Opleiding en vorming van toekomstige bedrijfsleiders in de land- en tuinbouw moet verder versterkt worden
14-04-2016
Thema's: Ondernemen, Opleiding, Vorming, Landbouw-Plattelandsbeleid
Aan jonge landbouwers worden op vele terreinen steeds hogere eisen gesteld, de vorige minister van Landbouw noemde hen terecht “ondernemers in het kwadraat”.
Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer vroeg aan minister voor Landbouw Joke Schauvliege in de commissie Landbouw van het Vlaams parlement wat haar visie is op het beroepsprofiel van de toekomstige land- en tuinbouwers en over de rol van de naschoolse vorming in het geheel van de opleiding van land- en tuinbouwers.
De curricula behoren tot de bevoegdheid van de minister van Onderwijs. Uiteraard werken wij daaraan mee vanuit de kennis van het departement Landbouw en Visserij. We zorgen ervoor dat we ook vertegenwoordigd zijn in de werkgroep ‘beroepsprofielen’ binnen de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor). We stellen onze expertise ter beschikking. Ook bij toekomstige onderwijshervormingen van het land- en tuinbouwonderwijs staan we altijd ter beschikking met onze expertise,” aldus minister Schauvliege.
Verder stelde zij: “de naschoolse landbouwvorming maakt deel uit van het volwassenenonderwijs. Actieve landbouwers en nieuwe starters kunnen op die manier voldoende opleiding krijgen. In 2013 werden de naschoolse startersopleidingen hervormd. De starterscursussen werden uitgebreid en qua duurtijd verlengd om meer ruimte te creëren voor het verwerven van bedrijfseconomisch inzicht, financieel beheer en het verwerven van ondernemerschapscompetenties, bijvoorbeeld rond handelsrelaties of marktwerking.
Naast de startersopleidingen zijn er ook korte vormingsactiviteiten met een duur van maximum drie uur over een brede waaier van thema’s rond bedrijfsvoering en wetgeving, technische thema’s en vaardigheden. Bovendien zijn er ook een aanbod aan vormingscursussen om specifieke aspecten uit te diepen en tal van informatievergaderingen.
De Meyer beschouwt de hervorming van het secundair onderwijs als een opportuniteit en acht het nuttig dat de beroepsorganisaties en de administratie van het ministerie van Landbouw het gesprek aangaan met de minister van Onderwijs. Binnen het moderniseren van het onderwijs kan immers worden bekeken hoe het biotechnisch ~ agrarisch onderwijs inhoudelijk kan worden versterkt. Bovendien moet de permanente bijscholing blijvend gestimuleerd worden.
Het volledige verslag vindt u hier.