Reactie beleidsverklaring
22-11-2012
Mijnheer de voorzitter,
Mijnheer de eerste minister,
Collega’s,
De besprekingen over de begroting 2013 verliepen moeizaam.
Ik ga daar niet flauw over doen: we hadden het liever anders gezien.
We hadden liever gehad dat de eerste minister in oktober naar het parlement was gekomen met zijn beleidsverklaring.
En er zijn natuurlijk verzachtende omstandigheden.
Voor de zomervakantie waren de economische vooruitzichten voor ons land nog redelijk positief.
Maar dan is een kentering ingetreden en is de economische groei niet alleen bij ons maar in heel Europa teruggevallen.
De eerste schokken van de financiële crisis konden door onze bedrijven en KMO’s nog redelijk goed worden opgevangen, mede dank zij het slim relancebeleid van de vorige regering.
Maar door de nieuwe economische terugval staat veel bedrijven het water aan de lippen.
Met als gevolg ingrijpende herstructureringen en bijgevolg verlies van werkgelegenheid.
Als Limburger heb ik in mijn eigen omgeving en gemeente kunnen vaststellen wat het voor mensen betekent als ze te horen krijgen dat ze binnenkort geen job meer zullen hebben.
Er is vandaag in veel gezinnen en bij veel mensen grote onzekerheid.
De economische crisis en de ongerustheid over de toekomst zitten in de hoofden en het hart van veel mensen.
Niet alleen in ons land, maar in alle landen van de Europese Unie.
Geen enkel land in de Europese Unie kan zonder zorgen naar de toekomst kijken, ook Duitsland niet.
En daarom collega’s, moet er mij iets van het hart:
Er is de voorbije weken en dagen in en buiten dit halfrond veel gedebatteerd over de begroting en de maatregelen die zouden moeten genomen worden.
Ik stel vast dat de toon van de sociale partners en belangenorganisaties meer en meer verhardt.
Ik heb veel straffe uitspraken en uithalen gehoord, de ene al wat cassanter dan de andere, en soms ook beledigingen.
Niets is zo gemakkelijk als zeggen dat de oorzaak van de problemen de anderen zijn.
Aan “ons” moet men niet raken, maar aan “de anderen” wel.
Niets is zo gemakkelijk als besparingen of nieuwe inkomsten voorstellen die de eigen belangengroep niet treffen, maar wel de anderen.
Niet is zo gemakkelijk als zeggen dat men het in andere landen beter doet, terwijl die landen een gelijkaardige mix van maatregelen nemen als ons land.
Niets is zo gemakkelijk als vanop de zijlijn eenvoudige maatregelen voor te stellen wanneer men weet dat de realiteit veel complexer in elkaar zit en mirakeloplossingen niet bestaan.
We kunnen nog dagenlang de tegenstellingen en de verzuring opdrijven door welles-nietesspelletjes.
Maar wat helpt ons dat vooruit?
Het wordt daarom hoog tijd dat iedereen het eigen, grote gelijk achter zich laat en beseft dat we samen de problemen moeten aanpakken, “iedereen inbegrepen”, op een evenwichtige manier en volgens draagkracht en vermogen.
Mijnheer de eerste minister,
Toen deze regering aantrad wisten we dat ons moeilijke jaren te wachten stonden.
We beseften dat de gevolgen van wereldwijde financiële en economische crisis niet in een handomdraai zouden kunnen worden opgelost.
Stap voor stap heeft deze regering na haar aantreden belangrijke maatregelen genomen. Ook structurele maatregelen.
Denk maar aan:
de pensioenhervorming,
de hervorming van de werkloosheidsuitkeringen,
het verminderen van de groeinorm in de gezondheidszorg,
de afslanking van het overheidsapparaat,
de herstructurering van Defensie …
En ja, de regering heeft dat ook gedaan met nieuwe inkomsten.
En ja, er zijn partijen en belangengroepen die daarover veel misbaar hebben gemaakt.
Ik kan begrijpen dat een bedrijfsleider of mensen met een groot vermogen de verhoging van de roerende voorheffing niet leuk vinden.
Maar denken diezelfde mensen dat een langdurig werkloze applaudisseert als zijn werkloosheidsuitkering na een bepaalde periode wordt verminderd?
Of dat een oudere werknemer van Ford Genk of Arcelor Mittal die ontslagen wordt, het leuk vindt wanneer hij moet vaststellen dat hij niet veel meer kans maakt op de arbeidsmarkt?
Collega’s,
In minder dan een jaar tijd heeft deze regering een gigantische sanering van 14 miljard gerealiseerd.
Dit zal het tekort voor dit jaar onder de 3% brengen.
De oppositie hoort het niet graag, maar de Europese Commissie heeft ons land daarvoor gefeliciteerd.
Europees commissaris Olie Rehn heeft daarover gezegd: “België is een goed voorbeeld van slimme en duurzame begrotingsinspanningen”.
