Ontwikkeling glasbouw : autonome ontwikkeling
03-04-2012
Op het kabinet van Vlaams minister-president Kris Peeters vond gisteren een overleg plaats met de POM Antwerpen, één van de uitvoerders van de EFRO-studie m.b.t. de glastuinbouwontwikkeling in de provincie Antwerpen. Uit de gesprekken met de projectuitvoerders concludeert minister-president Peeters dat het spoor van de autonome ontwikkeling, zonder onteigeningen het meest aangewezen is voor de regio van Sint-Katelijne-Waver en Putte.
‘Het spoor om via autonome ontwikkeling, zonder onteigeningen, extra ruimte te vinden voor glastuinbouw, is het meest aangewezen scenario om in de omgeving van Putte en Sint-Katelijne-Waver nog extra mogelijkheden te vinden voor de ontwikkeling van glastuinbouw.’ aldus minister-president Kris Peeters.
De zoektocht naar ruimte voor glastuinbouw in Vlaanderen
In Vlaanderen wordt al vele jaren te weinig geïnvesteerd in de vernieuwing van het glastuinbouwareaal. Vele serres zijn op technisch vlak verouderd en op het einde van hun levensduur. Nochtans vergt de sterke vraag naar verduurzaming op het vlak van energie- en watervoorziening, milieunormen en voedselveiligheidseisen investeringen die dikwijls gepaard gaan met vernieuwing en schaalvergroting en waarvoor de nodige ruimte moet gezocht worden.
Om de vernieuwing van het glasareaal in Vlaanderen, te ondersteunen, wordt in het algemeen via drie evenwaardige sporen gewerkt. Hierbij wordt maximaal rekening gehouden met de plaatselijke omgevingsfactoren.
De drie sporen zijn:
bestaande bedrijven ter plaatse laten vernieuwen en uitbreiden indien de ruimtelijke draagkracht dit toelaat (autonome ontwikkeling),
via diverse stimuli de autonome ontwikkeling vanglastuinbouwin macrozones ondersteunen (macrozones),
het groeperen of ‘clusteren’ van meerdere serrebedrijven samen op ‘glastuinbouwbedrijvenzones’ waardoor door samenwerking op het vlak van energie, ruimte, landschappelijke inpassing, water, … en eventueel in relatie met andere sectoren schaalvoordelen kunnen gecreëerd worden (glastuinbouwbedrijvenzones).
De zoektocht naar ruimte voor glastuinbouw in Sint-Katelijne-Waver en omgeving.
In 2007 heeft de Vlaamse regering in de ruime omgeving van Sint-Katelijne-Waver, in het kader van de afbakening van de agrarische en natuurlijke structuur (AGNAS), besloten om te onderzoeken hoe binnen een groter plangebied, van circa 11.000 ha, afspraken gemaakt kunnen worden met betrekking tot bescherming van de open ruimte, de versterking van de bestaande boscomplexen en de mogelijkheden voor ontwikkeling vanglastuinbouw. Het plangebied bestaat uit deelgebieden van de gemeenten Lier, Sint-Katelijne-Waver, Putte, Duffel en Berlaar.
De regio Sint-Katelijne-Waver is een belangrijk tuinbouwgebied in Vlaanderen met een grote aanwezigheid van serres. Zij is een belangrijke draaischijf voor de productie, distributie en export van verse groenten van eigen bodem. 30% van de in Vlaanderen geproduceerde verse groenten worden geveild in deze regio.
In de voorbereidende fase van het planningsproces, getrokken door het Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed, werden een aantal voorbereidende studies uitgevoerd met als eerste resultaat een ruimtelijke visie voor het grotere plangebied. In die visie wordt voorgesteld, de verdere verspreiding van serres in het structureel open landschap te stoppen, wordt ruimte voorbehouden voor grondgebonden land- en tuinbouw en voor de ontwikkeling van boscomplexen. Daarnaast werden twee zoekzones in kaart gebracht waar volgens het milieueffectenrapport (MER) eventuele glastuinbouwclusters het minst nadelig zouden zijn voor de open ruimte en het milieu. Dit proces kan gevolgd worden op volgende webpagina: http://www.rsv.vlaanderen.be/web/nl/planningsprocessen/Buitengebied/383.html.
Einde oktober 2011, werd de landbouweffectenrapportage (LER) afgerond door de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). De land- en tuinbouwers met gronden in de zoekzones werden allemaal individueel bevraagd. Er volgden op dat moment geen directe beleidsconclusies uit dit LER, tenzij de vaststelling dat extra ruimte voor glastuinbouw via glastuinbouwclusters in de voorgestelde zoekzones niet evident zou zijn. Het rapport leverde wel een pak nuttige informatie die later gebruikt zal worden bij het nemen van een eventuele beleidsbeslissing door de Vlaamse regering.
Op dit moment loopt een EFRO-studie m.b.t. de glastuinbouwontwikkeling in de provincie Antwerpen met financiering vanuit Europa. Dit project wordt o.l.v. de provincie Antwerpen uitgevoerd, waarbij de POM Antwerpen instaat voor het ruimtelijk studiewerk.
Gisteren vond op het kabinet van minister-president Peeters een onderhoud plaats met de POM Antwerpen en het Departement Landbouw- en visserij van de Vlaamse overheid over de vorderingen en de verdere aanpak van deze studie.
Uit de eerste resultaten van deze studie concludeert minister-president Kris Peeters dat het spoor van de autonome ontwikkeling zonder onteigeningen, voor de regio Putte en Sint-Katelijne-Waver het meest aangewezen scenario is. Minister-president Peeters heeft aan de uitvoerders van het EFRO-project dan ook gevraagd zich te concentreren op dit scenario, in hun zoektocht naar ruimte voor glastuinbouw in de regio.
‘Ruimte voor glastuinbouw in een dichtbevolkte en ruimtelijk versnipperde regio als de omgeving van Putte en Sint-Katelijne-Waver kan maar gevonden worden via een ontwikkelingsspoor waar voldoende draagvlak voor bestaat. Ik moet nu vaststellen dat het spoor van de autonome ontwikkeling, zonder onteigeningen, inderdaad het meest aangewezen is voor deze regio, en ik heb dan ook de uitvoerders van het project gevraagd zich te concentreren op dit scenario’, aldus minister-president Peeters.