Radicalisering jongeren: ook Brussel heeft actieplan nodig
12-04-2013
“Niet alleen in Antwerpen, Mechelen en Vilvoorde is er overleg nodig over jongeren die al dan niet vrijwillig in Syrië gaan strijden, ook Brussel heeft een actieplan nodig” zegtBianca Debaets, Brussels Volksvertegenwoordiger (CD&V)
Debaets roept Minister President Charles Picqué op om een overleg te organiseren met de Brusselse burgemeesters en in samenspraak met het nationale niveau een actieplan uit te werken.
“Brussel is de jongste stad en het jongste gewest van België maar heeft tevens ook de laagste werkgelegenheidsgraad bij jongeren. Jonge Brusselaars, en met name vele jongeren uit migrantenmilieus, kampen met een belangrijke schoolachterstand en hebben het moeilijk om zich op de arbeidsmarkt te integreren. Wat een voedingsbodem kan zijn voor radicalisering. Meer nog dan in de centrumsteden hebben we dringend een actieplan nodig om deze radicalisering bij jongeren tegen te gaan.” Debaets pleit daarbij voor een duurzame en doordachte aanpak met een klemtoon op preventie en constructieve samenwerking met de moslimgemeenschap.
Ze roept de Brusselse Minister President daarbij ook op om het interreligieus platform “Hoopvol Brussel/Bruxelles Espérance” uit te nodigen en hun werking te activeren. Hoopvol Brussel is een Brussels ontmoetingsforum van leiders uit verschillende religieuze en levensbeschouwelijke tradities. “Zij kunnen hun morele autoriteit aanwenden en waarden van verdraagzaamheid en wederzijds respect uitdragen naar hun respectieve achterban. Maar ook een structuur zijn die in crisissituaties of bij eventuele spanningen bij middel van een gemeenschappelijk optreden van de verschillende vertegenwoordigers kan oproepen tot kalmte, tot bezinning en tot respect.” zegt Debaets. Al waarschuwt ze er wel voor dit en andere interreligieuze overlegorganen niet enkel aan te spreken bij crisissituaties. “Interreligieuze dialoog is niet zozeer bedoeld om brandjes te blussen maar streeft er in de eerste plaats naar dialoog en een samenwerking tot stand te brengen. We moeten hun rol dan ook ten allen tijde erkennen”
Bianca Debaetsinterpelleert de Minister President hierover in het Brussels parlement en hoopt dat hij samen met alle andere bestuursniveaus zijn verantwoordelijkheid opneemt.