Onnodige advocatenkosten voor Vlaamse Administratie
08-05-2012
Uit een Schriftelijke Vraag die Lode Ceyssens (CD&V) stelde aan alle leden van de Vlaamse Regering, blijkt dat vooral de gewestelijke administratie, bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, veel geld uitgaf aan advocaten voor het indienen van beroepen tegen vergunningsbeslissingen van gemeenten of provincies.
De voorbije twee jaar werd zo bijna een miljoen euro (975.753 euro in 2010 en 2011) uitgegeven door minister Muyters om beroep aan te tekenen tegen vergunningen afgeleverd door democratisch verkozen besturen.
“Die advocatenkosten zijn volstrekt onnodig,” betoogt Lode Ceyssens. “De Vlaamse administraties moeten minder en coherenter in beroep gaan. Een eerste stap is daartoe al gezet door de beslissing om in beroep te gaan bij de administrateur generaal van het Departement RWO te leggen. Maar dat is nog niet genoeg. Waarom moeten de Vlaamse ambtenaren advocaten inhuren om hun dossiers te bepleiten voor een rechtbank die hoofdzakelijk met schriftelijke procedures werkt en waarbij een advocaat geen verplichting is? Het zou veel logischer zijn dat die ambtenaren met hun technische bagage hun dossiers zelf bepleiten. Zeker voor een administratieve rechtbank is technische dossierkennis veel belangrijker.”
In de federale overheidsdienst Financiën werd een paar jaar geleden hetzelfde beslist. De ambtenaren moesten zelf de fiscale dispuutdossiers gaan bepleiten voor de rechtbanken. Het gevolg was drievoudig:
- er waren minder beroepen (een ambtenaar denkt twee keer na vooraleer naar een rechtbank te stappen als hij/zij het dossier zelf moet bepleiten)
- maar er waren meer beslissingen in het voordeel van de federale staat (de ambtenaar kent het dossier zelf het best)
- de advocatenkosten vielen weg
Lode Ceyssens zal zijn suggestie ook overmaken aan de bevoegde ministers.