hij het MSK uit tot een nationaal én internationaal referentiemuseum voor de Belgische kunst van de 19e en vroege 20e eeuw. Hoozee was ook de drijvende kracht achter ‘British Vision: Observatie en verbeelding in de Britse kunst 1750-1950’, een overzichtstentoonstelling van de Britse kunst die het museum na een grondige renovatie nieuw leven inblies.
Hoozee was ook een zeer groot Ensorkenner. Dat bleek vorig jaar nog in juni bij de presentatie van Ensors schilderij ‘Les bains à Ostende’ (‘De Baden van Oostende’) dat de Vlaamse Gemeenschap net had aangekocht en in bruikleen was gegeven aan het MSK.
Nog vorig jaar maakte Robert Hoozee indruk met een overzichtstentoonstelling van Théo Van Rysselberghe en met de tentoonstelling over de Britse landschapsschilder John Constable (1776-1837). Dit weekend zou de MSK-directeur een tentoonstelling van Ford Madox Brown (1821-1893), een van de meest excentrieke van de Engelse prerafaëlieten, openen.
Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege: “Met Robert Hoozee verliezen we één van de belangrijkste museumdirecteurs van ons land van de afgelopen decennia. Stap voor stap, met veel ernst en werkend in een internationale context, heeft hij het Museum voor Schone Kunsten in Gent uitgebouwd tot een zorgzaam, wetenschappelijk onderbouwd en aantrekkelijk museum dat wereldwijd zijn plaats heeft verworven.
Ook met zijn tentoonstellingen wist Robert Hoozee telkens te verrassen als waren het nieuwe collecties die rond een thema werden getoond. Met zijn zorg voor precisie en een uitgekiende selectie van kunstwerken werden zijn presentaties en zijn catalogi referenties in het hele culturele erfgoedveld. Mijn medeleven bij dit grote verlies gaat in de eerste plaats uit naar zijn echtgenote, kinderen, zijn familie en naar de volledige museumploeg.”