Overheden verbeteren samen dienstverlening
Eind vorig jaar sloten de federale regering en de regeringen van de gemeenschappen en gewesten een samenwerkingsakkoord rond e-government af. Vandaag plaatsten de eerste ondertekenaars hun handtekening onder de overeenkomst.
Alle overheden van ons land – federaal, gemeenschappen en gewesten, provincies, steden en gemeenten – werken een eigen e-governmentbeleid uit. Dat blijft zo maar in de toekomst zullen zij nauwer samenwerken om hun elektronische dienstverlening op elkaar af te stemmen zodat hun inspanningen elkaar met een hefboomeffect versterken.
Via e-government ‘praten’ de computers van de overheidsdiensten steeds meer met elkaar en bieden de overheden aan burgers en bedrijven zoveel mogelijk elektronische diensten aan. Het laat hen toe om elektronisch gegevens te verzamelen, beslissingen mee te delen, automatisch rechten toe te kennen en informatie te verstrekken.
Vandaag ondertekenen Minister-President van de Duitstalige gemeenschap Karl-Heinz Lambertz, Brussels Minister van Informatica Brigitte Grouwels en Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten Hendrik Bogaert als eersten het samenwerkingsakkoord.
Het akkoord moet een geïntegreerd e-government tot stand brengen. Dat betekent dat de verschillende administraties samenwerken rond drie principes:
1) Gegeven is gegeven
Burgers en bedrijven moeten hun gegevens maar één keer meer doorspelen aan een administratie. Op welk niveau ze dat ook doen, de gegevens zijn via authentieke bronnen en kruispuntbanken raadpleegbaar door de andere niveaus. Dat gebeurt uiteraard met respect voor de veiligheid en de privacy.
2) We helpen elkaar
De verschillende overheden zullen hun beste ideeën, realisaties en informatie over e-government delen met de andere partijen.
3) Iedereen autonoom
Elke partij blijft volledig verantwoordelijk voor zijn eigen e-governmentbeleid. Het is niet de bedoeling om tot één informaticasysteem te komen.
In de geest van e-government wordt de overeenkomst elektronisch ondertekend. Met hun e-ID kunnen alle ondertekenaars – de Eerste minister, de Minister-Presidenten en alle bevoegde ministers en staatssecretarissen – zich van om het even waar identificeren en hun elektronische handtekening onder het akkoord plaatsen. Karl-Heinz Lambertz, Brigitte Grouwels en Hendrik Bogaert gaven vandaag al het voorbeeld.
Karl-Heinz Lambertz: “De technologische vooruitgang maakt vandaag een samenwerking mogelijk die gisteren nog onvoorstelbaar leek. Het is onze plicht om die technologische mogelijkheden optimaal te benutten in het belang van de maatschappij. Als partner in e-government zal de Duitstalige gemeenschap de efficiëntie van haar administratie verhogen en de administratieve druk voor haar burgers verlagen. Om deze reden kan de gemeenschappelijke invoering van dergelijke instrumenten al een succes worden genoemd.â€
Brigitte Grouwels (CD&V), Brussels minister van Informaticabeleid : “Vandaag zorgen we voor een nationale primeur: bij mijn weten is het de eerste keer dat 10 ministers en staatsecretarissen in ons land eenzelfde officieel document ondertekenen met hun elektronische handtekening. Dat dit akkoord betrekking heeft op e-government, is een originele manier om een extra impuls te geven aan de online dienstverlening van de overheid. Steeds meer vindt de communicatie tussen burgers en overheden immers via elektronische weg plaats. Ik ben trouwens ook verheugd dat in dit samenwerkingsakkoord de nodige aandacht gaat naar OpenData. Hierdoor kunnen we de samenwerking op het vlak van vrij beschikbare informatie nog versterken. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ondersteun ik nu al op actieve wijze dergelijke OpenData-initiatieven. Een voorbeeld hiervan is de digitale geografische Urbis-databank, een veelzijdige kaart van Brussel die voor iedereen gratis beschikbaar is."
Hendrik Bogaert: “Wat we samen doen, doen we beter. Door de elektronische dienstverlening van alle niveaus op elkaar af te stemmen, versterken we de voordelen ervan voor zowel de gebruikers als de overheden: snellere en efficiëntere dienstverlening aan burgers en bedrijven en op alle niveaus meer doen met minder. Zo vermijden we een scenario als in Frankrijk waar het aantal centrale ambtenaren onder president Sarkozy verminderde met 160.000 maar er wel 500.000 bij kwamen op de lokale niveaus.† Â
Â