Op voorstel van Joke Schauvliege, Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, heeft de Vlaamse Regering het instrumentendecreet goedgekeurd.
Die goedkeuring is een onderdeel van de ruimtelijke ordening van de toekomst in Vlaanderen, die het jongste jaar vorm heeft gekregen in het drieluik Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, codextrein en instrumentendecreet. Zoals de titel aangeeft, reikt het decreet aan overheden en andere actoren instrumenten aan voor de realisatie van hun innovatieve ruimtelijke projecten. De focus van het nieuwe decreet ligt op vereenvoudiging, transparantie en gebruiksvriendelijkheid.
Joke Schauvliege: “Essentieel is de aanbouwfilosofie van het decreet. Nieuwe of later ontwikkelde instrumenten moeten op een toekomstig tijdstip een plaats kunnen krijgen in het decreet.”
Eenvoudig, transparant én modern
In de eerste plaats wordt de procedure om een bestaande verkaveling te verbouwen of renoveren een stuk eenvoudiger. Zo moest men vroeger voor de aanbouw van bijvoorbeeld een veranda of carport een aangetekende brief sturen naar alle eigenaars in de verkaveling. Die verplichting wordt nu geschrapt en voortaan zal enkel de gemeente nog een openbaar onderzoek doen. Op die manier worden omslachtige en kostelijke procedures vermeden terwijl ook de andere eigenaars voldoende bescherming kunnen genieten.
Ten tweede zullen gemeenten soepeler kunnen afwijken van verouderde stedenbouwkundige voorschriften. Deze oudere gemeentelijke plannen staan soms ruimtelijke rendementsverhoging en nieuwe woonvormen zoals zorg- en kangoeroewonen in de weg.
Met ‘zorgwonen’ wordt er in een bestaande woning een kleinere woongelegenheid gecreëerd voor iemand die hulpbehoevend is. Dit begrip wordt in de wetgeving verder verfijnd zodat het mogelijk wordt om een zorgwoning te creëren in onder andere zonevreemde woningen en woningen waarvan de verkavelingsvoorschriften een bijkomende woongehelegheid uitsluit.
Bovendien kunnen de kinderen ten laste van de hulpbehoevende persoon voortaan blijven inwonen zonder dat daarvoor een stedenbouwkundige vergunning moet aangevraagd worden. Dat is bijvoorbeeld het geval voor een gehandicapte moeder die terug gaat inwonen bij haar ouders om hulp te krijgen, maar zelf twee kleine kinderen heeft.
Daarnaast is er ook de nodige aandacht voor meer en efficiëntere energiebesparing. Zo kan je voortaan zonder vergunningsaanvraag 26 centimeter buitenisolatie aanbrengen. Op die manier kan je niet enkel meer energie besparen maar ook de uitstoot van broeikasgassen naar omlaag halen.
Verder worden de regels versoepeld om in geval van overmacht de vervaltermijn van een stedenbouwkundige vergunning te verlengen. Momenteel vervalt een vergunning indien de werken niet binnen de twee jaar gestart zijn. Toch kan deze termijn door onvoorziene omstandigheden zoals het faillissement van een aannemer of een plots overlijden van een partner verlopen. Daarom kan de termijn nu éénmalig met twee jaar verlengd worden.
Mogelijke bezwaren tegen een vergunning moeten voortaan ook tijdens het openbaar onderzoek kenbaar gemaakt worden. Wie dit niet doet, kan na de vergunningsverlening niet meer in beroep gaan. De mogelijkheid tot inspraak is belangrijk en wordt nu zo georganiseerd dat alle actoren zo vroeg mogelijk in het proces betrokken worden.
Eens een woning gebouwd is kan er ook een as-builtattest verkregen worden. In dit attest beoordeeld een erkend architect de legaliteit van het bouwproject. Het attest is niet verplicht, maar geeft wel aan een kandidaat-koper de zekerheid dat een woning volgens de voorschriften en met de nodige vergunningen gebouwd is.
Tot slot is er ook goed nieuws voor de paardenliefhebbers. Tot op heden was het immers onmogelijk om als particulier een vergunning te krijgen voor een paardenstal op een weide in landbouwgebied. Voortaan zal echter één stal voor niet-beroepslandbouw vergunbaar zijn. Er komen wel randvoorwaarden om een verdere versnippering en residentialisering van de open ruimte tegen te gaan.