Nood aan actieplan wetenschap en techniek
26-03-2010
België kampt met een structureel tekort aan ingenieurs. Dit jaar geraken 2.500 ingenieursfuncties niet ingevuld, zo bleek onlangs uit de ingenieursbarometer van USG Innotiv. Ook voor andere Wetenschap- en techniekberoepen blijft het moeilijk om voldoende gekwalificeerde mensen te vinden, en dreigen de tekorten een ernstige rem te worden op de economische groei.Ondanks de lagere economische activiteit door de economische crisis, stelde de VDAB in haar meest recente overzicht van knelpuntberoepen nog vast dat een heel aantal structurele tekorten blijven bestaan, aan ingenieurs, maar ook aan elektrotechnici, in de bouwsector en de ICT, enz. Deze tekorten zijn één van de factoren die bedrijven tot delokalisatie aanzetten.
Vlaanderen: veel goede wil, te weinig coördinatie en resultaatsgerichtheid
Hoewel er in Vlaanderen een heel aantal initiatieven bestaan m.b.t. wetenschapscommunicatie en het promoten van wetenschapsonderwijs, leiden deze duidelijk niet tot het gewenste resultaat. Dit gaven zowel minister van Onderwijs Smet, als minister van Innovatie en Wetenschapsbeleid Lieten, recent nog expliciet toe. Het ontbreekt de bestaande initiatieven te vaak aan onderlinge afstemming, duidelijke doelstellingen, structurele financiering en resultaatsgerichtheid.
Zowel de betrokken administratie als de VRWB, de strategische adviesraad van de Vlaamse regering terzake, riepen onlangs op om ambitieuzer te zijn, en inspiratie te zoeken bij het Nederlandse Platform Bèta Techniek.
Nederland: duidelijke doelstellingen, omvattend actieplan en resultaatsgebonden financiering
Het Platform Bèta Techniek is een stichting die in opdracht van de overheid de organisatie en coördinatie van een ganse batterij aan programma’s ter bevordering van Wetenschap en Techniek in het onderwijs op zich heeft genomen. Scholen kunnen instappen in deze programma’s, en worden geresponsabiliseerd door de middelen die de school hiervoor ontvangt te koppelen aan het behalen van vooraf afgesproken doelstellingen. Inmiddels doen vele duizenden scholen, bedrijven en andere organisaties mee. In totaal participeren ongeveer 850.000 leerlingen, van het primair t/m het hoger onderwijs.
De resultaten zijn duidelijk. In de universiteiten is de instroom van leerlingen in de W&T-opleidingen in 2009-2010 met zo’n 60% gestegen t.o.v. 2002-2003. De hogere instroom die er de voorbije jaren gerealiseerd werd zal tussen einde 2010 en 2014 zo’n 13.000 exacte wetenschappers en technici extra op de arbeidsmarkt brengen.
Tijd voor een Vlaams Actieplan Wetenschap & Techniek
Ook Vlaanderen kan gezien zijn ambitieuze toekomstplannen niet toestaan dat de schaarste aan exacte wetenschappers en technici steeds problematischer wordt, en moet daarom nu werk maken van een omvattend Actieplan Wetenschap & Technologie dat streeft naar resultaten en het efficiënt inzetten van middelen.
De volgende elementen moeten hier zeker deel van uitmaken:
Breng de verschillende bestaande initiatieven onder in één alomvattend actieplan, dat de vele naast elkaar bestaande initiatieven bundelt, coördineert en aanvult waar nodig.
Hou steeds één oog op het gewenste resultaat. Durf kwantitatieve en verifieerbare doelstellingen voorop stellen.
Koppel de extra financiering en ondersteuning die onderwijsinstellingen hiervoor kunnen ontvangen aan het behalen van doelstellingen. Laat financiering terugbetalen wanneer doelen niet behaald worden. Enkel gemotiveerde scholen zullen deelnemen en ten volle gaan voor goede resultaten.
Ontwikkel een ketenaanpak: stimuleren van W&T in het lager t/m het hoger onderwijs. Initiatieven mogen niet beperkt blijven tot een aantal proefprojecten, maar dienen alom verspreid en gekend te zijn in het Vlaamse scholenlandschap.
Ontwikkel een doorgedreven beleid om de participatie van meisjes in W&T-opleidingen te bevorderen. Zij zijn door hun lage participatie een “quick-win”.
Faciliteer op structurele wijze samenwerking tussen de diverse schoolniveaus (lager, secundair en hoger) onderling, en tussen de scholen en het bedrijfsleven.
Zorg ten slotte ook voor voldoende opvolging door auditing: laat deelnemende scholen jaarlijks doorlichten zodat zij telkens feedback krijgen over de manier waarop zij aan de programma’s vorm geven, en hun werking zo nodig kunnen bijsturen.