CD&V stelt de levenskwaliteit van mensen centraal. Daarbij is het belangrijk dat iedereen zich geborgen en thuis voelt in zijn of haar buurt. Geborgenheid, dat is je thuis voelen op de plaats en tussen de mensen waarmee je je leven doorbrengt. Een geborgen samenleving is een herkenbare, warme en veilige samenleving. Dat is belangrijk voor Vlamingen en voor nieuwkomers die hier mogen blijven. Opdat deze thuis een veilige plaats blijft, moeten we haar beschermen, van binnen en van buiten. Dat doen we door preventie én repressie, door plichten af te dwingen zonder andere rechten op de schop te gooien.
Migratie is van alle tijden. Maar door moderne middelen (media, sociale media, transport) gaat het wel in een steeds sneller tempo. De migratiecrisis is vandaag bezworen: de instroom van immigranten naar Europa is gedaald met 90% ten opzichte van 2015. Maar we moeten ons migratiebeleid goed organiseren om toekomstige crisissen te voorkomen en de bestaande problemen efficiënt aan te pakken.
Wij mogen niet naïef zijn: Europa kan niet alle vluchtelingen van de wereld opvangen. Maar Europa kan ook niet de ogen sluiten. In ons migratiebeleid moeten we streng, maar menselijk zijn. Het is het moedige midden om achter de getallen de mensen te blijven zien en achter de mensen ook de getallen te blijven zien (vrij naar Paul Scheffer in De Morgen van 22/09/2018). Met een sloganesk discours in de ene of de andere richting komen we er niet.
CD&V staat voor een humaan en correct asiel- en migratiebeleid, met snelle en kwaliteitsvolle procedures die de betrokkenen snel rechtszekerheid bieden. Een beleid waarin we onze internationale verplichtingen nakomen, maar ook de rechten van onze burgers beschermen. Voor hen die hier niet mogen blijven, voorzien we een kordaat maar humaan terugkeerbeleid, volgens het principe ‘vrijwillig als het kan, gedwongen als het moet’. Wie wel mag blijven, nemen we volwaardig op in onze maatschappij.
We pleiten daarom voor (I) een sterk en gemeenschappelijk Europees asiel- en migratiebeleid, (II) een efficiënt Belgisch migratiebeleid en (III) een versterkte focus op de integratie van zij die hier blijven.
Een sterk gemeenschappelijk Europees asiel- en migratiebeleid
We willen verder bouwen aan een sterker gemeenschappelijk Europees beleid. Een betere samenwerking en solidariteit tussen de lidstaten is een must, willen we de Schengenzone met het vrij verkeer behouden. De vraag die we ons moeten stellen, is niet of we open of gesloten grenzen willen. De uitdaging is hoe we gecontroleerde grenzen krijgen. Want er staat veel op het spel. Als we onze buitengrenzen niet beschermen, dan dreigen onze binnengrenzen te sluiten.
We hebben dan ook nood aan meer, niet minder, Europa. Een Europa dat beschermt, zonder af te schermen.
Concreet pleiten we voor de volgende maatregelen en hervormingen:
- Een strikte beveiliging van de buitengrenzen, door de verdere uitbouw van de Europese Grens- en Kustwacht tot 10.000 grenswachters versneld uit te voeren.
- De hervorming van de Europese Dublin-asielregels als sluitstuk van een Europees asielbeleid gebaseerd op verantwoordelijkheid en solidariteit, dat aanvragen snel en uniform afhandelt in elke lidstaat, en inzet op de effectieve terugkeer van uitgewezen asielzoekers.
- Europese solidariteit voor opvang van echte vluchtelingen en mensen op de vlucht voor oorlog. Het Europese beleid kan enkel werken als alle landen zich engageren tot verantwoordelijkheid en solidariteit.Alle lidstaten moeten daarbij een vergelijkbare inspanning leveren. Vandaag is Duitsland een netto-betaler aan de Europese Unie ten belope van 15 miljard euro per jaar aan Europa. De Visegrad-landen zijn ten belope van hetzelfde bedrag netto-ontvangers. We pleiten voor een nieuw Europees financieringsmechanisme dat die landen mee voor hun verantwoordelijkheid stelt. Wie dat niet doet, moet sancties krijgen.
- Het gemeenschappelijk asielagentschap (EASO) een expliciet sturende rol geven, zodat de asielprocedures ook aan de buitengrenzen, en eventueel in kwaliteitsvolle centra in Afrika, uitgevoerd kunnen worden op basis van een Europees asielrecht en ingebed in Europese akkoorden ter ondersteuning van opvang en bescherming ter plaatse en hervestiging.
