Maandag 27 november was Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits te gast in Terzake naar aanleiding van de discussie rond het gebruik van de thuistaal van leerlingen op school. “Het is belangrijk dat leerlingen goed Nederlands leren en spreken”, vertelde de minister. Ze beklemtoonde hierbij dat Nederlands onze onderwijstaal is en dat ook zal blijven. “In de klas moet Nederlands gesproken worden en leerkrachten moeten geen andere talen leren.”
Minister Crevits wees er ook op dat een goede kennis van het Nederlands bovendien de beste kansen voor je toekomst geeft: “Taal is en blijft de sleutel tot integratie en werk.” De Vlaamse regering kiest er dan ook voor om te investeren in taal en het Nederlands te versterken in de klas. Zo wordt er bijvoorbeeld per anderstalige kleuter 950 euro geïnvesteerd en wordt met de hervorming van de lerarenopleiding een nieuw vak toegevoegd, namelijk ‘Nederlands voor anderstaligen’.
Nederlands leren aan kinderen die onze taal niet kennen vraagt immers een hele andere didactiek. Zeker daar kan meertaligheid een meerwaarde zijn om dit didactisch in te zetten om de kennis van het Nederlands te versterken of sneller te vatten.
Bovendien stellen we ook vast dat het aantal jongeren dat thuis geen Nederlands spreekt, groeit. In Antwerpen bijvoorbeeld spreekt bijna de helft van de kleuters een andere taal, terwijl dat in Gent een derde is. Voor het basisonderwijs ging het vorig schooljaar om 140.000 leerlingen. Hoe zorgen we ervoor dat elk kind goed voorbereid wordt?
“Nederlands leren en spreken is voor mij de sleutel”, herhaalt de minister, “maar er kunnen ook situaties zijn waar de thuistaal als hefboom kan dienen om Nederlands te leren. Kinderen die thuis geen Nederlands spreken, mogen daar niet de dupe van zijn. Je kan een kleuter toch niet in de hoek zetten omdat die een woord gebruikt uit zijn eigen taal. Dan moet je kijken of die thuistaal kan helpen om de liefde voor het Nederlands aan te wakkeren.”