Naar een nieuwe DRESS-code voor de financiering van onze overheden
24-09-2010
De voorbije weken besteedden de media – terecht – veel aandacht aan de onderhandelingen over een volgende stap in de staatshervorming. Een overheveling van bevoegdheden én middelen moet leiden tot een grotere politieke autonomie van Vlaanderen en Wallonië. Daardoor wordt het beleid coherenter, meer op maat van de regionale uitdagingen en dus efficiënter.
De voorbije dagen draait de discussie vooral rond de financieringswet. De financiering van de gemeenschappen (onderwijs, cultuur, welzijn …) gebeurt vandaag bijna integraal op basis van doorgestorte middelen (“dotaties”) vanwege de federale overheid. De gewesten (milieu, huisvesting, economisch beleid, openbare werken…) beschikken wel over een eigen belastings-bevoegdheid, maar het Vlaamse Gewest blijft voor 53 % aangewezen op federale dotaties. Voor Wallonië is dit 65 % en voor Brussel 45%.
CD&V wil een herziening van deze financieringswet, op basis van vier beginselen: Democratiserend, REsponsabiliserend, Stabiliserend, Solidariserend, samen goed voor een nieuwe DRESS-code voor de financieringswet.1. Democratiserend
De Gewesten en Gemeenschappen dragen de volle verantwoordelijkheid voor hun bevoegdheden, maar de federale overheid beslist in grote mate over de belastingen die daarvoor worden geheven. Er is dus een democratisch deficit: de overheid die het geld uitgeeft is een andere dan degene die het geld int. De Gewesten moeten daarom in grotere mate de omvang van de personenbelasting op hun grondgebied kunnen bepalen. Tegelijk moeten ze van de vennootschapsbelasting een instrument voor hun economisch beleid kunnen maken.2. Responsabiliserend.
Een goede financieringswet moet ook het verantwoordelijkheidsbesef van overheden aanmoedigen. Elk beleid heeft een sociaal-economisch impact op de samenleving, met gevolgen voor de overheidsfinanciën. Elke werkloze die door intensieve begeleiding een job vindt, kost de sociale zekerheid minder, meer nog, hij draagt ertoe bij. Zonder economische groei is het onmogelijk om de overheidsfinanciën gezond te maken en tegelijk ons sociaal welvaartsmodel in stand te houden. Het is goed dat beleidsvoerders worden geconfronteerd met de begrotingsgevolgen van hun beleid.
Een uitbreiding van de bevoegdheden van Gewesten en Gemeenschappen vergt een aangepaste financieringswet, zodat zij de gevolgen van hun beleidskeuzes rechtstreeks voelen in hun financiën. Op die manier worden ze aangemoedigd om zo verantwoordelijk als mogelijk om te springen met hun middelen en bevoegdheden.
Het gaat trouwens ook om andere dan louter economische prestaties van de regio’s, zoals bijvoorbeeld de pensioenlasten van het gevoerde personeelsbeleid of een preventief gezondheidsbeleid waardoor de kosten in de ziekteverzekering lager kunnen uitvallen.
Uiteraard voorzien we van een correcte financiering van alle niveaus bij de aanvang en een voldoende lange overgangsperiode. Het sluitstuk van de responsabilisering is dat alle overheden instaan voor hun eigen begrotingsevenwicht3. Stabiliserend
Economische schommelingen zetten zich ook door in de overheidsbegrotingen. De financiele en economische crisis van 2008 heeft dat pijnlijk duidelijk gemaakt. Meevallers door een beter dan verwachte groei zorgen dan weer voor budgettaire ademruimte. Een billijk financieringsstelsel zorgt ervoor dat deze positieve of negatieve effecten gedeeld worden tussen de verschillende overheden. Dat vereist dat geen enkele overheid in te grote mate afhankelijk mag zijn van één inkomstencategorie. Want belastingen reageren verschillend op economische schommelingen.
Een tweede vaststelling is dat de historische overheidsschuld vandaag enkel het federale budget belast. Bij abnormaal grote rentestijgingen ligt het voor de hand dat de meerkost gedeeld wordt over de verschillende regeringen.
Naast economische schokken moet ook de impact van demografische veranderingen correct verrekend worden. Het opvangen van de budgettaire gevolgen van de vergrijzing van de bevolking is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Een staatshervorming met een nieuwe financieringswet kan rust brengen in ons politiek systeem, wat goed is voor het investeringsklimaat en dus voor onze welvaart.4. Solidariserend
Tot slot is een correct ingevulde solidariteit een belangrijke pijler van een rechtvaardige financieringswet. De draagkracht moet één van de criteria blijven. De solidariteit mag niet worden beperkt tot de activiteiten van de federale overheid en de sociale zekerheid.
Er is echter sprake van een overdosis solidariteit indien de deelstaat die méér belastingsmiddelen inbrengt finaal minder middelen per inwoner overhoudt. Dat is vandaag het geval. De herziening van de financieringswet moet de solidariteit in stand houden, maar deze scheeftrekking wegwerken. Anders smelt het draagvlak van de solidariteit als sneeuw voor de zon.
Deze vier principes zijn voor CD&V de pijlers van onze DRESS-code voor een vernieuwde en vooruitziende financieringswet. Een financieringswet die niemand als een bedreiging moet ervaren, maar juist als een garantie dat er nog een toekomst is voor ons land, en dus voor zijn regio’s, zijn instellingen, zijn sociale zekerheid, zijn welvaart en welzijn, kortom, voor zijn mensen.
Wouter Beke, voorzitter CD&VKoen Van den Heuvel, Vlaams Volksvertegenwoordiger