- Een sterke gezamenlijke aanpak van mensenhandel en mensensmokkel.
- Op het vlak van arbeidsmigratie gaan we gefaseerd te werk. Eerst spreken we het reeds aanwezige arbeidspotentieel aan. Dan kijken we naar de intra-Europese migratie, om zo de Europese werkloosheid aan te pakken. Met jeugdwerkloosheidscijfers in Italië, Spanje en Griekenland gaande van 34,7% tot 43,6% is dat geen overbodige luxe. Pas wanneer er in het Belgische en het Europese arbeidspotentieel geen geschikte werkkrachten worden gevonden, gaan we voor een gecontroleerde economische migratie uit derde landen, onder strikte voorwaarden. Daarbij gaan we selectief te werk: we zoeken naar de profielen die onze arbeidsmarkt nodig heeft.
- Een fors uitgebreid investeringsplan en -pact met Afrika, om kansen en perspectief in de regio te creëren.
- Het ondersteunen van kwaliteitsvolle opvang in de conflictregio’s zelf, waarbij de betrokkenen toegang hebben tot onderwijs, werk en kwaliteitsvolle medische zorg. En het faciliteren van ambitieuzere hervestigingsprogramma’s vanuit die regio’s.
- Het uitbreiden van Europese samenwerkingsakkoorden zoals dat met Turkije, naar andere derde landen.
- Het zogenaamde “Australisch model” zien we niet als voorbeeld voor Europa. Niet alleen is het Australische model niet werkbaar in onze geografische context – we zijn geen eiland, maar bovendien is het een systeem dat zeer duur is,[1] tot onmenselijke situaties leidt en strijdig is met de mensenrechten.
Om Europa langs binnen én langs buiten te beschermen, hebben we een Unie nodig die sterk staat. De Burkiaanse idee dat Europa een samenhangsel moet zijn van puur nationale staten, zal nooit een sterk Europa creëren dat in staat is om een ingewikkeld thema als asiel en migratie op te lossen. Een Europa dat geborgenheid biedt, is een Europa met de power om de grenzen van haar grondgebied én de grenzen van haar normen en waarden, haar verplichtingen en menselijkheid te beschermen.
Een efficiënt Belgisch migratiebeleid
- De procedures moeten snel afgehandeld, zoveel als mogelijk binnen zes weken, zoals in Nederland.
- Een grondigere informatieverstrekking aan de vreemdelingen, in het bijzonder aan transmigranten rond het indienen van asielaanvraag en rond vrijwillige terugkeer (zie verder).De terugkeercijfers zijn de afgelopen jaren onvoldoende verbeterd. We willen dat het terugkeerbeleid een absolute prioriteit krijgt, met óók meer focus op de vrijwillige terugkeer – waar we een terugval zien in vergelijking met de vorige regering. Daarbij zijn belangrijk:
- Uitbreiding van de steun voor projecten van steden en gemeenten rond vrijwillige terugkeer: uitwisseling van best practices en meer projecten.
- Versterking van re-integratieprogramma’s: bredere bekendmaking bij de betrokkenen en uitbreiding van de programma’s.
- Verhogen van het aantal gesloten plaatsen, in het bijzonder door een tijdige uitvoering van het Masterplan gesloten centra.
- Verder inzetten op alternatieven voor detentie, namelijk via thuisverblijf en terugkeerwoningen.
- Een permanente evaluatiecommissie die het terugkeerbeleid evalueert.
Transmigranten:
- Goede informatie en begeleiding met een duidelijke boodschap: ofwel dienen ze hier een asielaanvraag in, ofwel is er hier geen plaats.
- Extra beveiliging van snelwegparkings en van havens.
- Extra steun bij politiecontroles.
- Onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk.
De bestaande wetgeving willen we vereenvoudigen om de helderheid te vergroten en proceduremisbruik tegen te gaan. Zoals voorzien in het federaal regeerakkoord, moet er een ‘Migratiewetboek’ komen met duidelijke bepalingen die voor iedereen begrijpelijk zijn en waarbij het huidige beschermingsniveau wordt behouden.
