‘Een resultaatgerichte dossiervreter op het vlak van pensioenen, justitie en gelijke rechten voor mannen en vrouwen’. Zo wordt Sonja Becq omschreven door de Wetstraatwatchers. De Vlaamse zorgverzekering, de ouderenzorg, en betaalbaar wonen in de rand rond Brussel, het zijn slechts enkele van de vele dossiers waar Sonja Becq zich volop voor heeft ingezet. We trokken naar Meise en blikten met onze pensioenspecialiste terug op haar jarenlange carrière als parlementslid.
& Sonja, je bent geboren en getogen in Meise. Je ouders maakten er deel uit van het maatschappelijke leven. Was politiek een thema waar thuis vaak over werd gepraat?
Sonja: “Bij ons thuis werd er inderdaad veel over politiek gepraat. Mijn beide ouders waren geëngageerd in het plaatselijke verenigingsleven, KWB, KAV, ACW, ACV. Ons vake werkte achter de schermen mee met Jos Chabert, en ons moeke gaf ook heel veel ‘spreekbeurten’ bij de KAV, het huidige Femma. Daarnaast stond ze ook in voor een parochiaal onthaalcomité voor de nieuwe mensen uit de buurt. Politiek en engagement waren dus nooit ver weg. Zelf was ik ook actief in verschillende verenigingen.”
& Wist je op dat moment al dat je politica wilde worden?
Sonja: “Nee, mijn droom was altijd om jeugdrechter te worden. Door verschillende jobs te doen, waaronder advocate, assistente aan de UFSAL (de voormalige K.U. Brussel), studiedienst van het ACV en Algemeen Secretaris van KAV, voelde ik wel dat de belangen verdedigen van mensen in de samenleving mijn ding was.”
& Je was ook kabinetsmedewerker bij Jean-Luc Dehaene, hoe was het om voor hem te werken?
Sonja: “ Het was hard werken, maar het gaf veel voldoening. Wat ik waardeerde, was dat hij achter zijn medewerkers stond. Sommige mensen zeggen dat hij een bulldozer was, dat heb ik nooit zo ervaren. Hij gaf veel vertrouwen aan zijn medewerkers. Hij volgde alles op wat we deden en gaf snel antwoord op de vragen waar we mee zaten. Een enorme controlefreak, dat wel (lacht).
Het is dank zij Jean-Luc Dehaene dat ik in de politiek gerold ben. Toen ik bij Familiehulp op de personeelsdienst werkte, kreeg ik de vraag om op de Vlaamse lijst te staan. Ik vroeg hem om er even over te mogen nadenken, sprak er met een aantal mensen over, en liet hem – met een steen in mijn maag- vrij snel weten dat ik het niet zou doen. Wij hadden 3 jonge kinderen en zaten volop in een verbouwing. Een paar dagen later heb ik hem teruggebeld dat ik het toch wilde doen (lacht). Zo ben ik uiteindelijk in de politiek gerold. Voor velen was ik een illustere onbekende omdat ik niet uit de CD&V-structuren kwam, maar ik was wel gekend in de vrouwenbeweging.
& Wat sprak je zo aan in politiek?
Sonja: “Dat je een stem kan geven aan de mensen die het zelf niet kunnen zeggen, die niet voor hun eigen belangen kunnen opkomen of niet gemakkelijk gehoord worden. Dat is altijd mijn drive geweest om aan politiek te doen. Dat is wat onze job ook zo mooi maakt.”
& En dan onmiddellijk mogen starten in het Vlaams parlement. Hoe was die tijd?
Sonja: “Ik herinner me nog de eerste keer dat ik als jonge parlementair naar een beperkte vergadering mocht op het kabinet van Luc Van den Brande. Wivina Demeester en Herman Van Rompuy waren er ook. De vergadering ging over wettelijk samenwonen, trouwen en successierechten voor holebi’s. Doordat het overleg gepland was op een zondagochtend. Omdat het Vaderdag was, nam ik koekjes mee naar de vergadering. Toen ik binnenkwam met mijn koekjes in de hand, keek iedereen nogal raar op. Het was blijkbaar niet de gewoonte om op die manier aan te komen op een vergadering (lacht).”
& Je hebt zowel in het Vlaams als federaal parlement gezeteld. Wat gaf je het meeste voldoening?
