Wie over zonnepanelen beschikt en binnenkort een digitale meter krijgt, zal kunnen blijven rekenen op 15 jaar voordeel van een terugdraaiende teller. Bij de overschakeling naar een digitale meter krijgen prosumenten (= consumenten die zelf, een deel van, hun energie opwekken) de keuze om het huidige prosumententarief te blijven betalen of over te schakelen naar het nieuwe systeem van de Vlaamse Energieregulator (VREG), afhankelijk van wat voor hen het meest voordelige is.
De Vlaamse regering keurde op 29 juni 2018 het ontwerpdecreet goed rond de uitrol van de digitale meter. Hierin is vastgelegd dat het voordeel van een terugdraaiende teller behouden blijft tot 15 jaar vanaf indienstname voor alle bestaande installaties en nieuwe installaties tot eind 2020. Nu komt er een oplossing die rekening houdt met beide principes. Twee opties
Eigenaars van bestaande installaties en nieuwe installaties, in dienst genomen uiterlijk op 31/12/2020, krijgen dus de keuze:
- Ofwel blijven ze, gedurende 15 jaar na indienstname, in het huidige systeem waarbij er niks verandert ten opzichte van de situatie van vandaag. Dit wil dus zeggen: een afrekening gebaseerd op de combinatie van een virtueel terugdraaiende teller op alles - dus ook op het distributietarief - én het prosumententarief, om de netkosten te financieren.
- Zonnepaneleneigenaars krijgen ook de mogelijkheid om onherroepelijk te kiezen voor het nieuwe systeem dat de VREG heeft uitgewerkt, en dit tot het einde van de 15-jarige periode na installatie. Daarbij worden nettarieven aangerekend op basis van de stroom die mensen effectief op het net zetten of eraf halen. In dat geval zal de (virtueel) terugdraaiende teller op het deeltje van het distributienettarief, alsook het prosumententarief, verdwijnen. Uit een simulatie blijkt dat prosumenten die overdag vaak thuis zijn en dus gedurende de dag meer stroom verbruiken, hun voordeel doen met het nieuwe systeem van de VREG.
Wij hopen dat de VREG in 2021 met een nieuwe tariefmethode komt die voordeliger zal zijn voor de eigenaars van zonnepanelen. Met de digitale meter zal iedere consument een actievere rol kunnen spelen in de energietransitie. In de toekomst zullen consumenten hun elektriciteit slimmer kunnen kopen en verkopen en op hun verbruik kunnen besparen. Tal van bedrijven staan klaar om met de digitale meter aan de slag te gaan om dit mogelijk te maken.
Toekomst van de databeheerder De databeheerder is een cruciale figuur bij de uitrol van de digitale meter. In het voorstel is het de distributienetbeheerder (Fluvius) die zal instaan voor het databeheer. Zij bundelen de gegevens die de digitale elektriciteits- en aardgasmeters genereren en staan in voor een eerlijke, transparante en veilige datatoegang voor alle partijen. Het gaat dan over leveranciers om hun facturen op te maken. Indien de consument zijn toestemming geeft, kunnen ook andere marktspelers diensten leveren op basis van deze data. Robrecht Bothuyne: “Op deze manier zorgen we voor een goed beheer van de data, door Fluvius en onder toezicht van de VREG, zonder dat er een aparte structuur moet worden opgericht. Dit bespaart miljoenen euro’s, een aantal bestuursmandaten en zorgt voor een transparant systeem.” Oplossing voor hoogsensitieve mensen Naast een oplossing voor de terugdraaiende teller werd er ook een regeling getroffen voor hoogsensitieve personen. Zij vrezen dat draadloze doorsturing van hun data hun gezondheid zou schaden. De huidige digitale meter kan alleen via draadloze technologie gegevens doorsturen. Hoogsensitieve mensen zullen vanaf 2023 kunnen opteren voor een bekabelde versie van de digitale meter. Op deze manier komen we tegemoet aan de verzuchtingen van hoogsensitieve personen. Daarnaast wordt ook bepaald dat voor grote installaties (meer dan 750 kW) ofwel 36 maanden moet gewacht worden om de installatie uit te breiden ofwel er een projectspecifieke bandingfactor moet aangevraagd worden. Hiermee wordt een achterpoortje gesloten waar bij grote investeringen verkapt werden in kleinere installaties. Dit komt te goed aan de consument omdat de ondersteuning lager komt te liggen. Noodkoopfonds Samen met de andere beslissingen geven we ook een decretale basis aan het noodkoopfonds van de Vlaamse regering. Noodkopers hebben geen financiële middelen meer om hun oude en energieverspillende woning te renoveren. Via het OCMW en het door de Vlaamse regering opgerichte Noodkoopfonds krijgen zij de nodige financiële middelen en begeleiding om hun woning energiezuiniger te maken. “Dit levert de gezinnen een mooie financiële besparing op hun energiefactuur op. Terugbetaling van de lening gebeurt wanneer de woning opnieuw verkocht wordt. Via dit decreet zorgen we dat de OCMW’s hun rol kunnen spelen in dit verhaal en in hun strijd tegen energiearmoede,” aldus nog Bothuyne.
|