Pleegzorg eerste hulpverleningsvorm
20-06-2012
Waarom al die aandacht voor pleegzorg? “Bij pleegzorg komt een kind, een jongere of een volwassene die niet in het eigen gezin kan blijven, tijdelijk terecht in een opvanggezin. Daar vinden ze rust, steun en geborgenheid en dat is onontbeerlijk om zich te kunnen hechten in de samenleving,” legt Katrien Schryvers, hoofdindiener van het decreet, uit. “Zowel de praktijk als onderzoek heeft aangetoond dat daarom pleegzorg in veel gevallen – en vooral bij de allerjongsten – betere resultaten boekt dan opname in een instelling.” Daarom zet het nieuwe decreet jeugdrechters via de motiveringsplicht er toe aan om pleegzorg als eerste hulpvorm te overwegen. Als een jeugdrechter beslist om een jongere toch in een instelling te plaatsen, zal hij moeten motiveren waarom hij niet kiest voor een pleeggezin.
Stroomlijning
Vandaag de dag wordt pleegzorg georganiseerd door vier sectoren (gezinsondersteunende pleegzorg door Kind & Gezin, pleegzorg in de bijzondere jeugdbijstand door Jongerenwelzijn, pleegzorg in de gehandicaptenzorg door VAPH en pleegzorg in de geestelijke gezondheidszorg door OPZ Geel). Het nieuwe decreet voorziet in één overkoepelende regelgeving voor de organisatie van pleegzorg. Daarnaast wordt geknipt in het aantal diensten. Nu zijn er in heel Vlaanderen 24 diensten voor ongeveer 5000 plaatsingen per jaar. Dat kan heel wat efficiënter. Er wordt geopteerd voor één dienst per provincie. “Sterke en sterk zichtbare diensten voor pleegzorg kunnen krachtiger investeren in acties die pleegzorg bekendheid geven en inzetten op het werven van een voldoende grote diversiteit aan kandidaat-pleegzorgers,” verduidelijkt Schryvers, “bovendien schept deze schaalvergroting meer mogelijkheden tot het opbouwen van specifieke deskundigheid.”
Screening, begeleiding en nazorg
De pleegzorgdiensten zijn ook verantwoordelijk voor de screening van de pleegouders. Die moeten voortaan een attest krijgen vooraleer zij een pleegkind kunnen opnemen. Pleegzorgdiensten zoeken daarna naar de ideale match tussen deze pleegouders en de te plaatsen kinderen en gasten. Bovendien staan ze in voor het begeleiden van pleegzorgsituaties en – ook dit is nieuw – voor passende nazorg voor pleegkinderen, pleeggasten, ouders, pleegzorgers en pleeggezinnen.
Betaalbare zorg op maat
Dat een pleegzorgplaats per jaar veel goedkoper is dan een plaats in een instelling, is mooi meegenomen. “Gemiddeld kost een bezette pleegzorgplaats € 10.000 per jaar aan de Vlaamse overheid. De kostprijs per capaciteitseenheid schommelt – afhankelijk van de soort voorziening (begeleidingstehuis, dagcentrum, onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum…) – tussen € 15.000 en € 80.000 per jaar,” verduidelijkt Katrien Schryvers.
Pleegzorg promoten is één ding, maar de indieners willen met het nieuwe decreet ook meer mogelijkheden creëren voor het realiseren van zorg op maat. Het wordt bovendien mogelijk om pleegzorg te combineren met andere vormen van hulpverlening, zoals bijv. thuisbegeleiding.
Studietoelage en kinderopvang
Geen pleegzorg zonder pleegouders. Nu vormen de kosten voor kinderopvang en school vaak een drempel voor kandidaat-pleegouders om hun engagement op te nemen. Het nieuwe decreet voorziet dan ook dat pleegouders voor hun pleegkind in de kinderopvang altijd het laagst mogelijke tarief betalen. Bovendien krijgt een pleegkind of een pleeggast sowieso recht op een volledige studietoelage, op voorwaarde dat de pleegzorg in het pleeggezin langer dan één jaar duurt. “Kosten voor kinderopvang mogen pleegouders niet tegenhouden,” vindt Katrien Schryvers, “en oplopende studiekosten mogen geen beletsel vormen om de pleegzorg verder te zetten. Met deze veranderingen komen we tegemoet aan de bekommernis van vele (kandidaat-)pleegouders.”
Bij pleegzorg engageert een gezin zich voor korte of lange tijd om kinderen, jongeren of volwassenen, die niet in het eigen gezin kunnen blijven of waarvoor er geen eigen gezin (meer) is, in een ander gezinsverband op te vangen, en dit onder professionele begeleiding van een dienst voor pleegzorg. Pleegzorg staat daarom voor vermaatschappelijkte zorg en volgt daarmee het streven van Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen: zorg die niet naast de maatschappij staat, maar er deel van uitmaakt. Met deze nieuwe regelgeving willen de meerderheidspartijen pleegzorg dan ook een meer prominente plaats geven binnen het hulpverleningslandschap.