Sonja: “De collega’s in het federaal parlement gaan het niet graag horen, maar ik had het gevoel dat in het Vlaams parlement meer werd samengewerkt om iets te realiseren dat dicht bij de mensen lag. Het leek mij toen minder “politique politicienne’. Misschien kwam dat omdat het Vlaams parlement als autonome instelling in zijn kinderschoenen stond. Nu gaat het er ook anders aan toe . Ik heb moeten wennen toen ik in het federaal parlement kwam. Het is een heel andere cultuur. Het is anders werken, ook met de Franstaligen. Het bezorgt je ook nieuwe inzichten en invalshoeken. Toch zijn er in het federaal parlement meer politieke spelletjes, zoals uren debatteren over de te volgen procedures. Maar al bij al bij heb ik zowel op het Vlaamse als op het Federale niveau heel wat in beweging kunnen brengen: de zorgverzekering, de invoering van (scheidings)bemiddeling, de familierechtbank, vrouwenrechten ( 1/3 vrouwen in raden van bestuur) de rechten voor holebi’s (automatische erkenning van meemoeders) , huwelijksvermogen, pensioenen …
& Rond de pensioenen bijvoorbeeld heb je stevig de bakens kunnen uitzetten.
Sonja: “Dat klopt, en dat is niet altijd eenvoudig want pensioenen is een complexe materie. Er is ook veel informatie nodig. Ik herinner me hoe we in de periode na 2017 heel wat studiedagen opzetten rond pensioenen, én om te informeren én om de toekomst uit te tekenen. Het is een thema dat destijds en nu nog steeds leeft bij de mensen. We hielden een persconferentie met Marianne Thyssen die toen voorzitter was om onze visienota voor te stellen. Onze boodschap was toen: ‘uw loopbaan is belangrijker dan uw leeftijd’, want je hebt een loopbaan van 45jaar nodig om een volledig pensioen op te bouwen. Mensen zeiden toen boos: ‘Wat? 45 jaar werken? Wat zeg jij nu?’ , hoewel dat steeds de regel is geweest. Ook hebben we toen beklemtoond dat ‘werken meer moet lonen dan niet-werken’. Vandaag zijn mensen zich meer bewust van het belang van hun loopbaan. Wij hebben ook heel sterk de informatisering (wij noemden het onze CPS: carrière-plannings-systeem) gepromoot. Vandaag is er Mypension zodat mensen de toekomst van hun pensioen ( en belang van de loopbaan) beter kunnen inschatten en plannen.
Iedereen heeft recht op voldoende pensioen. Daar moet de overheid garant voor staan. Met een aantal maatregelen, waaronder het effectief langer werken, zorgen we hiervoor. Uiteraard moet langer werken wel op een haalbare manier gebeuren. Het werkritme en de stress liggen nu vaak hoger dan vroeger. De verhalen over het werk vandaag verschillen sterk van de verhalen die ik van mijn vader hoorde decennia geleden.”
& Heb je de politiek zien veranderen door de jaren heen?
Sonja: “Ja, toch wel, en ook alles er rond. De tijd dat de mensen opkeken naar de dokter, de pastoor en de parlementair, is voorgoed voorbij. Integendeel. De sfeer is helemaal omgeslagen. We kunnen voor sommige mensen niet veel goeds meer doen. Dat maakte het soms moeilijk om onze job te doen. Je werkt elke dag hard, je luistert, onderzoekt, leert bij , gaat naar vergaderingen, je probeert naar oplossingen te zoeken en wat je dan te horen krijgt is: ‘jullie zijn allemaal profiteurs’. Dat is jammer. Op zulke momenten voel je je onrechtvaardig behandeld. Natuurlijk zullen er ook profiteurs tussen zitten in de politiek, maar die zijn er helaas overal. Het is in ieder geval niet de reden waarom ik in de politiek ben gestapt. Ik wilde het verschil maken en een stem geven aan de bevolking.”
& Wat ga je het meeste missen?
Sonja: “De spanning in de Kamer die er bij bepaalde momenten was of memorabele en beklijvende momenten zoals het ontslag van Yves Leterme, of de onderzoekscommissie Fortis waar ik in zat. En uiteraard ga ik ook collega’s en veel medewerkers missen. Samen problemen vaststellen en daar een oplossing voor zoeken, daar maakten we het verschil mee. De protocollaire aangelegenheden en recepties ga ik niet missen, ik ging daar sowieso al zelden naartoe (lacht). Ach, als je even afstand neemt van de politiek, dan relativeer je veel van die dingen.”
& We wensen je in ieder geval het allerbeste!