Herinnert u zich collega’s dat ongeveer een jaar geleden een voorzitter van een Vlaamse partij, die beslist had om niet meer deel te nemen aan de regeringsonderhandelingen omdat naar zijn eigen zeggen zijn partij dan de volgende verkiezingen zou verliezen, ons land omschreef als de zieke man van Europa?
Welnu,
die zogenaamd zieke man van Europa heeft een begrotingstekort dat bij de laagste van de EU-landen behoort,
die zogenaamd zieke man van Europa respecteert de engagementen van het stabiliteitspact,
die zogenaamd zieke man van Europa heeft een economische groei die hoger is dan de meeste andere Europese landen,
die zogenaamd zieke man van Europa heeft een werkloosheid die minder gestegen is dan in de meeste andere landen van de EU.
Zeg ik daarmee dat er geen problemen zijn of dat alle problemen opgelost zijn?
Uiteraard niet.
Er was veel werk aan de winkel, er is veel gedaan,
maar er moet ook nog veel gedaan worden.
Begroting
Ik heb gisteren andere meerderheidspartijen horen zeggen wat zij bekomen hebben in het begrotingsakkoord en wat zij hebben tegengehouden.
Ik gun hen dat.
Wij hebben ons niet gefocust op wat we konden tegenhouden, maar hoe we oplossingen konden vinden.
Wij hebben altijd benadrukt dat een begroting op orde de beste relancemaatregel is en blijft.
Daarom heeft onze fractie er altijd voor gepleit om ons te houden aan de engagementen van het stabiliteitspact en het tekort in 2013 op 2,15% vast te leggen.
Er is dus niet zoals sommigen vroegen een versoepeling van die norm gekomen.
Door de begroting op orde te houden, toont ons land stabiliteit en genieten we het vertrouwen van de financiële markten.
En dat rendeert.
Getuige daarvan de indrukwekkende rentedaling tijdens het voorbije jaar die ons een besparing oplevert van 400 miljoen euro, of 40 euro voor iedere burger.
Daarmee blijven we op koers om in 2015 een begroting in evenwicht te hebben, als één van de weinige landen in Europa.
Het vertrouwen en krediet dat ons land daarmee opbouwt, is onbetaalbaar in deze crisistijden.
Collega’s,
CD&V wilde dat er meteen ook een begroting kwam die ook in 2014 resultaten zou opleveren.
Ik ben niet te beroerd om toe te geven dat dit niet helemaal gelukt is.
CD&V zou hierin nóg verder zijn gegaan.
Maar er is wel - door een voldoende aandeel echt structurele maatregelen - een behoorlijke verbetering van het uitzicht voor 2014.
Slechts één voorbeeld: er is nu al afgesproken dat de personeelskost in 2014 met 85 miljoen méér zal afnemen dan wat het regeerakkoord voorzag, o.a. door een meer selectief vervangingsbeleid.
Maar het is duidelijk: het werk is zeker niet af.
Een budgettaire inspanning leveren van 3,4 miljard euro is een moeilijk werk.
De regering is erin geslaagd dit opnieuw te doen op een evenwichtige manier,
met een mix aan de uitgavenzijde, de inkomstenzijde en diverse maatregelen.
De overheid geeft het goede voorbeeld en snoeit andermaal in de eigen uitgaven waarbij de CD&V-ministers en staatssecretarissen in de regering het goede voorbeeld geven.
De komende twee jaar zullen we het met 4000 ambtenaren minder doen.
Op Defensie wordt er nog eens bijkomend bespaard, na de zware besparingen van de voorgaande jaren.
Voorbeelden die navolging verdienen.
In de gezondheidszorg en sociale zekerheid wordt zonder te raken aan de rechten van de patiënt ongeveer 700 miljoen bespaard, waarvan 370 miljoen in de gezondheidszorg.
We zijn tevreden dat dit kan zonder te raken aan de kwaliteit van de zorg en de toegankelijkheid van de patiënt.
In de besparingsmaatregelen zit een eerste belangrijke stap in het aftoppen van de hoogste honoraria.
Maar wij zijn vragende partij om verder het debat te voeren over de herrijking van de nomenclatuur en de financiering van de ziekenhuizen.
[RELANCE]
CD&V heeft van in het begin gezegd een begroting te willen met een duidelijke economische impuls, ten gunste van de competitiviteit, en dus jobkansen van de mensen.
We hebben ons nooit vastgepind op één enkele maatregel.
Maar het wegwerken van de Belgische loonhandicap ten opzichte van onze buurlanden stond wel centraal in onze doelstellingen.
En de regering neemt wel degelijk structurele beslissingen in het kader van de relance van onze economie.
Voor het eerst wordt er duidelijk iets gedaan aan de loonkosthandicap.
De regering trekt 400 miljoen euro uit voor loonlastverlaging : voor sommige natuurlijk weer te weinig.
De regering zorgt ervoor de onze lonen de volgende 2 jaren niet meer kunnen stijgen boven de index… de index blijft dus behouden en garandeert de koopkracht van ons allemaal.
Dit levert voor de eerste 2 jaar al een daling van de loonkosthandicap op van 1,6 %.
