Nog steeds 173 salarisschalen in het onderwijs en meerdere anomalieën
24-04-2015
Vlaams volksvertegenwoordiger Jos De Meyer vroeg minister Crevits in de commissie Onderwijs van het Vlaams parlement of het zinvol is de 182 weddeschalen die volgens Agodi in het jaarverslag over 2013 gehanteerd worden in het onderwijs, te behouden.
De meerderheid van de salarisschalen in het onderwijs zijn van toepassing op een zeer beperkt aantal personeelsleden. 54 salarisschalen worden toegekend aan niet meer dan 5 personeelsleden, 10 salarisschalen gelden voor 6 tot 10 personeelsleden, 26 gelden voor 11 tot 50 personeelsleden, en 17 salarisschalen zijn van toepassing voor 51 tot 100 personeelsleden.
Omdat 12 salarisschalen volstaan om niet minder dan 81% van alle personeelsleden uit het onderwijs te kunnen bezoldigen, vraagt De Meyer zich af of dat zeer grote aantal weddeschalen noodzakelijk is voor de correcte gang van zaken, en of het niet zinvol is om in samenspraak met de sociale partners te werken aan een eenvoudiger systeem, rekening houdend met het decreet rechtspositie.
De Meyer wees op een aantal anomalieën, bv een leraar krijgt voor het geven van een praktijkvak of technisch vak in het BSO een lagere vergoeding dan voor het geven van hetzelfde vak in het TSO.
De minister antwoordde dat een aantal weddeschalen uitdovend zijn en dat er momenteel nog 173 overblijven. Verder repliceerde zij dat zij niet van plan is het aantal weddeschalen onmiddellijk te wijzigen maar dat er in de toekomst wel zal gemonitord en gerationaliseerd worden, met het nodige sociaal overleg en zonder