Onderwijs remedie tegen werkloosheid
In november 2012 waren dat er 207.221, er is dus een toename van 10,7% op iets meer dan een jaar tijd. Het aantal langdurig werkzoekenden daalde in 2011, maar begon in de tweede helft van 2012 te stijgen. Die stijging heeft zich in de loop van 2013 doorgezet: in november 2012 werden 86.878 werklozen geteld die een jaar of langer werkzoekend waren, op dit ogenblik is dat opgelopen tot 92.618, een toename met 6,6%.
Zonder diploma is het veel moeilijker om aan werk te geraken, en als de werkloosheid toeneemt, verslecht de situatie voor laaggeschoolden nog sterk. In de schoolverlatersstudie van 2011-2012 klasseerde de VDAB 15,9% van de schoolverlaters als “laaggeschoold”, maar zij maakten wel 38,2% uit van de langdurig werklozen. Nu is het aandeel van de laaggeschoolden binnen de langdurig werklozen zelfs vergroot tot 54,7%.
Werkzoekende werklozen die na één jaar nog geen werk hebben gevonden, worden in de VDAB-rapporten het “restpercentage” genoemd van de schoolverlaters. Dat restpercentage verschilt sterk naargelang het opleidingsniveau maar ook naargelang de gevolgde studierichting.
Wie het secundair onderwijs niet afmaakt, heeft hoe dan ook minder goede vooruitzichten. Het restpercentage is volgens de schoolverlatersstudie na de tweede graad aso (algemeen vormend onderwijs) 16,6% , na tweede graad tso (technisch onderwijs) is het 19,6%, en na de tweede graad bso zelfs 31,4%. Dat ook hier verschil is naargelang de studierichting, wordt bevestigd door de meest recente gegevens uit de werkloosheidsstatistieken. Opmerkelijk is wel dat het aantal langdurig werklozen na de tweede graad secundair onderwijs ook zeer hoog ligt in sommige studiegebieden die eigenlijk toeleiden naar tewerkstelling in sectoren waar wel degelijk een grote vraag bestaat. Het studiegebied mechanica-elektriciteit is daar een goed voorbeeld van, zowel in bso als in tso. Er is dus misschien nood aan een betere aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt, maar de leerlingen moeten zich ook realiseren dat ze de hele opleiding nodig hebben.
Volgens de schoolverlatersstudie is een 7e jaar na het beroepsonderwijs stilaan een noodzaak aan het worden. Dat wordt min of meer bevestigd in de recentste cijfers, maar niet alle 7e jaren zijn een garantie op tewerkstelling.
Wie hoger onderwijs gevolgd heeft, verbetert de kansen op tewerkstelling aanzienlijk. Bij de professionele bachelors bedraagt het restpercentage slechts 5,3%, en bij de masters 6,1%, met zeer grote onderlinge verschillen naargelang de studiegebieden en opleidingen. Zeer opmerkelijk in de recente cijfers is het vrij grote aantal werkloze leraars secundair onderwijs, zowel bij de professionele bachelors (de opleiding tot leraar eerste en tweede graad) als bij de masters (specifieke lerarenopleiding tweede en derde graad). Dat is frappant omdat er op de werkvloer nog steeds een lerarentekort is. Het is duidelijk dat hier toch iets moet gebeuren, stelt De Meyer.
In de werkloosheidscijfers van 2013 worden de hoge restpercentages in het studiegebied Handel bevestigd, met soms zeer grote aantallen langdurig werklozen, maar volgens De Meyer kunnen in deze cijfers nog geen effecten te merken zijn van de ingrijpende veranderingen die onlangs gebeurd zijn in de lessentabellen van het handelsonderwijs.