Onder impuls van Hilde Crevits heeft de Vlaamse regering de nieuwe eindtermen voor de eerste graad van het secundair onderwijs goedgekeurd. Voor het eerst wordt kennis expliciet vermeld in elke eindterm en heeft elke eindterm een duidelijk ambitieniveau. Alle eindtermen moeten worden bereikt en élke leerling moet op het einde van de eerste graad de eindtermen basisgeletterdheid op individueel niveau halen. De eindtermen gaan nu naar het Vlaams Parlement die ze uiteindelijk moeten goedkeuren.
Traject
De huidige eindtermen zijn 20 jaar oud en dateren dus van de tijd waarin bijvoorbeeld amper sprake was van een gsm, smartphone en internet. Ze beantwoorden niet meer aan de maatschappij van de 21ste eeuw en waren aan een update toe. Er volgde een maatschappelijk eindtermendebat. 50 dagen lang kon iedereen op de website onsonderwijs.be zijn of haar mening geven over wat ze verwachten van de inhoud van ons onderwijs. Tegelijk werd een debat met de Vlaamse scholierenkoepel opgestart, voor hen staan 6 thema’s voorop: gezond en wel, mentaal in evenwicht, eigen kracht, klaar voor het leven na het middelbaar, verbonden met elkaar en met beide voeten in de wereld. Er kwamen adviezen van strategische adviesraden en het resultaat van het publiek participatief debat werd gebundeld in het eindrapport “Van LeRensbelang”.
Op basis van het maatschappelijk debat werden 16 sleutelcompetenties vastgelegd die bepalen wat elke jongere in de toekomst op school minimaal moet leren. Die 16 sleutelcompetenties zijn: lichamelijke, geestelijke en emotionele gezondheid; Nederlands; andere talen; digitale vaardigheden; sociaal-relationele competenties; wiskunde, exacte wetenschappen en technologie; burgerschap; historisch bewustzijn; ruimtelijk bewustzijn; financiële competenties; duurzaamheid; juridische competenties; onderzoekscompetenties, innovatiedenken, creativiteit, probleemoplossend en kritisch denken; zelfbewustzijn en -expressie, zelfsturing en wendbaarheid; ontwikkeling van initiatief, ambitie, ondernemingszin en loopbaancompetenties; cultureel bewustzijn en culturele expressie. De sleutelcompetenties burgerschap, mediawijsheid en bijvoorbeeld ook financiële geletterdheid zorgen voor een duidelijk antwoord op hedendaagse uitdagingen.
Doelstellingen
Met de nieuwe eindtermen willen we kwaliteitsvol én actueel onderwijs voor elk kind. Eindtermen bepalen wat leerlingen minimaal moeten kennen en kunnen, wat noodzakelijk is om stevig met beide voeten in de samenleving te staan. Samen met de modernisering van het secundair onderwijs bereiden we zo het onderwijs voor op de toekomst.
De opdracht was duidelijk: beperkt in aantal, ambitieuze eindtermen, helder geformuleerd, duidelijk en sober. Ze moeten competentiegericht en evalueerbaar zijn en zowel kennis, vaardigheden, inzichten en eventueel attitudes moeten aan bod komen. De nieuwe eindtermen zijn een houvast voor leerkrachten, ze zijn een handvat, geen handboeien. De expliciete vermelding van kennis in eindtermen is nieuw en het onderscheid tussen vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen valt weg. Alle eindtermen krijgen hetzelfde statuut en moeten in dezelfde mate bereikt worden.
Concreet
De nieuwe eindtermen zijn gekoppeld aan sleutelcompetenties. Het leerplan, opgemaakt door de onderwijskoepels en -netten, maakt dan de verbinding met vakken. Alle eindtermen zijn te bereiken op populatieniveau, de eindtermen basisgeletterdheid moeten door iedereen afzonderlijk bereikt worden. Basisgeletterdheid is de lat waar elke leerling op het einde van de eerste graad over moet. We houden de lat hoog voor talen, wiskunde en wetenschappen en er zijn ook specifieke STEM-eindtermen, eindtermen over financiële zaken zoals de belastingen en je geld beheren, sociale zekerheid, weten waar je terecht kan met persoonlijke problemen, leren over een gezonde levensstijl, …
We gaan van 688 naar 382 eindtermen voor de eerste graad, minder, maar ambitieus en duidelijker. Niet iedereen zal al die eindtermen voorgeschoteld krijgen, in de A-stroom zijn er 217, in de B-stroom zijn er 188. De nieuwe eindtermen voor de eerste graad gaan in op 1 september 2019. De eindtermen voor de 2de graad op 1 september 2021 en die voor de 3de graad op 1 september 2023. Nu gaan de onderwijskoepels en het GO! aan de slag om de eindtermen in leerplannen te gieten, op hun beurt zullen dan de uitgeverijen de handboeken updaten.
Hilde Crevits : “Met de nieuwe set eindtermen willen we onze jongeren de noodzakelijke rugzak meegeven met voldoende kennis, om sterk, kritisch en weerbaar in de samenleving te staan, om zich persoonlijk te ontwikkelen en om gewapend te zijn voor het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt. De nieuwe eindtermen zijn ambitieuze doelen, concreet en duidelijk geformuleerd. Ze vormen een samenhangend geheel. Ze zijn gemaakt en gevalideerd door experten en zijn evalueerbaar. Samen met de eerdere goedkeuring van de modernisering van het secundair onderwijs bereiden we ons voor op de uitdagingen van de toekomst.”
Huidige eindtermen |
Toekomstige eindtermen |
Socio-economische samenleving: · De leerlingen leggen met voorbeelden uit hoe welvaart wordt gecreëerd en hoe een overheid inkomsten verwerft en aanwendt (VOET)
|
14.7 De leerlingen lichten toe hoe de overheid via inkomsten en uitgaven impact heeft op de samenleving. Kennis |
Burgerschap: · De leerlingen geven aan hoe zij kunnen deelnemen aan besluitvorming in en opbouw van de samenleving. (VOET) |
4.14 De leerlingen lichten wijzen van vertegenwoordiging, deelname aan macht en democratische besluitvorming toe die relevant zijn voor de eigen leefwereld. Kennis Context |
Computationeel denken en handelen: · Geen eindtermen |
Actualisatie van de eindtermen in verband met het versterken van de digitale competentie van de leerlingen door nieuwe eindtermen in verband met computationeel denken en handelen: 2.3 De leerlingen onderscheiden bouwstenen van digitale systemen. (transversaal) Kennis * Conceptuele kennis - Bouwstenen van een digitaal systeem: input verwerking output, binair, hardware, digitale media en toepassingen, besturingssysteem - Informatieverwerkende systemen en communicatie tussen deze systemen 2.4 De leerlingen passen een eenvoudig zelf ontworpen algoritme toe om een probleem digitaal en niet-digitaal op te lossen. (transversaal) Kennis * Conceptuele kennis - Concepten van computationeel denken: decompositie, patroonherkenning, abstractie, algoritmen - Organisatie, modellering, simulatie en digitale representatie van informatie - Debuggen (testen en bijsturen) - Principes van programmeertalen: sequentie, herhalingsstructuur, keuzestructuur * Procedurele kennis - Principes van computationeel denken: decompositie, patroonherkenning, abstractie, algoritmen - Principes van organisatie, modellering, simulatie en digitale representatie van informatie - Principes van debuggen (testen en bijsturen) - Principes van programmeertalen: sequentie, herhalingsstructuur, keuzestructuur |