De Vlaamse regering maakte vandaag meer details bekend over de praktijkcommissie die in het leven wordt geroepen om de eindtermen in de tweede en derde graad op te volgen. Deze praktijkcommissie komt op vraag van Vlaams parlementsleden Loes Vandromme en Jo Brouns. “Die praktijkcommissie was voor ons een cruciale voorwaarde”, zeggen de CD&V-parlementsleden. De commissie moet de bezorgdheden geuit door het veld onderzoeken én zal de eindtermen evalueren. Zo zal de haalbaarheid van de eindtermen, het respecteren van de vrijheid van onderwijs en de impact op leerlingen die een arbeidsmarktgerichte of kunstrichting volgen nagegaan worden.
“Het is cruciaal dat er voldoende bewegingsruimte blijft voor de scholen om de eindtermen, die minimumdoelstellingen zijn, waar te kunnen maken. De nieuwe eindtermen zullen daarom zo snel mogelijk geëvalueerd worden door een praktijkcommissie en kunnen bijgestuurd worden indien nodig”, zeggen Vlaams parlementsleden Loes Vandromme en Jo Brouns. Beide parlementsleden zijn vaste leden van de commissie Onderwijs in het Vlaams parlement en waren grote voorstander en pleitbezorger van zo’n praktijkcommissie om tegemoet te komen aan bestaande bezorgdheden. “De praktijkcommissie evalueert na één jaar de eindtermen tweede graad en kan indien nodig bijsturingen adviseren. Het startschot voor de eindtermen derde graad kan pas gegeven kan worden nadat het grondige werk van de praktijkcommissie is afgerond. Tussentijds rapporteert die praktijkcommissie ook aan het Vlaams parlement en kunnen wij, als parlementsleden, vragen voorleggen.”
Voeling met het veld
Voor Loes Vandromme en Jo Brouns is essentieel dat de praktijkcommissie veel voeling heeft met het werkveld, dat ze weet over welke leerlingen het gaat. “Belangrijk zal dus zijn dat de juiste mensen, met verschillende ervaringen (die representatief zijn voor alle studierichtingen voor de tweede en derde graad en netten), mee aan tafel mogen schuiven om in de schoot van de praktijkcommissie mee te helpen nadenken wat nodig aangepast wordt”, vinden Loes Vandromme en Jo Brouns. Ze zijn vragende partij om in de schoot van deze praktijkcommissie ook subcommissies te installeren, maar hierover werd voorlopig nog geen beslissing genomen.
Wat zijn de bezorgdheden op het veld?
- Haalbaarheid, in het bijzonder voor leerlingen die een arbeidsmarktgerichte of kunstrichting volgen.
“Over de eindtermen is een lang proces van inspraak gelopen. De waardering voor het vele werk dat al door ontwikkelcommissies werd uitgevoerd is groot”, zegt Loes Vandromme. “Maar een overkoepelende commissie die de haalbaarheid van alles in de gaten hield was er niet. Verder zijn er ook zorgen over de balans tussen de praktijkgerichte en de algemene vorming. De vraag hierbij is of de leerlingen nog genoeg tijd zullen krijgen om een echte stiel te leren.” - Vrijheid van onderwijs.
Een andere bezorgdheid bij de invoering van de nieuwe eindtermen is de manier waarop de scholen met de eindtermen aan de slag zullen gaan. “Cruciaal is dat de vrijheid van onderwijs gegarandeerd blijft en dat scholen voldoende bewegingsruimte krijgen om de eindtermen te behalen. We moeten vertrouwen hebben in de leerkrachten. Leerkrachten die in de praktijkcommissie zetelen kunnen de vinger aan de pols houden” vindt Jo Brouns.
Ten slotte wensen Loes Vandromme en Jo Brouns in naam van de CD&V veel succes aan mevrouw Kristien Druyts, die deze praktijkcommissie in goede banen zal leiden.