Vervolgens zal de regering in overleg met de sociale partners akkoorden sluiten die ervoor moeten zorgen dat de daaropvolgende 4 jaren nog verder aan die loonkosthandicap wordt gesleuteld zodat binnen een termijn van in totaal 6 jaar de loonkosthandicap volledig verdwenen is.
Hiervoor zal ook de wet van 1996 op het concurrentievermogen worden gemoderniseerd.
Dit zijn wel degelijk structurele ingrepen collega’s, die voor bijkomende jobs zullen zorgen.
We vragen ook aan de sociale partners dat ze een oplossing aanreiken voor het probleem van het verschillend statuut tussen arbeiders en bedienden.
[EUROPESE TOETS]
Collega’s,
Laat ons het geheel van maatregelen nu eens toetsen aan wat Europa van ons vraagt.
Eerste aanbeveling van Europa: verminder het begrotingstekort en zet duurzame stappen naar een begrotingsevenwicht.
Deze regering doet dat.
Tweede aanbeveling van Europa: hervorming de het pensioenstelsel.
Deze regering doet dat.
Derde aanbeveling: verbeter het concurrentievermogen.
Deze regering doet dat.
Vierde aanbeveling: verschuif belastingen van arbeid naar minder groei-verstorende belastingen, hervorm de werkloosheidsreglementering en zorg voor activering.
Deze regering doet dat.
Vijfde aanbeveling van Europa: neem maatregelen om de concurrentie te versterken in de sectoren zoals elektriciteit, gas, telecom, post.
Deze regering doet dat.
Zeg ik hiermee dat we in de beste der werelden leven en dat alle problemen opgelost zijn?
Natuurlijk niet.
De duty of the opposition, is to oppose.
Maar er is ook het gezegde dat dat de oppositie niet alleen kritisch moet zijn voor het regeringsbeleid maar ook met ernstige alternatieven moet komen. ‘The duty of the opposition is not only to oppose, but also to come up with alternative”.
Maak er dus alsjeblief geen karikatuur van.
Zeggen dat alleen de Vlaamse spaarder wordt getroffen is zo’n karikatuur.
Als u, zoals uw partij voorstelt, de BTW wil verhogen, treft die dan niet de Vlaamse middenklasse?
Als u een vermogensbelasting voorstelt, treft die niet de Vlaamse middenklasse?
Als u een indexsprong voorstelt, treft die dan niet de Vlaamse middenklasse?
Als u 15 miljard besparingen in de sociale zekerheid voorstelt, treffen die dat niet de Vlamingen?
Zou een beperking van de werkloosheid de Vlaamse werklozen niet treffen?
Collega Jambon,
Hou op met die slogans!
Ik ben geen Antwerpenaar en ik kan het dus niet zeggen zoals uw partijvoorzitter, maar “Zet die ploat nu eindelijk eens af”.
[STAATSHERVORMING]
En naast het gigantische budgettaire en sociaaleconomische werk dat deze regering reeds heeft gedaan en nog zal doen, zal ze ook de zesde staatshervorming verder uitvoeren.
Wij rekenen erop dat de tweede fase van de staatshervorming in dezelfde constructieve geest zal verlopen als de eerste fase en dat voor het zomerreces de hervorming van de Senaat, de nieuwe financieringswet en de bevoegdheidsoverdrachten zullen zijn afgerond.
En dat daarna volop werk zal gemaakt worden van de voorbereiding van de implementatie. We hebben er alle vertrouwen in dat de twee bevoegde staatssecretarissen samen met de eerste minister dit werk zullen afronden en dat het overleg met de minister-presidenten spoedig wordt ogestart.
[BAUDTOETS]
Mijnheer de eerste minister,
U hebt gisteren uw beleidsverklaring voorgesteld.
U hebt gisteren het vertrouwen gevraagd aan deze Kamer voor uw beleidsverklaring.
En als u mij fractie zou vragen wat wij ervan vonden, dan zeggen we u eerlijk:
“de verpakking was minder goed dan de inhoud”.
U heeft gesproken over Kevin en Frederic, de weinige momenten dat er wat animo kwam in uw betoog.
Sta mij toe u even te spreken over een andere Belgische burger, hij heet Baud en is supporter van de Rode Duivels en Standaard Luik, en woont in Maasmechelen.
Baud is mijn zoon en sinds ik in de politiek zit heb ik voor mijzelf de “Baud-toets” gecreëerd.
Wat deze regering doet, doet ze niet voor haar plezier.
Ze doet dat vanuit de overtuiging dat de inspanningen die we nu doen om de begroting op orde te brengen en onze economie te ondersteunen ervoor moet zorgen dat onze kinderen en kleinkinderen het even goed hebben als wij.
Wij leven in een land met een hoge welvaart en met veel sociale voorzieningen waar het goed is om leven.
Welnu, dat wil ik ook voor mijn zoon en zijn generatie.
Dat is de Baud-toets.
De regering slaagt hiervoor. Daarom geven wij u ook het vertrouwen.