Publieke erkenning voor het leed van slachtoffers van historisch geweld en misbruik
22-04-2014
Het Vlaams parlement gaf vandaag publieke erkenning voor het leed van slachtoffers van historisch geweld en misbruik en sprak ook zijn verontschuldigingen uit. Minister Vandeurzen sluit zich hier volmondig bij aan. Hiermee werd een krachtig signaal gegeven aan de slachtoffers en overlevers van het historisch misbruik en geweld in de jeugd- en onderwijsinstellingen. Maar ook andere aanbevelingen uit het rapport over historisch misbruik van experts kennen een gevolg.
Erkenning, steun en herstel: dat zijn de kernwoorden die vandaag in het Vlaams parlement weerklonken. Eind april 2013 brachten verschillende media het verhaal van slachtoffers van geweld in onderwijs- en jeugdinstellingen tijdens de jaren ’50 tot ’80. Naar aanleiding daarvan stelde minister Vandeurzen een expertengroep samen die aanbevelingen rond een gepaste aanpak van deze maatschappelijke problemen moet formuleren. Publieke erkenning voor het leed van slachtoffers was een van de belangrijkste aandachtspunten in het rapport. Maar ook die andere topics die in het rapport worden aanbevolen, mochten niet vrijblijvend zijn en worden uitgevoerd.
Naar een onafhankelijke raad
Om steun te bieden en herstel verder mogelijk te maken, is het duidelijk dat slachtoffers en overlevers van historisch misbruik of misbruik in gezagsrelaties ook terecht moeten kunnen bij instanties die specifiek met hun situatie en leed omgaan. Momenteel worden er twee zaken onderzocht.
Enerzijds bekijken we hoe een onafhankelijke raad voor het historisch misbruik gestalte kan krijgen. Die onafhankelijke raad heeft als doel om naar het verhaal van de slachtoffers en de overlevers te luisteren, hen erkenning te geven en waar nodig bemiddelend op te treden naar de betrokken voorzieningen of instellingen waar het historisch misbruik plaatsvond. We treffen nu de nodige voorbereidingen, en werken de modaliteiten uit zodat de raad snel kan opstarten.
Anderzijds wordt onderzocht hoe we een duurzame gemandateerde werkvorm kunnen creëren, in samenspraak met justitie, om in de toekomst op een onafhankelijke manier gevolg te geven aan meldingen over misbruik in volwassen (gezags)relaties. Het gaat om een werkvorm die omkaderd is met een uitdrukkelijke opdracht om (1) de situatie van grensoverschrijding/misbruik stoppen, (2) de noden van slachtoffers lenigen, en (3) het risico op nieuw misbruik verminderen. We hebben deze werkvorm uitgetest in het experimenteel project inzake misbruik van volwassenen in gezagsrelaties, zoals beschreven in het rapport. Vanuit deze testfase hebben we inzicht verworven in welke omkadering, onder meer decretaal, nodig zal zijn om deze werkvorm structureel uit te werken.
Adequaat beleid over grensoverschrijdend gedrag
In het kader van het kwaliteitsdecreet vragen we aan welzijns- en gezondheidssectoren om werk te maken van een adequaat beleid over grensoverschrijdend gedrag. Concreet gaat het om een meldingsplicht, het ontwikkelen van een interne procedure en de aanduiding van een contactpersoon. Tegen het einde van deze regeerperiode zal dat beleid vertaald zijn in de regelgeving van alle sectoren van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Dat is een belangrijk sluitstuk in de gezamenlijke zorg die we opnemen in de aanpak van misbruik in voorzieningen en instellingen, om op die manier in de toekomst niet meer geconfronteerd te worden met onverwerkt historisch misbruik. Daarnaast hebben we ook voor alle medewerkers in jeugdhulpvoorzieningen en de actoren betrokken in de brede jeugdhulp een aanbod rond informatiemomenten, vorming en deskundigheidbevordering in het omgaan met verontrustende situaties uitgewerkt.
Samenwerken met andere overheden
De strijd tegen misbruik in instellingen en gezagsrelaties is niet alleen een opdracht van de Vlaamse overheid. Het thema overstijgt de Vlaamse bevoegdheid, daarom hebben we ook overleg gevoerd met de federale ministers van Justitie, Volksgezondheid, Binnenlandse Zaken en Gelijke kansen. Dankzij dit overleg wordt o.a. gewerkt aan een handboek zeden-misdrijven, om ter beschikking te stellen van politie en wordt door Justitie onderzocht hoe een verbod op seksuele contacten in een hulpverleningsrelatie in de strafwet kan opgenomen worden.
Een tentoonstelling rond het thema historisch misbruik
Samen met het Museum dr. Guislain in Gent werken we aan een tentoonstelling, toegespitst op het thema van historisch misbruik. Hiermee geven we een symbolische erkenning aan het leed van slachtoffers en overlevers. De artistieke leiding van het museum zal met kunstwerken, documentatiemateriaal en getuigenissen werken. Vanaf 21 november 2014 zal iedereen de tentoonstelling kunnen bezoeken.
“We durven erop rekenen dat al dit belangrijke werk in de toekomst met moed, ziel en deskundigheid voortgezet zal worden. Dat zijn we aan de slachtoffers verplicht. Ook als samenleving moeten we alerter zijn, we moeten mechanismen installeren die ervoor zorgen dat zulke situaties niet meer kunnen gebeuren”, aldus minister Vandeurzen.
1712 uitbouwen
Daarnaast blijven we ook aan de verder uitbouw van de hulplijn 1712 werken. 1712 is de hulplijn voor geweld, misbruik en kindermishandeling. Sinds de oprichting, in maart 2012, ontving 1712 ruim 6.801 unieke meldingen. Vanaf maart 2014 is de hulplijn ook bereikbaar via e-mail. Momenteel werken we scenario’s uit om 1712 kindvriendelijker te maken. Dat doen we op basis van het onderzoeksrapport van Kind en Samenleving dat we vandaag vrijgeven.
We willen op de website 1712.be systematisch informatie voor kinderen en jongeren verzamelen en hen contact en informatie aanbieden via de vertrouwde lijnen die kinderen en jongeren al kennen (bv. Awel). Verder zullen de hulpverleners van 1712 ook specifiek opgeleid worden om met kinderen en jongeren te werken en gebruik maken van een aangepaste terminologie. Een ander punt dat we uitwerken is de uitbouw van chatmogelijkheden. In dit kader werken we momenteel, samen met het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Brussel, aan de operationaliseren van de chat ‘nupraatikerover.be’.
Meer informatie:
Het rapport over historisch misbruik van experts, onder leiding van kinder- en jeugdpsychiater Peter Adriaenssens dat midden december 2013 werd voorgesteld.
Het Rapport over een kindvriendelijker 1712