Twee jaar geleden ontdekte Iris (41) een bolletje op haar borst. De mensen in haar omgeving stelden haar gerust: ‘het zal wel niets zijn, je bent nog maar 38 jaar hé’. Helaas was de geruststelling niet van lange duur. De diagnose? Agressieve borstkanker. Nu, bijna twee jaar later, herstelt Iris van de chemo en operaties. Ze blijft positief en strijdvaardig, en kijkt vol goede moed naar de toekomst. Een toekomst die er voor iedereen die genezen is van kanker rooskleurig zou moeten kunnen uitzien.
Iris: “Twee jaar geleden ontdekte ik een bolletje op mijn borst. Ik belde naar de gynaecoloog om langs te mogen komen voor een echo, waarna ik naar een specialist in het ziekenhuis werd gestuurd. Daar werden opnieuw een echografie en een mammografie
gemaakt. De dokter zei aanvankelijk niet veel. Al was het voor hem meteen duidelijk: borstkanker. Daar zat ik dan: alleen bij de dokter. Ik had mijn man niet meegenomen, omdat ik ervan overtuigd was dat het toch niets ernstigs zou zijn. Op het moment dat de dokter mij vertelde dat ik kanker had, dacht ik niet meer na. Hij zei tegen mij wat ik moest doen. In afwachting van verdere onderzoeken moest ik mij in de wachtzaal zetten, regelen dat mijn kinderen van school werden afgehaald en mijn man bellen. En dat deed ik. ‘Gunther, dat ziet er hier niet goed uit, ik ga nog langer moeten blijven’, zei ik hem. Voor hem was dat nieuws waarschijnlijk nog veel erger dan voor mij. Toen ik naar huis reed, begon het allemaal pas tot mij door te dringen.”
'Je gaat hier niet van sterven'
De grootste geruststelling kwam er toen de gynaecoloog zei: ‘Iris, je gaat hier niet van sterven hé’. “Nadien hebben we het aan de kinderen verteld. Dat was zwaar, want zij dachten dat ik wél zou sterven. Je moet hen dan proberen te overtuigen dat dat niet zo is.” Na nog extra onderzoeken werd Iris verteld dat ze uiteindelijk toch chemo nodig zou hebben. Het bleek namelijk een agressieve kanker te zijn. “Door de chemo zou ik mijn haar verliezen. Ik heb al mijn hele leven lang haar gehad. Het was dan ook een grote slag dat mijn haar begon uit te vallen. Achteraf gezien vraag ik me af waarom ik daar zo’n probleem van maakte, want
mijn haar is nu eigenlijk ook mooi. Ik mag trouwens van geluk spreken dat ik geen last heb gehad van de chemo. Enkel door de cortisone ben ik beginnen opzwellen en heb ik nu last van een zwakkere maag.”
Na de chemo volgden verschillende operaties om haar borst weg te nemen en over te gaan tot een borstreconstructie. “Mentaal is dat raar. Toch sta je er niet te veel bij stil. Je ondergaat het gewoon. Het is zoals een film die je beleeft. Jammer genoeg traden er complicaties op, waardoor ik binnenkort al voor de zesde keer geopereerd zal worden.”
Nadenken over het leven
Toch bleef Iris de hele tijd enorm positief. “Ik doe niet veel aan zelfbeklag. Ik heb ook niet graag dat iemand anders klaagt. Heb je een probleem, zoek dan een oplossing. Je moet daar niet te veel over zagen. Tot vervelens toe van de kinderen (lacht). Natuurlijk begin je wel meer na te denken over het leven en over wat je wil. Mijn man en ik werkten vroeger veel te veel. We deden
daardoor alles apart. Hij vertrok naar zijn werk, ik zette de kinderen af aan de schoolpoort en ik deed mijn werk. ’s Avonds werkten we allebei nog in onze kinepraktijk. Ik deed dit tot Gunther na z’n werk thuiskwam, dan nam hij het van mij over. Ik trok naar de keuken, maakte eten en pas tegen 20 uur gingen we aan tafel. De kinderen gingen slapen om 21u30, ik ruimde alles op
om dan tegen 22u30 half in slaap in de zetel te vallen. Vanaf het moment dat ik ziek werd, zeiden we tegen elkaar: ‘Dit moet gedaan zijn. We leven te afzonderlijk van mekaar. We moeten veel meer dingen samen doen.”
Politiek engagement
Iris’ man Gunther besloot om in oktober mee te doen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Met succes: hij werd verkozen als gemeenteraadslid. Dat politieke engagement, de drive en het enthousiasme van de bestuursleden sprak Iris aan. Ze kreeg de kans om voorzitster te worden van CD&V Galmaarden. Op die manier hebben haar man en zijzelf eindelijk een gemeenschappelijke passie: zich inzetten voor het welzijn van de lokale bevolking. “Mijn engagement als voorzitster
kwam op het juiste moment. De winter kwam eraan, iedereen gaat werken. Ik zat thuis. Alle dagen stofzuigen of opruimen, dat geraak je ook beu. Je begint dan neerslachtig te worden. Het weer is niet goed, je hangt in de zetel, je komt er niet meer uit. Door in januari voorzitster te worden heb ik sindsdien zelfs nog niet eens de kans gehad om in mijn zetel te hangen (lacht). Het was
dat zetje dat ik nodig had. Het doet me deugd zoveel vertrouwen en steun te krijgen van de leden en bestuursleden.
In september mag ik bovendien zelfs opnieuw gaan werken, wat me ook deugd zal doen.”
Genezen, maar niet vergeten Iris is momenteel aan het herstellen van haar ziekte. Wie genezen is van zijn ziekte, wil die periode ook vaak achter zich laten. Helaas kan je in de praktijk nog na tien jaar afgerekend worden op je ziekte indien je een schuldsaldoverzekering wil aangaan of een lening wil afsluiten bij de bank. “Ik had het geluk dat mijn man en ik al een lening hadden afgesloten voor ik ziek werd. Want het is echt niet eerlijk dat wanneer je een lening wil afsluiten of een verzekering wil aangaan, je afgestraft wordt op een ziekte die je lang geleden hebt gehad. Voor de geneeskunde ben je na vijf jaar genezen
verklaard van kanker, waarom kunnen banken en verzekeraars dat ook niet? Waarom moet daar een termijn van tien jaar op geplakt worden? Ik mag er niet aan denken dat je op je 20ste kanker krijgt, vijf jaar later genezen verklaard bent, met je partner je leven wil verderzetten, een huis wil kopen, en dat dat geluk je dan niet gegund is.”