Onderwijscafé 2021: grootste noden in deze coronatijden en de stand van zaken op het vlak van digitalisering
De tweede editie van ons Onderwijscafé is ondertussen achter de rug. Via ZUURSTOF meldden zich maar liefst 160 geïnteresseerden: een daverend succes! De organisatoren waren onder de indruk van de grote opkomst en zoeken verder naar een manier om het onderwijscafé naar de toekomst toe zodanig in te richten dat we nog beter en dieper met jullie in interactie kunnen gaan. Behalve de toelichting door Loes en Jo, was de input van alle aanwezigen heel verrijkend. Dit is alvast een goede manier om het contact met betrokken leraren, directeurs, onderwijspartners en betrokken ouders op een nieuwe manier te kunnen blijven onderhouden.
Bevindingen
Tijdens de avond ontvingen we veel input over de grootste noden in deze coronatijden en over de bezorgdheden en de stand van zaken op het vlak van digitalisering. We geven hieronder een korte samenvatting van deze bevindingen.
De corona-aanbevelingen
Op het vlak van ouderbetrokkenheid geven velen aan geen of weinig extra ondersteuning nodig te hebben. In scholen waar men wel merkt dat er op een barrière gestoten wordt, worden brugfiguren en taalondersteuning als voorname oplossingen aangereikt. Op het vlak van het aanpakken van de huidige leerachterstand vragen de meesten om extra handen in de klas en extra tijd om met kleinere groepen leerlingen aan differentiatie te kunnen doen. Ook het tijdelijk schrappen van enkele eindtermen, zodat hoofd- en bijzaken goed onderscheiden kunnen worden, worden daarbij als oplossing aangereikt.
70% geeft aan dat hun CLB’s momenteel overbevraagd worden. De meeste versterking wordt gevraagd in het aantal personeelsleden. Ook het herinstalleren van het systeem waarbij CLB-medewerkers een vaste aanwezigheid op een school hebben, zodat ze een vertrouwensband binnen de schoolmuren kunnen opbouwen, wordt enkele keren aangehaald. Ook de planlast naar beneden halen wordt gevraagd, en meer mogelijkheden voor personeelsleden om zich met het mentaal welbevinden van leerlingen bezig te houden.
De belangrijkste les uit deze crisis was voor een kleine meerderheid het verzorgen van een goede ICT-infrastructuur voor leerlingen zodat elke leerling een laptop of toestel met internetverbinding heeft. Er wordt ook gevraagd om meer beleidsondersteuning voor directies en een grotere aandacht voor het verwerven van meer competenties voor leerkrachten en schooldirecteurs komt ettelijke malen terug.
De Digisprong
Een grote meerderheid van de deelnemers geeft aan dat ze in scholen werken waar de ICT-coördinatoren leerkrachten kunnen ondersteunen in het gebruik van digitaal materiaal. Jullie geven aan dat meer dan de helft van de ICT-coördinatoren voldoende tijd hebben om aan een ICT-beleid te werken op lange termijn en leerkrachten kunnen ondersteunen. Daarnaast bestaat er toch ook grote consensus over het feit dat de coördinatoren zich voornamelijk met technische ondersteuning moeten bezig houden.
In de overgang naar het halftijds afstandsonderwijs bemerkt de helft van de deelnemers dat ze meer ondersteuning nodig hadden in het bereiken van leerlingen en in de pedagogisch-didactische ondersteuning, zoals in het gebruik maken van digitale applicaties om leerstof over te brengen.
Jullie hebben het belang van de verschillende aspecten van de Digisprong als volgt gerangschikt: met stip op de eerste plaats is de ICT-competentie van leerkrachten de grootste bezorgdheid. De uitbouw van een ICT-beleid volgt als tweede speerpunt, met daarna de ICT-infrastructuur (op school en voor individuele leerlingen), de digitale leermiddelen, en als afsluiter de oprichting van een kennis- en adviescentrum.
Op het vlak van ICT-infrastructuur kregen we voornamelijk positieve resultaten. Een aanzienlijk deel van de scholen waarover bevraagd werd, kan zeggen dat leerlingen een toestel nodig hebben en een toestel hebben. In een overgrote meerderheid van de scholen kunnen ook de leerkrachten zeggen dat zij toegang hebben tot een groot ICT-aanbod en in vele scholen kunnen leerlingen op school zelf ook gebruik maken van een goed ICT-aanbod. Toch opmerkelijk is dat 34% bemerkt dat een gebrek aan internetveiligheid al tot problemen heeft geleid op school. Ook hier moeten we dus zeker voldoende aandacht aan besteden. De belangrijkste taak van de ICT-coördinator moet voor jullie zijn dat ze de tijd en de ruimte krijgen om een ICT-beleid op de lange termijn te kunnen uitwerken en uitbouwen.
Met betrekking tot ICT-competente leerkrachten valt op dat er weinig eensgezindheid bestaat over de aandacht die lerarenopleidingen momenteel kunnen besteden aan het aanleren van digitale vaardigheden. Op de functionaliteiten van digitale applicaties, worden digitale functies die de planlast kunnen verminderen (bijvoorbeeld bij het noteren van afwezigheden) meerdere malen aangehaald.
En tot slot bestaat er veel verdeeldheid over wie het best geplaatst is om pedagogisch-didactische ondersteuning te bieden op het vlak van digitalisering. In eerste instantie kijkt men naar scholenkoepels (32%) en lerarengroepen of lerarenteams zelf (27%). Daarna kijken jullie naar ICT-coördinatoren (19%) en scholengroepen (16%) om die taak op te nemen. Maar 5% ziet de overheid daarvoor als een geschikte kandidaat.
We zijn er ons van bewust dat deze antwoorden niet zomaar representatief zijn voor de hele Vlaamse scholengemeenschap. Toch merken we wel dat velen onder jullie al in een positieve omgeving zitten waar men hard aan het werk is om te bouwen aan een digitale toekomst in ons onderwijs. Velen onder jullie hebben het gezegd en ook van onze kant bestaat er eensgezindheid: digitale tools kunnen en zullen nooit de leerkracht vervangen. Maar vanuit de visie dat digitale applicaties de leerkracht kunnen ondersteunen, merken we een groot enthousiasme vanuit de deelnemers.
Volgende editie
Met het oog op een volgend café, hebben wij nog twee vragen voor jullie: ‘hoe kunnen we het beter aanpakken?’ en ‘welke thema’s zie je de volgende keer het liefst aan bod komen?’ Tot 1 maart 2021 kan je nog inspraak geven op Zuurstof over deze twee vragen.