Niks heikneuterigs aan willen wonen in eigen streek
01-04-2009
Perceptie en persiflage. Daar draait het te vaak om. Ook in de politiek. Doe nu eens niet aan bewustzijnsvernauwing maar probeer naar de kern van de dingen te kijken. Die oproep komt van enkele CD&V-parlementsleden naar aanleiding van de pantomime over het onderdeel Wonen in eigen streek uit het pasgoedgekeurde decreet Grond- en Pandenbeleid. Zou de maatregel dan toch de samenleving dienen?
De Franstalige liberaal Denis Ducarme (MR) vraagt advies aan de Europese Commissie en aan de Raad van Europa; SP.a-europarlementslid Mia De Vits gewaagt vanuit haar EP-stoel over de zoveelste Vlaamse imagoschade ook al heeft haar eigen partij de maatregel mee goedgekeurd. Men bespeurt alweer Vlaamse benepenheid, kneuterigheid, politiek-van-onder-de-kerktoren, maar waarover gaat het eigenlijk?
De maatregel beantwoordt aan een vraag van CD&V die al jaren op tafel ligt. In een aantal gemeenten is een reële situatie van sociale verdringing ontstaan als gevolg van een combinatie van hoge bouwgrondprijzen en een hoog migratiesaldo (al dan niet binnenlandse migratie). Kinderen die opgroeien in hun gemeente, merken dat zij er geen bouwgrond of geen woning meer kunnen kopen of huren. Natuurlijk is het fijn om vast te stellen dat de eigen gemeente zeer populair is. Maar als door die populariteit de kinderen niet meer dicht bij thuis kunnen wonen, is er een probleem. Daarom zullen in de toekomst in die gemeenten mensen voorrang krijgen die al een band met die gemeente hebben. Hetzij doordat ze er werken, hetzij doordat ze er wonen, hetzij doordat ze een maatschappelijke, familiale, sociale of economische band met de gemeente kunnen aantonen.
Een zoveelste bewijs van een gesloten en in zichzelf gekeerd Vlaanderen? Niets is minder waar.
Behalve een sociale binding worden nergens vereisten gesteld: noch naar taal, noch naar leeftijd, noch naar loonhoogtes … Daarnaast belet de maatregel geenszins het vrije woonrecht binnen de Europese Unie. De maatregel beperkt zich immers tot een klein deel van de woontransacties (in Leuven bijv. max. 3%). Ook de Raad van State heeft de tekst uitgebreid getoetst aan de Belgische en Europese rechtsnormen. De Raad van State stelt duidelijk dat de maatregel opportuun, billijk en proportioneel is. Opportuun en billijk omdat er inderdaad in een aantal gemeenten een scherpe sociale verdringing optreedt. Proportioneel omdat de maatregel enkel werkt in die gemeenten waar er effectief sociale verdringing optreedt en omdat de maatregel zich beperkt tot nieuwe verkavelingen, voornamelijk woonuitbreidingsgebied. Ter informatie aan de heer Ducarme, ook over de taalgrens, met name in Waals-Brabant, doet zich in veel gemeenten een sterke sociale verdringing voor. En dat werkt de oorspronkelijke bewoners behoorlijke op de heupen.
Wonen in eigen streek is dus een uitzonderingsmaatregel. Het is kortzichtig te doen uitschijnen alsof mensen van buiten de eigen streek niet in de betrokken gemeenten zouden mogen komen wonen. De verkoop van huizen of van kavels die al ontwikkeld zijn, ligt procentueel zelfs heel wat hoger dan de nieuwbouw en het ontwikkelen van nieuwe kavels. De maatregel is dus een kleine rechttrekking van wat dreigt scheef te groeien of al scheefgegroeid is. Wat is er mis mee dat jonge mensen en jonge ouders dicht bij hun ouders, familie en vrienden willen wonen in plaats van dat ze 30 km of meer verder moeten gaan wonen omdat ze in de buurt geen bouwgrond vinden? Door de kans te geven om in eigen streek te blijven wonen blijven ook de opgebouwde sociale netwerken bestaan. Netwerken die we moeten koesteren, zeker met het oog op de vergrijzing.