Nitraatresiduwaarden voor nieuw gebiedsgericht mestbeleid vastgelegd
28-12-2011
Op voorstel van Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege keurde de Vlaamse Regering de nieuwe nitraatresiduwaarden, die ingaan vanaf 1 oktober 2011, principieel goed. Minister Schauvliege heeft het pas opgestarte Coördinatiecentrum voor Voorlichting en Begeleiding van duurzame Bemesting (CVBB) de opdracht gegeven om vanaf 2012 nitraatresidumetingen uit te voeren op referentiepercelen voor de belangrijkste teelten.
Vlaanderen zet alles op alles om de ambitieuze, Europese doelstellingen voor oppervlakte- en grondwaterkwaliteit tegen 2014 waar te maken. Hiervoor zette minister Schauvliege een gefundeerd flankerend beleid uit dat zich toespitst op extra onderzoek, betere begeleiding van de landbouwers en gerichte demonstratieprojecten.
Het voorbije najaar werkte Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege in nauw overleg met de milieu-en landbouworganisaties een voorstel uit van nieuw toe te passen nitraatresiduwaarden. Op 21 november gaf de Europese Commissie groen licht voor dit Vlaamse voorstel dat nu ook door de Vlaamse Regering principieel is goedgekeurd.
Het uitgangspunt van het nieuwe beleid voor nitraatresidu is dat in gebieden waar de waterkwaliteitsdoelstellingen gehaald worden, de drempelwaarden van 2010 gehanteerd worden. Gebieden waar de doelstellingen nog niet gehaald worden, worden aangeduid als ‘focusgebieden’. In deze focusgebieden gelden verlaagde drempelwaarden voor de periode 2012-2014. In 2012 wordt 283.000 ha of 42% van het landbouwareaal als focuszone aangeduid.
Elk jaar opnieuw worden de focuszones aangeduid op basis van de kwaliteit van zowel oppervlaktewater als grondwater. Om landbouwers te stimuleren goede landbouwpraktijken toe te passen wordt een bonus-malus systeem ingesteld:
Gebieden die als focusgebieden zijn aangeduid kunnen dit statuut verliezen als er gedurende 2 winterjaren geen enkele overschrijding boven de 50 mg nitraat per liter in de MAP-meetpunten wordt gemeten en als de evolutie van de metingen in het grondwater voldoende daalt.
Gebieden die niét als focusgebieden zijn aangeduid worden als focusgebied toegevoegd als er gedurende 1 winterjaar slechte oppervlakte- of grondwaterkwaliteit wordt gemeten.
Minister Schauvliege geeft het Coördinatiecentrum voor Voorlichting en Begeleiding van duurzame Bemesting (CVBB) de opdracht om vanaf 2012 voor de belangrijkste teelten nitraatresidumetingen uit te voeren op referentiepercelen. Via deze referentiepercelen kan voor de belangrijkste teelten meer concrete info over duurzame bemesting per bodemtype verzameld worden. Ook eventuele extreme klimaatinvloeden (temperatuur en neerslag) kunnen zo beter vastgelegd worden.
Vlaams minister Schauvliege: “Nu de nitraatresiduwaarden éénduidig vastliggen voor de komende 3 jaar en de focusgebieden, waar de waterkwaliteit moet verbeteren, afgebakend zijn, moet het CVBB bij voorrang ‘waterkwaliteitsgroepen’ oprichten. Deze werkgroepen brengen land- en tuinbouwers samen om de resultaten van de lokale waterkwaliteit te bespreken. Op die wijze zullen knelpunten opgespoord worden en via gerichte begeleiding ook worden opgelost. Met het geheel van een aangepaste wetgeving en de vele flankerende maatregelen moeten we in de focusgebieden, samen met de land- en tuinbouwers, snel tot betere resultaten komen.”