Aanpak tegen huisjesmelkerij en illegale tewerkstelling, met een lokale focus. In de strijd tegen huisjesmelkerij kunnen gemeentebesturen hun lokale instrumenten aanwenden: inspectie van woningen, onbewoonbaarverklaring, leegstandsheffing, … Om illegale tewerkstelling tegen te gaan kunnen ze in samenwerking met de lokale politie de sociale inspectie ondersteunen en tippen. We aanvaarden geen racisme of discriminatie, in het bijzonder op de arbeidsmarkt en de huurmarkt
Een versterkte focus op integratie
Geborgenheid is niet iets wat je zomaar krijgt. Het is ook iets wat je geeft aan de ander. Elke persoon heeft een verantwoordelijkheid in de samenleving – tegenover zichzelf en tegenover de gemeenschap. Onze vrijheid is dus niet absoluut, maar een vrijheid in verantwoordelijkheid. Enerzijds om zelf je talenten te ontwikkelen en kansen te grijpen. Anderzijds om iedereen in deze samenleving dezelfde kansen te geven.
- Het inburgerings- en integratiebeleid moet ervoor zorgen dat nieuwkomers en mensen met een migratieachtergrond snel een nieuwe thuis vinden in onze samenleving en er volwaardig aan kunnen participeren.
- Wie hier mag blijven geniet alle rechten en plichten. Voor ons zijn er geen A- en B-burgers. Maar hier wonen betekent ook dat men onze taal leert, aan het werk gaat en zich integreert in onze samenleving.
- Samenleven is geen vrijblijvend gegeven, maar een kwestie van rechten en plichten. Respect voor de mensenrechten, voor de normen van onze rechtstaat. Daaraan kan niet geraakt worden. Tegelijkertijd respecteren we als samenleving ook de eigenheid van elke persoon en geven we mensen de ruimte om zichzelf te zijn.
- We zetten in op drie T’s: een geborgen Thuissituatie, de kennis van onze Taal en Tewerkstelling van personen met een migratieachtergrond.
- Geborgen Thuissituatie
Ongekend is onbemind. Echte integratie is maar mogelijk wanneer we elkaar ontmoeten en zien dat we mensen zijn met gelijkaardige ambities en bezorgdheden. Daarbij spelen geborgen buurten, verenigingen en vrijwilligers een cruciale rol.
We staan voor een beleid dat inzet op ontmoeting tussen mensen en gemeenschappen. We zijn daarom voorstander van scholen, sportclubs, jeugdbewegingen en verenigingen waar mensen van verschillende achtergronden en (geloofs)overtuigingen welkom zijn en met elkaar in contact komen.
De rol van het verenigingsleven bij de integratie van mensen met een migratieachtergrond mag niet onderschat worden. Toch zien we dat de diversiteit niet overal weerspiegeld wordt (bv. jeugdbeweging). Nu moeten we niet overal van bovenaf diversiteit opleggen. Iedereen heeft zijn eigen interesses en de vrijheid zich daarrond te verenigen. Maar organisaties moeten wel meer intercultureel denken. Hierdoor worden ze toegankelijker voor iedereen.
- Taal
Taal is een essentiële deur naar integratie. Nieuwkomers moeten de taal leren, inburgeren en integreren. Dit is immers van cruciaal belang om te kunnen participeren aan onze samenleving. Daarom ook dat inburgeringscursussen verplicht zijn voor de meeste nieuwkomers. Maar echte integratie vindt plaats in de samenleving zelf. Dit vraagt een inspanning van beide kanten. Voor nieuwkomers is het vaak moeilijk overal de juiste kanalen te vinden naar een job, een woning,… Daarom bestaat er op veel plaatsen een buddysysteem waarbij deze mensen geholpen worden om hun weg te vinden. Dit systeem moet uitgebreid worden.
- Tewerkstelling
Internationale instellingen kaarten al geruime tijd aan dat personen met een migratieachtergrond ondervertegenwoordigd zijn op onze arbeidsmarkt. Nochtans is werk dé sleutel tot echte integratie en participatie. Men bouwt een sociaal netwerk uit en levert een bijdrage aan de samenleving. We willen hiervan een topprioriteit maken.
Dit moet gebeuren door een globale aanpak rond integratie, onderwijs, arbeidsmarktbeleid en gelijke kansen. Zie https://www.cdenv.be/wie-zijn-we/wetstraat-89/ceder/cdr/cederspecial/naar-een-inclusieve-arbeidsmarkt/
[1] Afhankelijk van de bron schommelt de kost van “offshore” detentie in Australië tussen de 250.000 en 350.000 euro per persoon per jaar.